Paragraaf 3 Kijk op cijfers

programma
herhaling paragraaf 2
huiswerk paragraaf 2 en rekentrainer paragraaf 2
uitleg en maken paragraaf 3
of maken praktische opdracht
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

programma
herhaling paragraaf 2
huiswerk paragraaf 2 en rekentrainer paragraaf 2
uitleg en maken paragraaf 3
of maken praktische opdracht

Slide 1 - Slide

herhaling paragraaf 2

Slide 2 - Slide

Stappenplan
  1. Omzet berekenen -> Afzet x Verkoopprijs
  2. Inkoopwaarde berekenen
  3. Omzet - Inkoopwaarde= Brutowinst
  4. Brutowinst - Kosten= Nettowinst

Slide 3 - Slide

Een bedrijf verkoopt 20 tv’s voor € 600,- p.er stukDeze worden ingekocht voor € 400,- per stuk. De bedrijfskosten zijn
€ 2000,-. Wat is de brutowinst en nettowinst?

Slide 4 - Open question

Stappenplan
  1. Omzet berekenen -> Afzet x Verkoopprijs
  2. Inkoopwaarde berekenen
  3. Omzet - Inkoopwaarde= Brutowinst
  4. Brutowinst - Kosten= Nettowinst

Slide 5 - Slide

huiswerk paragraaf 2

Slide 6 - Slide

paragraaf 3 kijk op cijfers
leerdoelen
hoe kun je cijfers vergelijken 
welke formules horen hierbij

Slide 7 - Slide

Doelen van deze les
Ik kan mbv een verhoudingstabel een percentage berekenen.


Slide 8 - Slide

Procenten en verhoudingstabel 
Voorbeeld opgave:

In een park hangen 240 nestkastjes.
In 74,6% van deze kastjes broeden vogels.
Hoeveel nestkastjes zijn dat?

Slide 9 - Slide

Procenten en verhoudingstabel (blz. 52)
In een park hangen 240 nestkastjes. In 74,6% van deze kastjes broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

 









aantal
240









aantal







Je begint altijd met 
een verhoudingstabel.

Slide 10 - Slide

Procenten en verhoudingstabel 
In een park hangen 240 nestkastjes. In 74,6% van deze kastjes broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

 









aantal
240









aantal







240 nestkastjes 
is 100%. 

Slide 11 - Slide

Procenten en verhoudingstabel 
In een park hangen 240 nestkastjes. In 74,6% van deze kastjes broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

 









aantal
240









aantal







In 74,6% van de nestkastjes broeden vogels.

Slide 12 - Slide

Procenten en verhoudingstabel 
In een park hangen 240 nestkastjes. In 74,6% van deze kastjes broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

 









aantal
240









aantal







Boven in de tabel weet je 
2 getallen. Zet daar 1 tussen, want je rekent terug naar 1%.

Slide 13 - Slide

Procenten en verhoudingstabel 
In een park hangen 240 nestkastjes. In 74,6% van deze kastjes broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

 









aantal
240









aantal







Zet bogen en berekeningen boven de tabel. 
Dus : 100 en x 74,6.

Slide 14 - Slide

Procenten en verhoudingstabel 
In een park hangen 240 nestkastjes. In 74,6% van deze kastjes broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

 









aantal
240









aantal







Zet dezelfde bogen bij de onderkant van de tabel. Nu kun je de onderkant van de tabel berekenen.

Slide 15 - Slide

Procenten en verhoudingstabel 
In een park hangen 240 nestkastjes. In 74,6% van deze kastjes broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

 









aantal
240









aantal







Je hebt alleen maar hele nestkastjes. Rond je antwoord dus af op helen.

Slide 16 - Slide

aan het werk!
huiswerk paragraaf 3 en rekentrainer paragraaf 3
werken aan de praktische opdracht

Slide 17 - Slide