Procenten

Lesdoel:

1. Ik weet waarom we met procenten rekenen. 

2. Ik weet wat een procent is. 

3. Ik kan drie vormen van procentberekeningen uitrekenen. 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel:

1. Ik weet waarom we met procenten rekenen. 

2. Ik weet wat een procent is. 

3. Ik kan drie vormen van procentberekeningen uitrekenen. 

Slide 1 - Slide

Wat is procent?
- 1% = 1/100 = 0,01
- Je kunt er makkelijk mee vergelijken
- Je kunt verhoudingen berekenen.

Slide 2 - Slide

3 soorten %-sommen
  1. 6% van 720.....
  2.  Hoeveel % is 391 van 894?
  3.  Van €85,-- naar €69,-- hoeveel % is de korting?

Slide 3 - Slide

1. 6% van €720

Stap 1: wat is 100%?
Stap 2: bereken 1%
Stap 3: bereken het aantal %.



Stap 1:  €720
Stap 2: €720 : 100 = €7,20
Stap 3: €7,2 x 6 = €43,20
Schrijf de som op je kladblaadje

Slide 4 - Slide

bereken 7,5% van €8.717,--
SCHRIJF JE BEREKENING OP

Slide 5 - Open question

Etienne en Elsa gebruiken 21% van hun inkomen voor de huur van hun huis. Hun gezamenlijke inkomen is €2950,--. Hoeveel € is hun huur?
Schrijf de berekening op.

Slide 6 - Open question

2. Hoeveel % is 391 van 894?
Voor deze som gebruik je de formule:

Deel : geheel x 100

391 : 894 x 100 = 43,7%

Schrijf de som op je kladblaadje

Slide 7 - Slide

5 leerlingen van de 28 leerlingen hebben een onvoldoende.
Bereken hoeveel % van de leerlingen een onvoldoende heeft. Schrijf je berekening op. Rond af op 1 decimaal

Slide 8 - Open question

Elsbeth krijgt €55,-- zakgeld per maand. Haar telefoonabonnement is €11,50. Hoeveel % van haar zakgeld besteed ze aan haar telefoonabonnement?
Rond af op 1 decimaal en schrijf je berekening op.

Slide 9 - Open question

3. Van €85,-- naar €69,-- hoeveel % is de korting?
1. bereken eerst het verschil.  €85 - €69 = €16
2. deel : geheel x 100                  €16 : €85 x 100 = 18,8%
of in één berekening:
(nieuw - oud) : oud x 100
 (€69 - €85) : €85 x 100 = -18,8%
Schrijf de som op je kladblaadje

Slide 10 - Slide

In 2018 bezochten 1.200.000 mensen dierentuin Blijdorp. In 2019 waren dit er 1.300.000. Hoeveel % meer bezoekers waren er in Blijdorp?
Schrijf je berekening op. Rond af op 1 decimaal.

Slide 11 - Open question

De exportwaarde van Nederland was in 2020 €512,9 miljard. In 2019 was dat nog €537,1 miljard.
Met hoeveel % is de exportwaarde afgenomen?
Schrijf je berekening op.

Slide 12 - Open question

Welke formule heb ik nodig?
25% korting op €95,--
A
: 100 x aantal %
B
deel : geheel x 100
C
(nieuw-oud) : oud x 100

Slide 13 - Quiz

Welke formule heb ik nodig?
Van €999 voor €799
Bereken het percentage korting.
A
: 100 x aantal %
B
deel : geheel x 100
C
(nieuw-oud) : oud x 100

Slide 14 - Quiz

Welke formule heb ik nodig?
Het nationaal inkomen is in 2020 €921 miljard. In 2019 was het nationaal inkomen €909 miljard.
Met hoeveel % is het nationaal inkomen gedaald?

A
: 100 x aantal %
B
deel : geheel x 100
C
(nieuw-oud) : oud x 100

Slide 15 - Quiz

Welke formule heb ik nodig?
Van de 921 leerlingen op de Dalton zitten er 117 in klas 4 van de MAVO.
Hoeveel % van de leerlingen zit in MAVO 4?

A
: 100 x aantal %
B
deel : geheel x 100
C
(nieuw-oud) : oud x 100

Slide 16 - Quiz

Jongeren met startkwalificatie verdienen gemiddeld € 32.500 per jaar, terwijl jongeren zonder startkwalificatie gemiddeld € 24.050 verdienen.
Bereken hoeveel procent jongeren zonder startkwalificatie gemiddeld per jaar minder verdienen dan jongeren met startkwalificatie. Schrijf je berekening op. (welke formule heb je nodig?)

Slide 17 - Open question

Verder oefenen?
Zie TEAMS - ECONOMIE - REKENOPDRACHTEN

Slide 18 - Slide