This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H3 samenvatting en oefentoets
Slide 1 - Slide
Kleuren
ROGGBIV
Rode lamp: alleen rode kleuren, rest grijs.
Wit licht: alle kleuren
UV en IR niet voor mensen te zien
Slide 2 - Slide
Spiegels
Afstand voor de spiegel = afstand na de spiegel
Hoek van inval = hoek van uitval.
Beeld altijd 'gespiegeld' tekenen.
Slide 3 - Slide
Lenzen
Bolle lens: Convergente werking, brandpunt is te zien, lichtstralen naar elkaar toe. Holle lens: Divergente werking, brandpunt is virtueel, lichtstralen van elkaar af.
Slide 4 - Slide
Tekenen met lenzen
1. Lichtstraal door midden van de lens gaat ongebroken verder. 2. Lichtstraal loodrecht op de lens gaat door het brandpunt.
Kruispunt van deze twee lichtstralen is het beeld.
Beeld altijd op zijn kop!!!
Slide 5 - Slide
Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht
Slide 6 - Quiz
De kerstman heeft een wensenlijst gekregen van Giovanna. Hij zit in zijn doka (donkere kamer) waar alleen maar rode lampen zijn. Giovanna heeft met een blauwe pen geschreven. Hoe ziet dit blaadje eruit?
A
Gewoon wit blaadje met blauwe letters
B
Gewoon wit blaadje met zwarte letters.
C
Een rood blaadje met zwarte letters.
D
Een rood blaadje met blauwe letters.
Slide 7 - Quiz
Je ligt op het strand. Waar wordt je bruin van?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
van alle kleuren
Slide 8 - Quiz
Wat is de spiegelwet?
A
"letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"een spiegel is altijd vlak"
Slide 9 - Quiz
lichtstralen op een spiegel weerkaatsen door
A
diffuse terugkaatsing
B
spiegelende terugkaatsing
C
worden geabsorbeerd
D
Worden convergent teruggekaatst
Slide 10 - Quiz
Lichtstralen bewegen vanaf de bron...
A
naar rechts
B
naar links
C
naar boven
D
alle kanten op
Slide 11 - Quiz
Lichtstralen lopen in...?
A
rechte lijnen
B
kromme lijnen
C
in 1 richting
D
ronde lijnen
Slide 12 - Quiz
Hoe heet het punt waar lichtstralen bij elkaar komen als ze door een vergrootglas bewegen?
A
focus
B
brandpunt
C
brandpuntafstand
D
firepoint
Slide 13 - Quiz
Een voorwerp weerkaatst licht in alle richtingen, daarom kunnen wij het zien. Dit noem je
A
terugkaatsing
B
lichtstralen
C
absorberen
D
spiegeling
Slide 14 - Quiz
Welke van de lichtstralen gaat na de positieve lens door het brandpunt?
A
lichtstraal 1
B
lichtstraal 2
C
lichtstraal 3
D
lichtstraal 4
Slide 15 - Quiz
Wat gebeurt er met lichtstralen die niet worden teruggekaatst?
A
Ze verdwijnen
B
Ze veranderen van kleur
C
Ze worden geabsorbeert
D
Dat gebeurt niet, al het licht wordt teruggekaatst