5.2 handel in de oost en de west

5.2 handel in de Oost en West
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.2 handel in de Oost en West

Slide 1 - Slide

Je kunt twee kenmerken noemen van de VOC en WIC en beschrijven hoe zij handeldreven.

Slide 2 - Slide

Grote handelsbedrijven
  • Rond 1600 vraag naar specerijen groot
  • Hierdoor prijzen hoog
  • Eerst alleen portugal --> veel winst

  • Hollandse & Zeeuwse kooplieden wilden dit ook. 

Slide 3 - Slide

Grote handelsbedrijven
  • Samen bedrijven opdrichten voor handel Azië
  • Voordelen:
  • Hoge kosten delen v/d reis
  • Als reis mis ging (kapers of storm) --> niet te veel verloren

  • Winst werd gedeeld

Slide 4 - Slide

Grote handelsbedrijven
  • Veel bedrijven naar Azië --> prijzen stijgen.
  • Daarom: 1602 oprichten 1 groot bedrijf (compagnie): 
  • VOC --> Verenigde Oost-Indische compagnie
  • Monopolie (alleen recht) op handel met Azië (oost-indië)
  • --> geen concurrentie --> prijzen laag

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Grote handelsbedrijven
  • 1621 WIC opgericht --> West Indische Compagnie
  • Monopolie op West-Indië --> Amerika (Tabak + suiker)

  • VOC + WIC 2 belangrijke kenmerken:
  • Iedereen kan geld investeren --> deel winst krijgen
  • Speciale rechten: monopolie, oorlog voeren, forten bouwen, verdragen sluiten 

Slide 7 - Slide

Wereldeconomie

Een economie waarin landen van over de hele wereld producten aan elkaar verkopen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Je kunt uitleggen waarom Europeanen op grote schaal in slaven handelden.

Slide 10 - Slide

Handelen in mensen
  • 17e eeuw --> Europa had delen Amerika in bezit
  • Daar plantages --> winst maken
  • Plantages eerst bewerkt door 'Indianen' --> Veel stierven door ziektes + zware werk
  • Slaven uit Afrika halen om het werk te doen
  • Tussen 1500 - 1800 --> 12 miljoen slaven

Slide 11 - Slide

Handelen in mensen
  • Slavenhandel onderdeel driehoekshandel
  • WIC deed aan driehoekshandel
  • Veel winst mee gemaakt

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Handel in mensen
  • Toen geen moeite met slavenhandel:
  • Afrikanen minderwaardig menssoort -->
  • Liepen achter met techniek
  • Niet christelijk
  • Minderwaardige cultuur

Slide 14 - Slide

Je kunt beschrijven wat er gebeurde met mensen die tot slaaf waren gemaakt.

Slide 15 - Slide

Het leven van de slaven
  • Hoe slaaf? Door schuld of oorlog, later ook rooftochten
  • Eigendom slavenhandelaar --> geen rechten meer
  • Naar Amerika --> vastgeketend, slechte hygiëne en voedsel, kleine ruimte 
  • Werk op plantages: niet betaald, mishandeld als je je werk niet goed deed

Slide 16 - Slide

Het leven van de slaven
  • Verzetten -->
  • Oogst vernielen
  • Langzaam werken
  • Eigen naam, taal en geloof behouden
  • Slaven opstanden (vaak met geweld onderdrukt)
  • Weglopen 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat doen? (5.1/5.2/5.3)
Leerling A: Meedoen met rest uitleg/ opdrachten maken/check met test jezelf/leerdoelen checken/ leerdoelen uitwerken + inleveren

Leerling B: Tekst lezen/opdrachten maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ leerdoelen uitwerken en inleveren

Leerling C: Tekst lezen/samenvatting maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ samenvatting en leerdoelen uitwerken en inleveren

Leerling D: Filmpjes kijken/vergelijken met leerstof/ samenvatting van filmpjes en leerstof/ check met test jezelf/ leerdoelen uitwerken en verslag inleveren
             





Slide 20 - Slide