§3.1 Stoffen en eigenschappen

§3.1 Stoffen en eigenschappen
Pak: leerboek en wisbord.
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§3.1 Stoffen en eigenschappen
Pak: leerboek en wisbord.

Slide 1 - Slide

Planning
  • Introductie;
  • Instructie: stoffen, stofeigenschappen, voorwerpseigenschappen;
  • Evaluatie v.d. uitleg;
  • Oefening: 3.1 start maken;
  • Evaluatie v.d. les.

Slide 2 - Slide

Introductie

Opbouw H3 doornemen.

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Ik kan vertellen over stoffen:
  • Stofeigenschappen;
  • Voorwerpseigenschappen.

Slide 4 - Slide

Instructie

Slide 5 - Slide

Stoffen
Alles om je heen bestaat uit materie.
Deze materie noemen wij stof.

Dus alles is een stof.

Slide 6 - Slide

Wisbord!
Ik laat voorwerpen zien, jij schrijft op van welke stof het is gemaakt!

Slide 7 - Slide

+ Moleculen als bouwstenen
Waar bestaan stoffen uit?
Alle stoffen bestaan uit moleculen.

Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van die stof heeft.

Als je een molecuul nog verder gaat bekijken bestaat het uit atomen.

Slide 8 - Slide

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn dingen die 100% feitelijk zijn over de stof.
Water is vloeibaar bij kamertemperatuur.
Water is kleurloos.
Suiker is zoet.
Zilver is glimmend.
Vaak uit te vinden met je zintuigen.

Slide 9 - Slide

Stofeigenschappen
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Brandbaarheid
  • Dichtheid
  • Smeltpunt
  • Kookpunt

Slide 10 - Slide

Wat zijn stofeigenschappen?
A
Dat zijn eigenschappen van een stof die staan op Wikipedia
B
Dat zijn oude eigenschappen waarop een laag stof ligt
C
Daaraan herken je een stof
D
Dat zijn schappen in een kast waar jouw stoffen liggen

Slide 11 - Quiz

Om je heen zie je verschillende stoffen. Waaraan kun je een stof herkennen?
A
Aan zijn vorm
B
Aan zijn kleur
C
Aan zijn massa
D
Aan zijn eigenschappen

Slide 12 - Quiz


Stofeigenschappen zijn:
A
geur,kleur,massa,
B
fase,geur,kleur
C
kookpunt,smeltpunt, kleur
D
fase,geur,smaak

Slide 13 - Quiz

Ik kan stoffen van elkaar onderscheiden door de stofeigenschappen te vergelijken.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Verschil tussen stof en voorwerp
Kleur, smaak, kookpunt zijn voorbeelden
van stofeigenschappen.

Grootte en vorm zijn voorbeelden van 
voorwerpseigenschap.


Slide 15 - Slide

Voorwerpseigenschap
Is een eigenschap van het voorwerp en niet van de stof waar het voorwerp van gemaakt is.

Bv. grootte en vorm van een 
voorwerp.

Slide 16 - Slide

Voorwerpseigenschappen
  • Vorm;
  • Grootte;
  • Massa (hoe zwaar);
  • Volume (ruimte die het inneemt);
  • etc...

Slide 17 - Slide

Een boswachter gebruikt een kettingzaag om een stoel te maken uit een massief stuk hout. De stoel heeft een aantal eigenschappen:

vorm; kleur; massa; volume; dichtheid; hoogte.

Welke van deze eigenschappen zijn voorwerpeigenschappen van de stoel?
A
vorm , kleur, volume, hoogte
B
vorm , massa, volume, hoogte
C
vorm , dichtheid, volume en kleur
D
vorm , massa, dichtheid en hoogte

Slide 18 - Quiz

Wat zijn de stofeigenschappen?
A
geur en massa
B
geur en brandbaarheid
C
geur en vorm
D
vorm en massa

Slide 19 - Quiz

Evaluatie
Uitleg opdrachten.

Slide 20 - Slide

Oefening
§3.1 - opdrachten 1 t/m 11 (* niet!).

Klaar?
1. Nakijken;
2. Laten zien;
3. Huiswerk / leren / lezen.

Slide 21 - Slide

Volgende les
§3.1 afronden - dichtheid berekenen.

Slide 22 - Slide

Herhaling stoffen en eigenschappen

Slide 23 - Slide

Welke stof lijkt niet op de andere stoffen?
A
alcohol
B
water
C
wasbenzine
D
spiritus

Slide 24 - Quiz

Wat zijn de stofeigenschappen van koffie?
A
Temperatuur en smaak
B
Smaak en kleur
C
Kleur en temperatuur
D
Kleur en prijs per kilo

Slide 25 - Quiz

Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde.

Slide 26 - Quiz

Om je heen zie je verschillende stoffen. Waaraan kun je een stof herkennen?
A
Aan zijn vorm
B
Aan zijn kleur
C
Aan zijn massa
D
Aan zijn eigenschappen

Slide 27 - Quiz


Wat zijn stofeigenschappen?
A
Dat zijn eigenschappen van een stof die staan op Wikipedia
B
Dat zijn oude eigenschappen waarop een laag stof ligt
C
Daaraan herken je een stof
D
Dat zijn schappen in een kast waar jouw stoffen liggen

Slide 28 - Quiz


Stofeigenschappen zijn:
A
geur,kleur,massa,
B
fase,geur,kleur
C
kookpunt,smeltpunt, kleur
D
fase,geur,smaak

Slide 29 - Quiz

Een boswachter gebruikt een kettingzaag om een stoel te maken uit een massief stuk hout. De stoel heeft een aantal eigenschappen:

vorm; kleur; massa; volume; dichtheid; hoogte.

Welke van deze eigenschappen zijn voorwerpeigenschappen van de stoel?
A
vorm , kleur, volume, hoogte
B
vorm , massa, volume, hoogte
C
vorm , dichtheid, volume en kleur
D
vorm , massa, dichtheid en hoogte

Slide 30 - Quiz


Stofeigenschappen van suiker zijn...
A
wit en zoet
B
kleur en gewicht
C
geur, kleur en smaak
D
kleur en smaak

Slide 31 - Quiz


Stoffen kunnen niet dezelfde stofeigenschappen hebben.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

1. Dichtheid is een stofeigenschap
2. Massa is een voorwerpseigenschap
3. Massa en dichtheid zijn hetzelfde
A
1 is waar 2 en 3 zijn niet waar
B
1 is niet waar 2 en 3 zijn waar
C
1 en 2 zijn waar 3 is niet waar
D
1 , 2 en 3 zijn waar

Slide 33 - Quiz

Lesdoel
Ik kan uitleggen wat dichtheid inhoudt:
  • Eenheid;
  • Berekenen.

Slide 34 - Slide

Instructie
Dichtheid: wat is het?

Slide 35 - Slide

Dichtheid
Piepschuim is een lichte stof en beton een zware stof. Een kubieke centimeter piepschuim weegt 0,04 gram en een kubieke centimeter beton 2,0 gram.
De massa van 1 cm3 van een stof noem je de dichtheid van een stof.

Slide 36 - Slide

Eenheid dichtheid
De eenheid van dichtheid is g/cm3.
Spreek uit als ‘gram per kubieke centimeter’.

De dichtheid van piepschuim is dus 0,04 g/cm3 en van beton 2,0 g/cm3.
De dichtheid van een stof kun je opzoeken of berekenen. 
De dichtheid is een stofeigenschap.

Slide 37 - Slide

Wat betekent dichtheid?
A
De massa van 1 cm3 van een stof.
B
De massa van 1 cm2 van een stof.
C
De massa van 1 cm van een stof.
D
De massa van 1 hm van een stof.

Slide 38 - Quiz

Wat is de eenheid van dichtheid?
A
kg/hm.
B
hg/km.
C
g/cm2.
D
g/cm3, spreek uit als gram per kubieke centimeter.

Slide 39 - Quiz

Dichtheid is een stofeigenschap.
A
waar
B
onwaar

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Dichtheid berekenen
Samen voorbeeld behandelen, video bekijken en samen rekenopdrachten maken.

Slide 42 - Slide

Evaluatie
Hoe opdrachten maken?

Slide 43 - Slide

Oefening
§3.1 - opdrachten 13 t/m 17 (* niet!).

Klaar?
1. Nakijken;
2. Laten zien;
3. Huiswerk / leren / lezen.

Slide 44 - Slide

Volgende keer...
§3.2 Veiligheid en milieu

Slide 45 - Slide