De verlamde man

doelen
T1 – De leerling verkent levensbeschouwelijke vragen en ervaringen.
→ Leerlingen denken na over thema’s als vriendschap, vergeving, vertrouwen en solidariteit.
Ingrediënt: Identiteit van de leerling
De leerling reflecteert op eigen ervaringen en gevoelens.
De leerling benoemt waarden die voor hem/haar belangrijk zijn.
Ingrediënt: Pluraliteit
De leerling staat open voor andere visies en ervaringen.
Ingrediënt: Christelijke identiteit
De leerling ontdekt de betekenis van bijbelverhalen in het leven van mensen vandaag.
De leerling verbindt het verhaal van Jezus met eigen ervaringen.



1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

doelen
T1 – De leerling verkent levensbeschouwelijke vragen en ervaringen.
→ Leerlingen denken na over thema’s als vriendschap, vergeving, vertrouwen en solidariteit.
Ingrediënt: Identiteit van de leerling
De leerling reflecteert op eigen ervaringen en gevoelens.
De leerling benoemt waarden die voor hem/haar belangrijk zijn.
Ingrediënt: Pluraliteit
De leerling staat open voor andere visies en ervaringen.
Ingrediënt: Christelijke identiteit
De leerling ontdekt de betekenis van bijbelverhalen in het leven van mensen vandaag.
De leerling verbindt het verhaal van Jezus met eigen ervaringen.



Slide 1 - Slide

De verlamde man

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat heb je gezien?

Slide 4 - Open question

Wat heeft je geraakt?

Slide 5 - Open question

Hoe heeft het je geraakt?

Slide 6 - Open question

Waar zit je nu mee? Wat heeft het bij jou opgeroepen?

Slide 7 - Open question

Marcus 2:1-12
Op een dag was Jezus in een huis aan het praten met heel veel mensen. Het huis zat zó vol, dat niemand er meer bij kon. Zelfs de deur zat helemaal dicht met mensen!

Vier vrienden hadden een probleem: hun vriend kon niet lopen. Hij lag op een mat en was al heel lang verlamd. Maar ze hadden gehoord dat Jezus mensen kon beter maken. Dus ze dachten: "We moeten hem naar Jezus brengen!"
Maar... hoe kom je bij Jezus als het huis helemaal vol zit?
💡 Ze kregen een slim idee! Ze klommen op het dak van het huis, maakten een gat in het dak (ja, echt waar!), en lieten hun vriend met touwen naar beneden zakken — precies voor de voeten van Jezus.
Jezus keek naar de man en naar zijn vrienden. Hij zag dat ze heel veel vertrouwen in Hem hadden. Toen zei Jezus iets bijzonders:










Slide 8 - Slide

"Jouw zonden zijn vergeven."

Sommige mensen in de kamer dachten: "Hé, dat mag alleen God zeggen!" Maar Jezus wist wat ze dachten. Dus Hij zei:

"Wat is makkelijker: zeggen dat iemands zonden vergeven zijn, of zeggen dat hij moet opstaan en lopen?"

En toen zei Jezus tegen de man:

"Sta op, neem je mat en ga naar huis."

En weet je wat? De man stond op, pakte zijn mat, en liep gewoon weg! Iedereen was verbaasd en blij. Ze zeiden: "Zoiets hebben we nog nooit gezien!"


st

Slide 9 - Slide

Waarom konden de vrienden niet naar binnen?
A
Ze hadden geen tijd om te wachten.
B
Hun vriend wilde niet naar binnen.
C
Het huis was vol met mensen.
D
Ze wisten niet waar Jezus was.

Slide 10 - Quiz

Wat deden de vrienden om hun vriend te helpen?
A
Ze maakten een gat in het dak.
B
Ze vroegen Jezus om naar buiten te komen.
C
Ze klopten op de deur.
D
Ze renden weg van het huis.

Slide 11 - Quiz

Wat zei Jezus tegen de verlamde man?
A
Je moet naar huis gaan.
B
Je bent niet ziek genoeg.
C
Je mag niet binnenkomen.
D
Jouw zonden zijn vergeven.

Slide 12 - Quiz

Wat gebeurde er na de woorden van Jezus?
A
De vrienden gingen weg.
B
De man bleef liggen.
C
De man stond op en liep weg.
D
De man begon te huilen.

Slide 13 - Quiz

Hoe reageerden de mensen op het wonder?
A
Ze waren boos op Jezus.
B
Ze geloofden het niet.
C
Ze waren verbaasd en blij.
D
Ze negeerden het helemaal.

Slide 14 - Quiz

“Welke van deze waarden vind jij belangrijk?
Vriendschap – de vier vrienden helpen hun vriend.
Geloof/vertrouwen – ze geloven dat Jezus kan helpen.
Volharding – ze geven niet op, ook al is het druk.
Vergeving – Jezus vergeeft de man.
Zorg voor elkaar – ze zetten zich in voor iemand anders.

Slide 15 - Poll

Wat zou jij doen als iemand hulp nodig heeft, maar het is lastig om te helpen?

Slide 16 - Open question

Wat betekent vergeving voor jou? Is het soms moeilijk om iemand te vergeven?

Slide 17 - Open question

Denk je dat geloof (in iets of iemand) je sterker kan maken? Waarom?

Slide 18 - Open question

Wat neem je mee na deze les? Denk aan de video van de oma, het verhaal en de verhalen uit de klas.

Slide 19 - Open question