What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Deutschquiz 2425
1 / 49
next
Slide 1:
Video
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
49 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
25 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Slide
Deutschquiz
Was weißt du über Deutschland?
Slide 3 - Slide
Erfinde einen Deutschen
Wie heißt dein Deutscher?
Du spielst mit seinem Namen.
Slide 4 - Slide
Een paar feitjes..
Duitsers behoren tot de grootste bierdrinkers ter wereld...
Een Duitser vond de gummybeertjes uit...
Duitsers eten brood als ontbijt, lunch, tussendoortje en soms als avondmaal...
Op 65% van de snelwegen in Duitsland geldt geen snelheidslimiet...
De smalste straat ter wereld ligt in Duitsland en is op haar smalst 31 cm breed...
Slide 5 - Slide
10
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Hockey is de populairste sport in Duitsland.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 8 - Quiz
Duitsland heeft het grootste bevolkingsaantal in Europa.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 9 - Quiz
De Zoologischer Garten in Berlijn is de oudste dierentuin in Duitsland én de grootste ter wereld.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 10 - Quiz
Er zijn meer dan 1500 soorten worst in Duitsland...
A
Richtig
B
Falsch
Slide 11 - Quiz
Richtig oder falsch?
De maanden worden in het Duits met een Hoofdletter geschreven.
A
richtig
B
falsch
Slide 12 - Quiz
Hoeveel liter bier drinkt een Duitser gemiddeld per jaar (volgens onderzoek in 2014)? Vul alleen het getal in.
Slide 13 - Open question
In welke stad staat de "Brandenburger Tor"?
Slide 14 - Open question
00:11
Wo seid ihr?
A
Wie ben jij?
B
Waar ben jij?
C
Wie zijn jullie?
D
Waar zijn jullie?
Slide 15 - Quiz
00:29
vork=
A
Fork
B
Vork
C
Gabel
D
Geschirr
Slide 16 - Quiz
00:38
thee =
A
Thee
B
Tee
Slide 17 - Quiz
01:00
Wie nennen Deutscher den "ß"
A
Ringel-S
B
eszet
C
es
D
b
Slide 18 - Quiz
01:16
paardrijden=
A
reiten
B
fahren
C
Pferdreiten
D
pferdreiten
Slide 19 - Quiz
01:24
tekkel =
A
Tekkel
B
Dakkel
C
Dackel
D
kleiner Hund
Slide 20 - Quiz
01:43
Hoe spreek je de "c" uit?
A
see
B
zee
C
zeh
D
tseh
Slide 21 - Quiz
02:09
mobieltje =
A
Handy
B
Telefon
C
Anrufer
D
Mobil
Slide 22 - Quiz
02:29
Hoe spreken ze de "v" uit?
A
veeh
B
vouw
Slide 23 - Quiz
03:11
komkommer=
A
Gohmgohmer
B
Kommkohmer
C
Gurke
D
Kömkömmer
Slide 24 - Quiz
Wann beginnt das Oktoberfest?
A
September
B
Oktober
C
November
D
Juni
Slide 25 - Quiz
Wo kann man dieses Stadion finden?
A
Berlin
B
München
C
Köln
Slide 26 - Quiz
Was sind die Farben der deutschen Flagge?
Von oben nach unten
A
schwarz - rot - gelb
B
rot-schwarz-gelb
C
gelb-zwart - rot
Slide 27 - Quiz
Kerst =
A
Kerst
B
Weihnachtszeit
C
Ostern
D
Weihnachten
Slide 28 - Quiz
Wie spät ist es?
A
Es ist Viertel vor fünf.
B
Es ist Viertel vor vier.
C
Es ist fast vier Uhr.
D
Es ist Viertel nach vier.
Slide 29 - Quiz
Wieviel Einwohner hat Deutschland?
A
1,8 Millionen
B
8,1 Millionen
C
18 Millionen
D
81 Millonen
Slide 30 - Quiz
Wieviel Kilometer ist es ungefähr von Amersfoort nach Essen?
A
205 Kilometer
B
175 Kilometer
C
98 Kilometer
D
275 Kilometer
Slide 31 - Quiz
Hoe gaat het met jou? =
A
Who geht es dir?
B
Wie geht es dir?
C
wie geht es mit dir?
D
Who geht es mit dir?
Slide 32 - Quiz
hoe
waarom
waar
wanneer
wat
waarheen
wie
woher
warum
wo
wann
wer
wohin
was
wie
waarvandaan
Slide 33 - Drag question
Het Duitse voetbalteam =
A
die Fußballspieler
B
die Mannschaft
Slide 34 - Quiz
Welche Automarken kommen aus Deutschland?
A
Audi, BMW, Porsche
B
Audi, Porsche, Renault
C
Volkswagen, BMW, Fiat
Slide 35 - Quiz
Mehrzahl von Hobby =
A
Hobby's
B
Hobbys
C
Hobbies
D
Hobbien
Slide 36 - Quiz
Was sind Flammkuchen?
A
B
C
Slide 37 - Quiz
Was sind Lebkuchen?
A
B
C
D
Slide 38 - Quiz
Was ist die beste Note in Deutschland?
A
10
B
5
C
1
D
7
Slide 39 - Quiz
5
Slide 40 - Video
00:48
Wie sagt man "dat is leuk"
A
das ist Spaß
B
das macht Spaß
C
ich hab' Spaß
D
mir macht es Spaß
Slide 41 - Quiz
01:47
Wie sagt man:
"met mij gaat het goed"
A
mit mir geht es gut
B
ich bin gut
C
mir geht's gut
D
mir geht es gut
Slide 42 - Quiz
02:11
de zee =
A
der See
B
das See
C
das Meer
D
der Meer
Slide 43 - Quiz
02:17
het meer=
A
der See
B
das See
C
das Meer
D
der Meer
Slide 44 - Quiz
02:39
jetzt geht's los =
A
Jet gaat los
B
nu gaat het los
C
trek een lot
D
nu gaat het beginnen
Slide 45 - Quiz
balpen=
A
Pen
B
Stift
C
Füller
D
Kugelschreiber
Slide 46 - Quiz
Wie spät ist es?
A
Es ist Viertel nach neun.
B
Es ist Viertel vor neun.
C
Es ist fast zehn Uhr.
D
Es ist Viertel nach acht.
Slide 47 - Quiz
die letzte Deutschstunde
Viel Erfolg in de PWW!
Slide 48 - Slide
Slide 49 - Video
More lessons like this
Deutschquiz 2425
3 days ago
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Deutschquiz
June 2023
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1. Stunde: Intro Deutschlandquiz, Buch kennenlernen
October 2024
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
1. Stunde: Intro Deutschlandquiz, Buch kennenlernen
October 2024
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
1. Stunde: Intro Deutschland, Buch kennenlernen
August 2024
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Deutschland Quiz voor de vakantie
October 2024
- Lesson with
20 slides
by
Quiz!
Duits
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-4
Quiz!
2e klas. Jaarafsluiting. Deutschland-Quiz Realschule.
11 days ago
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2-4
Weihnachtsquiz
December 2020
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3