EWK Economie Voorbereiden toets H12

Morgen toets
Nu voorbereiden
Log in op je telefoon
Pak je rekenmachine
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Morgen toets
Nu voorbereiden
Log in op je telefoon
Pak je rekenmachine

Slide 1 - Slide

Bij noodzakelijke goederen en diensten gaat het om
A
basisbehoeften
B
middelen
C
overige behoeften
D
prioriteiten

Slide 2 - Quiz

Om in je behoefte te voorzien, heb je..... nodig
A
basisbehoeften
B
middelen
C
overige behoeften
D
prioriteiten

Slide 3 - Quiz

Als je kiest welke behoeften belangrijk zijn, en welke minder, dan stel je.......
A
basisbehoeften
B
middelen
C
overige behoeften
D
prioriteiten

Slide 4 - Quiz

Je kunt collectieve voorzieningen gebruiken om je behoeften te vervullen.
Leg dit uit met behulp van een voorbeeld.

Slide 5 - Open question

Een vlogger is..
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding

Slide 6 - Quiz

Machine één kost € 100,--; machine twee kost €130,--. Bereken hoeveel % machine 2 duurder is dan machine 1

Slide 7 - Open question

Consumenten kopen steeds meer goederen en diensten online.
Noem, behalve een vakantie, nog een voorbeeld van een dienst die je online kunt kopen.

A
Film
B
Telefoon
C
Auto
D
taxi

Slide 8 - Quiz

Van de vier antwoorden is één antwoord fout; welk?
A
Spaarmiddel
B
rekenmiddel
C
betaalmiddel
D
ruilmiddel

Slide 9 - Quiz

Mieke heeft € 10.000 als spaargeld, tegen 1,5% rente per jaar. Hoeveel geld staat er na 1 jaar op haar rekening?

Slide 10 - Open question

Het termijnbedrag is 850 euro. Je moet dat 24 maanden lang terugbetalen. Hoeveel betaal je terug?

Slide 11 - Open question

Je hebt € 10.200,-- betaald als som van de termijn. Het bedrag dat je geleend had was € 9.800,--. Hoeveel zijn de kredietkosten?

Slide 12 - Open question

Kinderbijslag en een bijstandsuitkering zijn inkomsten zonder tegenprestatie. Hoe heet dat?
A
Inkomsten uit arbeid
B
Inkomsten uit bezit
C
Inkomsten uit overdracht
D
Inkomsten uit pacht

Slide 13 - Quiz

Wat is een begroting?
A
overzicht van je inkomsten in een bepaalde periode
B
overzicht van je uitgaven in een bepaalde periode
C
overzicht van je inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode

Slide 14 - Quiz

Zoë wil een scooter kopen voor € 2400,-- Die wil ze over 2 jaar kopen. Hoeveel moet ze per maand sparen
A
100
B
200
C
300
D
400

Slide 15 - Quiz

Een blikje tonijn kost in de winkel € 1,60 voor 160 gram. Wat kost de tonijn per 100 gram
A
€ 2,56
B
€ 3,75
C
€ 0,01
D
€ 1,00

Slide 16 - Quiz

Vragen over de toets

Slide 17 - Slide

Hoe ga je leren?

Slide 18 - Slide