Present Perfect 2F

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
enMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 1 - Slide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 2 - Slide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 3 - Slide

I ............(never to steal) something

Slide 4 - Open question

He ..............(never to be)
a superhero

Slide 5 - Open question

Je hebt uitleg gehad en geoefend
met de PRESENT PERFECT.
Vertel nogmaals hoe deze tijd eruit ziet.

Slide 6 - Open question

Present Perfect

Wat is de present perfect?
A
toekomstige tijd
B
verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 7 - Quiz

Present Perfect:

Welke zin gebruikt de Present Perfect?
A
I live in Steenwijk
B
I have lived in Steenwijk
C
I lived in Steenwijk
D
I am living in Steenwijk

Slide 8 - Quiz

Present Perfect:

Wat is de regel van de present perfect?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 9 - Quiz

PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht a few years ago.
C
I lived in Utrecht in 2010.
D
I am living in Utrecht right now.

Slide 10 - Quiz

PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working at the kiosk since summer.
B
She have been working at the kiosk since summer.
C
She has worked at the kiosk since summer.
D
She has been working at the kiosk since summer.

Slide 11 - Quiz

PRESENT PERFECT

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has eaten 3 sandwiches so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 12 - Quiz

Present Perfect:

Wanneer gebruik je de Present Perfect?
A
Iets is in het verleden begonnen en nu nog bezig.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is en het lang duurt.

Slide 13 - Quiz

Present perfect:
Which sentence is in the present perfect?
A
We have not visited Madrid.
B
We hasn't visited Madrid.
C
We have not been visiting Madrid.
D
We visited Madrid.

Slide 14 - Quiz

Present perfect:
Wanneer gebruik je de present perfect?
A
het is in het verleden gebeurd en niet belangrijk wanneer.
B
bij feiten, gewoontes en regelmaat.
C
wanneer het nog moet gaan gebeuren.
D
als het nu gebeurt.

Slide 15 - Quiz

PRESENT PERFECT

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has eaten 3 sandwiches so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 16 - Quiz

Vul de present perfect in:

We ________(learn) the present perfect.

Slide 17 - Open question

Schrijf 3 Engelse zinnen op in de present perfect. Gebruik signaal woorden.
1. Bevestigende present perfect :)
2. Ontkennende present perfect :(
3. Vragende present perfect ?

Slide 18 - Open question

Wat heeft de present perfect dus ALTIJD?

Slide 19 - Open question