Lees de opdracht goed door!!
Je werkt in tweetallen (of 3) in ronden
In ronde 1 zet je de gebeurtennissen op de juiste plek op de tijdbalk.
In ronde 2 zet je de begrippen op de juiste plek op de tijdbalk. In ronde 2 heb je tijdsdelen (1920-1933) begrippen moeten in het juiste deel dus niet precies op volgorde