gram hh woordsoorten (1-2-3rvl)

grammatica blok 4
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

grammatica blok 4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les: 
- heb je pv, wwg, ond, lv, mv, bwb en bijstelling nog eens herhaald en geoefend. 
Hier krijg je binnenkort een toets over die meetelt. 

Slide 2 - Slide

Weet je het nog? 


pv: maak zin vragend, of zet hem in een andere tijd. Pv verandert. 
wwg: pv + alle werkwoorden uit de zin. 
ond: wie of wat + wwg
lv: wie of wat + wwg + ond
mv: aan wie of voor wie
bwb: alles wat overblijft bv. waar, hoe laat, waarom, enz. 
bijstelling: de tekst die tussen komma's staat.

Slide 3 - Slide

De winkelier heeft gisteren veel verkocht.
pv =

Slide 4 - Open question

Zou jij even het geluid zachter willen zetten?
wwg =

Slide 5 - Open question

De winkelier heeft gisteren veel spullen verkocht.

wat is het onderwerp?
A
veel spullen
B
veel verkocht
C
de winkelier
D
gisteren

Slide 6 - Quiz

De winkelier heeft gisteren veel verkocht.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 7 - Open question

De verjaardag van Piet, mijn buurman, was erg gezellig.
Wat is de bijstelling?

Slide 8 - Open question

De winkelier heeft gisteren veel verkocht.

wat is de bijwoordelijke bepaling?
A
gisteren
B
veel
C
de winkelier
D
veel verkocht

Slide 9 - Quiz

De docent gaat huiswerk voor de leerlingen opgeven.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 10 - Open question

De docent gaat huiswerk voor de leerlingen opgeven.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 11 - Open question

De trein, die flink vertraging had, kwam binnen op spoor 1.

die flinke vertraging had =
A
werkwoordelijk gezegde
B
lijdend voorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
bijstelling

Slide 12 - Quiz

De burgemeester overhandigde het document aan de voorzitter.

het document
A
werkwoordelijk gezegde
B
lijdend voorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
bijstelling

Slide 13 - Quiz

De burgemeester overhandigde het document aan de voorzitter.

aan de voorzitter
A
werkwoordelijk gezegde
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijstelling

Slide 14 - Quiz

De carnavalsvakantie, die voorbij vloog, was erg gezellig.

die voorbij vloog =
A
werkwoordelijk gezegde
B
lijdend voorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
bijstelling

Slide 15 - Quiz

Huiswerk

Maak opdracht 1, 2 en 3 
blz 167 - 168
let op: 1.4 hoef je niet te doen
               2.1 hoef je f (bijvoeglijke bepaling) niet te                 doen. Je mag in tweetallen om elkaar te helpen. 

Slide 16 - Slide