De tuinindeling & wisselteelt

De tuinindeling & wisselteelt
Je hebt je tuingereedschap, het zaaibed is klaar. Dus zaaien maar! Ho ho, niet zo snel. Als je eerst een goede tuinindeling maakt heb je straks veel meer plezier van je moestuin. 
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

De tuinindeling & wisselteelt
Je hebt je tuingereedschap, het zaaibed is klaar. Dus zaaien maar! Ho ho, niet zo snel. Als je eerst een goede tuinindeling maakt heb je straks veel meer plezier van je moestuin. 

Slide 1 - Slide

het ontwerp
De  meeste moetuinen zijn rechthoekig, maar je kunt die van jou elke vorm maken die jij wilt. Bedenk van te voren wat je wilt verbouwen. Er zijn namelijk 3 dingen om rekening me te houden. 
  • hoe hoog/breed worden de planten
  • welke planten kunnen niet bij elkaar staan?
  • hoe voorkom je dat de bodem uitgeput raakt 

Slide 2 - Slide

hoge groente
Er zijn planten die hoog worden zoals mais, zonnebloem en komkommer.  Groenten die laag blijven  zijn bijvoorbeeld worteltjes , radijsjes en tuinkers.  Er zijn ook groentes die nogal groot worden zoals courgette en  bloemkool. Het zou jammer zijn als de ene plant die andere plant wegdrukt, en alle zon ontneemt

Slide 3 - Slide

kieskeurige planten 
Niet alle planten zijn even goede buren. Ze kunnen elkaar ziek maken of afzwakken.  De volgende planten kun je maar beter niet naast elkaar zetten: 
  • aardappels en tomaten
  • aardbeien en koolsoorten
  • bonen en uien
  • komkommers en radijs 
  • kropsla en peterselie
 

Slide 4 - Slide

plagen
Als planten lang achter elkaar op dezelfde plek staan trekt dat plagen aan zoals ongedierte en schimmels. Sommige plagen  blijven 3 a 4 jaar lang in de bodem en tasten ook familieleden van de plant aan .  Door planten af te wisselen doorbreek je de plagen. Erwten en peulen hebben daarom een vruchtwiseling van 6 jaar. 

Slide 5 - Slide

wisselteelt

Planten kunnen last krijgen van wortelrot en andere bodemziekten. Daarom is het verstandig om elk jaar een andere groentesoort in een te kweken. Door wisselteelt  blijft de grond gezond, en je groente ook !

Zo zorg je er ook voor dat plaagdieren en ziektes niet in de grond blijven . Zou hou je de grond gezond zonder gifstoffen. 

Elk jaar worden er andere groenten op hetzelfde bed geteeld met liefst met afwisseling van 4 tot 6 jaar. 

Slide 6 - Slide

welke bij welke 
  • Aardappelen
  • Peulgewassen
tuinbonen, erwten, sperziebonen, snijbonen …
  • Koolgewassen
broccoli, bloemkool, boerenkool, koolrabi, radijsjes …
  • Bladgewassen
andijvie, bleekselderij, prei, sla …
  • Vruchtgewassen
aubergines, courgettes, tomaten, paprika’s …
  • Wortelgewassen
wortelen, bieten, pastinaak, schorseneren, uien, knoflook …

Slide 7 - Slide

combinatieteelt
Het is slim om planten bij elkaar te zetten die elkaar helpen. Dit heet combinatieteelt. 

Ze helpen elkaar door :
  • lekker te ruiken
  • elkaar beschermen tegen vijanden, of zon, regen en wind
  • de bodem beter maken

Slide 8 - Slide

voedingsstoffen
Je kunt groenten naar voedingsvraag indelen in 6 groepen: 
  1. Kolen ( hongerlapjes)  veel compost en mest. Veel kalk. Maken zware grond goed los
  2. bladgroente ( gewone trek) : matig compost en mest 
  3. fruitgroente (stevige trek) : veel compost en mest en kalium
  4. wortelgroente (voedselmakers) heel weinig compost en mest met kalium
  5. aardappelsn ( hongerlapjes) : veel compost en mest, maken de grond mooi fijn.
  6. peulvruchten ( voedselmakers) : heel weinig compost en mest. geven stikstof af. 

Slide 9 - Slide

welke planten kunnen bij elkaar 
Heb je voldoende ruimte, dan is dit schema een uitstekend begin:

1. Aardappelen
2. Peulgewassen
tuinbonen, erwten, sperziebonen, snijbonen …
3. Koolgewassen
broccoli, bloemkool, boerenkool, koolrabi, radijsjes …
4. Bladgewassen
andijvie, bleekselderij, prei, sla …
5. Vruchtgewassen
aubergines, courgettes, tomaten, paprika’s …
6. Wortelgewassen
wortelen, bieten, pastinaak, schorseneren, uien, knoflook

Slide 10 - Slide

meerjarige planten
Planten als rabarber en aardbeien kun je een vaste plek geven in de moestuin. Die hoeven niet van plek te wisselen. 

Slide 11 - Slide

je eigen tuinontwerp
Pak een ruitjesvel en teken de vorm van je moestuin. Verdeel je tuin in minimaal 6 vakken.  Daarna schrijf je vervolgens in elk vak wat je daar wilt gaan planten of zaaien.  Nu je de indeling hebt gemaakt , kun je met pijlen aangeven waar de groenten volgend jaar moeten staan.  Bewaar dit schema goed. 

Slide 12 - Slide