Tc 5.12 Hij wil graag fietsen-Zullen we gaan.

TC 5.12 Hij wil graag fietsen-Zullen we gaan?

Dinsdag 23 juni
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

TC 5.12 Hij wil graag fietsen-Zullen we gaan?

Dinsdag 23 juni

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Ik kan in een email een voorstel doen om iets af te spreken .
  • Ik kan in een email schrijven dat ik verhinderd ben.
  • Ik leer dat er na de werkwoorden mogen, moeten, kunnen, willen en zullen een tweede werkwoord kan komen. 

Slide 2 - Slide

Programma
  • Gesprek: wanneer maak je een afspraak?
  • uitleg werkwoorden
  • Lied
  • Praat samen
  • schrijfoefening: maak een afspraak 

Slide 3 - Slide

Weet je nog?
Wat weet je nog van de werkwoorden mogen en moeten

Slide 4 - Slide

Wanneer maak je een afspraak?

Slide 5 - Open question

Werkwoorden
  • Moeten en mogen (5.9)
  • Kunnen
  • Willen
  • Zullen

Je kunt een tweede werkwoord gebruiken. Gebruik dan het hele werkwoord. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Antwoorden
  1. laten gaan
  2. zijn
  3. willen horen
  4. zijn

Slide 8 - Slide

Praat samen
  1. Je gaat graag uiteten. Je belt een vriend. Je doet een voorstel. Wat vraag je?
  2. Jij krijgt een moeilijke Nederlandse brief. Je gaat naar de Nederlandse buurman. Wat vraag je hem?
  3. Je hebt geen tijd om te koken. Wat vraag je je partner?
  4. Het is mooi weer. Je wilt iets leuks gaan doen met je vriendin. Wat vraag je?

Slide 9 - Slide

Praat samen
  1. Je gaat graag uiteten. Je belt een vriend. Je doet een voorstel. Wat vraag je?
  2. Jij krijgt een moeilijke Nederlandse brief. Je gaat naar de Nederlandse buurman. Wat vraag je hem?
  3. Je hebt geen tijd om te koken. Wat vraag je je partner?
  4. Het is mooi weer. Je wilt iets leuks gaan doen met je vriendin. Wat vraag je?

Slide 10 - Slide

Schrijfopdracht
  1. Schrijf een email aan een andere cursist met wie samen gaat werken. Doe een voorstel om een afspraak te maken. Gebruik het werkwoord 'zullen'.
  2. Als je klaar bent ruil je met je buurman/buurvrouw. Je geeft antwoord dat je dan kan. 
  3. Dan ruil je weer en heb je je mail weer terug. Je schrijft dat je moet afzeggen. Je doet een nieuw voorstel. Maak weer gebruik van 'zullen'. 

Slide 11 - Slide

Terugblik

Slide 12 - Slide

Mededeling
  • Volgende week 1 juli geen les (studiedag)
  • 8 juli is de laatste les. Na de pauze gaan we mate drinken of gewone thee/koffie. is het een idee dat iedereen een klein zoet hapje meeneemt uit eigen land (koek/cake of zoiets).
  • Huiswerk: kies een klein zoet hapje uit. Over twee weken ga je in een klein vertellen hoe het gemaakt moet worden en wat de ingrediënten zijn.

Slide 13 - Slide

Tot 8 juli

Slide 14 - Slide