§6.4 De rekenmachine

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

De rekenmachine (§6)

§2.1

Wat gaan we deze les doen?

• Doel van de les
• Voorkennis
• Instructie
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

Lesdoel

Aan het einde van deze les...

... weet je hoe je lange somen moet uitrekenen op de rekenmachine.

Voorkennis activeren

Voorkennis activeren

- Verschil tussen twee getallen

- Optelsommen met negatieve getallen

- Aftreksommen met negatieve getallen

- Tegengestelde getallen

- Keersommen met negatieve getallen

- Deelsommen met negatieve getallen

- Som, Verschil, Product & Quotiënt

- Volgorde van bewerkingen

 Wat weten we al?

Wat is het verschil tussen 4 en -4,3?

Bereken:
-7 + 3 = ...

Bereken:
-1 + -8 = ...

Bereken:
-5 - 2 =

Bereken:
12 - -3 =

Bereken:
-2 x 3 = ...

Bereken:
-4 x -5 = ...

Bereken:
-10 : 2 =

Bereken:
-25 : -5 =

Wat is de som van 8 en 4?
(Alleen het antwoord invullen)

Wat is het verschil van 7 en 24?
(Alleen het antwoord invullen)

Wat is het product van 2 en 7?
(Alleen het antwoord invullen)

Wat is het quotiënt van 20 en 4?
(Alleen het antwoord invullen)

Wat is het verschil van 3 en 18?
(Alleen het antwoord invullen)

Wat is de som van 17 en 15?
(Alleen het antwoord invullen)

Wat is het quotiënt van 18 en 6?
(Alleen het antwoord invullen)

Wat is het product van 3 en 4?
(Alleen het antwoord invullen)

Geef het antwoord op de volgende som en bereken in je schrift:
3 + 3 × 4 + 3 = ...

Geef het antwoord op de volgende som en bereken in je schrift:
25 ÷ ( 8 - 3 ) = ...

Geef het antwoord op de volgende som en bereken in je schrift:
14 + ( 5 - 3 ) × 3 = ...

Rekenmachine

Bereken de volgende som op je rekenmachine:

-3 × 5 + 6 ÷ -2 = ...

Bereken de volgende som op je rekenmachine:

100 ÷ 5 + 3 × 2 - 4 × 9 =

Bereken de volgende som op je rekenmachine:

-222 × 12 + -8 ÷ 4 =

Aan de slag

Maak de volgende opdrachten van §6.6:

Lesdoel

check

Aan het einde van deze les...

... weet je hoe je lange somen moet uitrekenen op de rekenmachine.

Lesdoelen:

Ik weet hoe ik lange sommen kan uitrekenen met de rekenmachine.

Huiswerk voor morgen: §6.4

Opdrachten 3 t/m 12 van §2.1