12.3 Welke polymeren gebruikt een chirurg?

Polymeerchemie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Polymeerchemie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wie heeft 13 en 16 gemaakt?
Ja, beide
Alleen 13
Alleen 16
Ik heb niks gemaakt

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Opdracht 13

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 16

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Planning

  • Vragen 13 en 16 
  • Stukje herhaling
  • Polyester/polyamide
  • Maak 17 t/m 24
  • Samen 18 (tijd)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen van deze les

  • Je kan een additiepolymerisatiereactie herkennen en opstellen.
  • Je kan een condensatiepolymerisatiereactie herkennen en opstellen. 
  • Je kunt een polycondensatiereactie opschrijven. 
  • Je kan herkennen uit welk monomeer een polymeer is opgebouwd.
  • Je kan herkennen of het een polyester is of een polyamide. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aan welke eisen moet inwendig hechtdraad voldoen?
A
Het mag geen infecties veroorzaken
B
Het moet na 2 weken in het lichaam oplossen.
C
Het moet even sterk zijn als gewoon hechtdraad.
D
Alle drie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Polymeren

polymeer =

macromolecuul =
zeer groot molecuul


is opgebouwd uit

monomeren



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Polymeren

  • Polymeren zijn lange moleculen (dus geen zouten of metalen!), opgebouwd uit steeds herhalende eenheden (monomeren).

  • Bekende polymeren zijn zetmeel, cellulose (natuurlijke polymeren) en kunststoffen (synthetische polymeren).



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kunststoffen maken
Kunststoffen zijn hele lange ketens van C's aan elkaar vast





Maken door middel van polymerisatie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vorming polymeren 

  • Additiepolymerisatie 
  • Condensatiepolymerisatie

Deze twee vormen van polymerisatie worden nu verder uitgelegd. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Additiepolymerisatie 

Een polymeer wordt gevormd door een aaneenschakeling van additiereacties tussen monomeren



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Additiepolymerisatie
Hiernaast een voorbeeld in 'echte' scheikundetaal

  • Dubbele binding wordt verbroken.
  • De C's die aan aan deze binding zaten worden verbonden met de volgende alkeen, die weer zijn zijn binding ook weer breekt. 
  • Etcetra

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Polycondensatie...
....de andere manier om een polymeer te vormen

Uitgelegd aan de hand van een voorbeeld (vorming van een polyester)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Polyester
Polyester is een kunststof die in de fabriek wordt gemaakt. Wordt ook als hechtdraad gebruikt!
Het wordt gebrand en er blijft dan een elastisch goedje over. 
Een ester ontstaat door een reactie tussen een zuur(-COOH) en een alcohol(-OH).

Er zijn ook harde polyesters zoals flessen en plastic. Hierin is het een sterke stof wat zijn vorm goed behoudt. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Als een alcohol met een zuur reageert...
condensatie
er onstaat een nieuwe stof, waarbij H2O afsplitst! de nieuwe stof is een ester.
condensatiereactie = estervorming

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Condensatiereactie van een ester
Kan hij nog verder reageren? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Polyester: polymelkzuur
  • Melkzuurmoleculen bevatten een alcoholgroep en een zuurgroep.
  • Polymelkzuur bestaat dus uit 1 soort monomeer.
  • In de afbeelding wordt een dimeer gevormd (2 monomeren), dit herhaaldelijk toepassen geeft een polymeer (polyester).



                                    
Is hij afbreekbaar?
Biodegradeerbaar. Hoe heet ook alweer die reactie? 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hydrolyse: reactie waarbij een ester wordt afgebroken door toevoeging van H2O.
 
+ H2  


                                           +   
methanol
propaanzuur
Is dus het tegenovergetselde van een condensatiereactie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe herken je de stoffen waaruit een ester is ontstaan?
methanol
propaanzuur
  1. herken de ester
  2. "knip" de ester
  3. ene kant was zuur (met c=o)
  4. andere kant was alcohol
  5. vul aan met -H en -OH

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Teken de ester van propaan-1-ol en ethaanzuur

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Antwoord:





Had je dit goed?


A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Bij de polymerisatie van ethaandizuur en methaandiol wordt een polymeer gevormd.
a) Hoe heet dit type polymerisatie reactie?
b) Teken een stukje polymeer van 1 repeterende eenheid.



Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Polyamide

  • Voor de vorming van een polyamide heb je een aminegroep en een zuurgroep nodig. Dat kan doordat beide groepen in één stof zitten (bijvoorbeeld 3-aminopropaanzuur).
  • De namen polyester en polyamide kom je vaak tegen bij kleding. Polyamide kennen we ook onder een andere naam: nylon

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Meest gebruikte synthetische materiaal. 

Nylon
Het is een plastic dat kan worden gevormd tot alledaagse producten 
Hechtdraad wat niet door het lichaam wordt afgebroken

Slide 25 - Slide

Nylon werd ontwikkeld als synthetische vervanger van zijde. Door schaarste aan zijden stoffen in de Tweede Wereldoorlog werden deze vervangen door nylonstoffen, onder andere in parachutes. 
Het vormen van een polyamide

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vorming van een polyamide

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


Schrijf de condensatiereactie op van propaan-1,2-diamide en butaan-1,4-dizuur.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Demo practicum 4 Nylon
Lees het stukje op pagina 110 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Maak 17 t/m 24 

Nu eerst opdracht 18 samen doen!
Thuis: 20, 22 en 23 (klein)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit die naam in elkaar?
Kijk op de volgende 2 slides.
Maak opdracht 18
timer
8:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

  • Het alkaanzuur wordt alkanoaat:
  • Ethaanzuur wordt ethanoaat
  • Alcohol wordt de vertakking:
  • Ethanol wordt ethyl
Naamgeving esters

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Naamgeving esters
De stam van een ester is altijd de kant met de C=O




Deze stof heet 2-propylmethanoaat

Slide 33 - Slide

This item has no instructions