Examen tekstnabespreking TL 2021-2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Examen nabespreking TL 2021-2

1) Welke drie nummers heb je opgeschreven?

1. 1, 2, 5
2. 1, 3. 4
3. 2, 3, 4
4. 2, 4, 6

2) Verschil alinea 5 met andere alinea's

1. lichamelijk
2. basisbehoeften
3. dieren
4. bioloog

3) Het verband

1. gevolg
2. samenvatting
3. opsomming
4. tegenstelling

4) In tegenspraak met volksaard...

1. overzicht vrije uren
2. verplichtingen en taken
3. redenen burn-out
4. voorbeelden vrije uren

5) Belangrijkste tekstdoel

1. adviseren
2. informeren
3. overhalen
4. overtuigen

6) Hoofdgedachte

1. Amerikanen
2. Jongeren
3. Niksen positief
4. Niksen effectief

7) Is Van Veen het ermee eens of oneens en leg uit waarom?

Antwoord vraag 8

9) De juiste nummers zijn:

1. 1,2,5
2. 1,3,5
3. 2,4,5
4. 1,3,4

10) Tekstfragment versus hoofdtekst

1. aanvulling
2. conclusie
3. verklaring
4. voorbeeld

11. Tekstinleiding

1. conclusie
2. samenvatting
3. voorbeeld
4. probleem

12) Welk woord beschrijft dit soort ouders?

13) Kopje boven alinea

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

14) Citeer de kernzin

1. Dat curlinggedrag .. bedoelingen (45-46)
2. Dat curlinggedrag .. besparen (45-50)
3. Socioloog Herman.. kinderen (50-56)
4. Ouders zijn ,... geluk (57-60)

15) Verband

1. middel-doel
2. oorzaak-gevolg
3. tegenstelling
4. voorbeeld

17) Dat verwijst naar

18) Alineaverbanden

1. reden
2. samenvatting
3. tegenstelling
4. toelichting

19) Citeer het zinsgedeelte

20) Feedback leidt tot ...

1. aanpassingen
2. ervaringen
3. gesprekken
4. zelfredzaamheid

21) Citeer de belangrijkste boodschap

22) Nut foto naast aandacht trekken?

1. ondersteunen inhoud
2. tekst begrijpen
3. nieuwe inhoud
4. versiering

23) Tegenstellingen foto en tekst

1. 1, 3
2. 2,4
3. 1,5
4. 2,3

24) Tekstdoel advertentie

1. kopen woonaccessoires
2. huis opnieuw inrichten
3. geld naar Rode Kruis overmaken
4. waterpompen etc. doneren aan RK

25) Nut cirkelopmaak

1. 1,3
2. 2,4
3. 3,4
4. 2,3

26) Inleiding tekst

1. aanleiding
2. beschrijving
3. conclusie
4. mening

27) Onderwerp alinea 1 en 2

1. belemmeringen
2. innovaties
3. Spar University
4. succes

28) Zinsverband

1. opsomming
2. tegenstelling
3. toelichting
4. voorwaarde

29) Signaalwoord voorwaarde

1. Als
2. dan
3. steeds
4. ongetwijfeld

30) Betaalmethoden

1. pinpas
2. mobiel
3. codescanner
4. kassa

31) In eigen woorden (max. 20 woorden)

32) Tekstverband

1. kanttekening
2. tegenstelling
3. uitleg
4. vraag

33) Kassaloze ...., omdat

34) De nadruk op

1. factoren
2. taken
3. gevolgen
4. aanpassingen

35) Tekstafsluiting

1. nieuwe vraag
2. samenvatting
3. kritische blik
4. nader te kijken

36) Tekstdoel

1. aansporen
2. informeren
3. overtuigen
4. uitleg geven