oefentoets voor papieren toetshoofdstuk 5 Planten

oefenToets planten H5
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BioMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

oefenToets planten H5

Slide 1 - Slide


INSECTEN-
BLOEM

WIND-
BLOEM
Groot en opvallend gekleurd
nectar
stuifmeelkorrels plakkerig
lichte stuifmeelkorrels
helmknoppen diep in de bloem
helmknoppen hangen buiten de bloem
veel stuifmeel
klein en groen
stempels hangen buiten de bloem
weinig stuifmeel

Slide 2 - Drag question

3
10
4
8
Meeldraad
Kroonbladeren
Stamper
Kelkbladeren
Vruchtbeginsel
helmknop

Slide 3 - Drag question

waar 
niet waar 
Planten maken 24 uur per dag glucose dmv fotosyntese 
planten en dierencellen hebben een celwand
bladgroenkorrels zitten in alle cellen van een plant
als het heel erg warm en droog is, zijn de huidmondjes dicht 
windbestuivers hebben helmdraden en helmknoppen

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Leg aan de hand van de vorige tekst uit waarom Eendenkroost geen houtvaten en bastvaten heeft.

Slide 6 - Open question

de volgende drie vragen gaan over deze afbeelding 
Bekijk de tekening van een deel van een plant hieronder. 

Slide 7 - Slide

a) Beargumenteer aan de hand van de organellen (onderdelen cellen) dat dit om plantencellen gaat

Slide 8 - Open question

b) Gaat het in de bovenstaande tekening om 1 of meerdere weefsels? Laat in je antwoord zien, waaraan je dit kunt zien.

Slide 9 - Open question

c) Welke kant is de onderkant van het blad? Aan de zijde van 4 of 1?
A
1
B
4

Slide 10 - Quiz

In de tekening zie je huidmondjes in verschillende openingstoestanden. 
In welke situatie stroomt er meer water door de vaatbundels omhoog?
  In welke situatie kunnen de bladcellen de meeste koolstofdioxide verbruiken?

Slide 11 - Slide

In welke situatie stroomt er meer water door de vaatbundels omhoog?
In welke situatie kunnen de bladcellen de meeste koolstofdioxide verbruiken?
A
Meer water in situatie 1 Meeste koolstofdioxide in situatie 1
B
Meer water in situatie 1 Meeste koolstofdioxide in situatie 2
C
Meer water in situatie 2 Meeste koolstofdioxide in situatie 2
D
Meer water in situatie 2 Meeste koolstofdioxide in situatie 1

Slide 12 - Quiz

Plantencel
Bij de volgende vragen wordt er een omschrijving gegeven van een onderdeel van een plantencel. Benoem om welk onderdeel dit gaat. 

Slide 13 - Slide

In dit onderdeel vindt fotosynthese plaats

Slide 14 - Open question

Dit onderdeel is de buitenste laag van de cel die de cel stevigheid geeft

Slide 15 - Open question

Dit onderdeel vult zich met water en drukt tegen de buitenste laag aan.

Slide 16 - Open question

Klik verder 

Slide 17 - Slide

SALVIA 

Slide 18 - Slide

SALVIA
De Salvia Nemorosa (ook wel salie genoemd) is een mooie bloeiende plant. Hij bloeit vanaf mei tot en met juli. De plant heeft lange pluimen met bloemen. Dit is een echte bijentrekker in de tuin. Als de plant na de bevruchting is uitgebloeid, kun je de Salvia Nemorosa terug knippen tot 10 cm boven de grond. Er volgt dan nog een tweede lichte bloei. In de herfst sterft de plant bovengronds af, maar zal in het voorjaar weer opnieuw gaan groeien

Slide 19 - Slide

a) Leg uit hoe het kan dat het terugsnoeien van de Saliva er voor zorgt dat de plant nog een keer bloeit. Laat in je antwoord ook horen waarom de plant niet voor een tweede keer bloeit, wanneer je niet snoeit.

Slide 20 - Open question

SALVIA
In de winter zie je op de plek waar de Salie heeft gebloeid alleen maar dode bruine takken. Toch groeit in de lente op dezelfde plek wel weer een Salie-plant. Zelfs als je altijd alle bloemen er af hebt geknipt.

Slide 21 - Slide

b) Leg uit hoe dit kan.

Slide 22 - Open question

aardappelplant 
Bekijk de afbeelding van de aardappelplant.
 Waar in de plant wordt glucose gemaakt?
Waar wordt zetmeel opgeslagen?

Slide 23 - Slide

Waar in de plant wordt glucose gemaakt?
Waar wordt zetmeel opgeslagen?
A
glucose: 1 zetmeel: 3
B
glucose: 2 zetmeel: 3
C
glucose: 2 zetmeel: 4
D
glucose: 3 zetmeel: 4

Slide 24 - Quiz

Wat zal zijn moeder hoogstwaarschijnlijk zeggen?
Geef goede biologische argumenten

Slide 25 - Open question

Lees de onderstaande tekst
Berkenhaarwater
Op berkenplantages worden sappen uit berkenstammen afgetapt. In de sappen zitten stoffen die de bladeren hebben gemaakt. Met deze sappen wordt berkenhaarwater gemaakt. Berkenhaarwater wordt door kappers geadviseerd om het haar gezonder te maken.

Slide 26 - Slide

Uit welke vaten in de berkenstam wordt het sap afgetapt? In welke richting gaat die sapstroom?
A
uit bastvaten; de sapstroom gaat omhoog
B
uit bastvaten; de sapstroom gaat omlaag
C
uit houtvaten; de sapstroom gaat omhoog
D
uit houtvaten; de sapstroom gaat omlaag

Slide 27 - Quiz

Bessen
Een bepaalde boomsoort heeft kleine onopvallende bloemen die bloeien voordat de bladeren aan de boom komen.
De boomsoort heeft afzonderlijke mannelijke en afzonderlijke vrouwelijke bloemen, die samen op elke boom voorkomen. De mannelijke bloemen komen aan de boom het eerst in bloei, ze produceren enorme hoeveelheden stuifmeel. Nadat ze zijn uitgebloeid, komen de vrouwelijke bloemen in bloei. Na de bloei komen er bessen aan de boom.

Slide 28 - Slide

Wordt deze boomsoort door de wind of door insecten bestoven?
A
wind
B
insecten
C
kan beide
D
kun je niet zeggen adv. de gegeven informatie

Slide 29 - Quiz

Ontstaan de bessen uit de mannelijke of uit de vrouwelijke bloemen?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
kan beide

Slide 30 - Quiz

In de afbeelding zie drie aquariums.
In de aquariums zitten levende organismen:
Aquarium 1: waterpest
Aquarium 2: waterpest en vis
Aquarium 3: vis

In het licht verandert de zuurstofconcentratie op een bepaalde manier.

Welk diagram hoort bij welk aquarium? Leg steeds je keuze uit.
(eerst komt meerkeuzevraag, dan openvraag voor uitleg) 

Slide 31 - Slide

Aquarium 1: waterpest
A
diagram 1
B
diagram 2
C
diagram 3

Slide 32 - Quiz

Aquarium 2: waterpest + vis
A
diagram 1 (aflopend)
B
diagram 2 (oplopend)
C
diagram 3 (horizontaal

Slide 33 - Quiz

Aquarium 2: vis
A
diagram 1 (aflopend)
B
diagram 2 (oplopend)
C
diagram 3 (horizontaal

Slide 34 - Quiz

leg je antwoord uit

Slide 35 - Open question

EINDE van de oefentoets! 
Bekijk de antwoorden nog even goed.
Wat moet je nog goed leren voor de toets?  

Slide 36 - Slide