PV HP lesweek 6 (periode 6)

Oefenen voor de kennistoets!
Ga naar lessonup.app
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenen voor de kennistoets!
Ga naar lessonup.app

Slide 1 - Slide

Wat mag je WEL doen bij je beroepsgeheim?
A
Dossiers laten slingeren op de afdeling
B
In openbare ruimtes over cliënten praten met collega's
C
Informatie over de cliënt delen met het netwerk van de cliënt
D
Met andere cliënten praten over problemen van een cliënt

Slide 2 - Quiz

Welke groep heeft de grootste kans om slachtoffer te worden van huiselijk geweld?
A
Kinderen
B
Mannen
C
Vrouwen
D
Ouderen

Slide 3 - Quiz

Noem 1 mogelijk signaal van huiselijk geweld:

Slide 4 - Open question

Waar staat de afkorting AVG voor?

Slide 5 - Open question

Wat is het verschil tussen de beroepscode en het beroepsgeheim?

Slide 6 - Open question

Wat mag / doe je met informatie over cliënten die je hoort op je stage?

Slide 7 - Open question

Het oudste hulpmiddel
Samen met je client op de fiets
Een handig vervoermiddel wanneer de client een lichamelijke of verstandelijke beperking heeft.
Verschillende soorten en worden aangepast voor de client.
Voor clienten die minder goed te been zijn of problemen met het evenwicht hebben.

Slide 8 - Drag question

Waarom moet je de rollator regelmatig schoonmaken?

Slide 9 - Open question

Wat kunnen voor jou de gevolgen zijn van niet-ergonomisch werken?

Slide 10 - Open question

Wat is er noodzakelijk bij een darmafsluiting?
A
Veel vezels eten
B
Medisch ingrijpen
C
Veel drinken

Slide 11 - Quiz

Wat is een complicatie van obstipatie?
A
Diarree
B
Aambeien
C
Soepele stoelgang
D
Veel honger

Slide 12 - Quiz

Wat is een ander woord voor obstipatie?
A
Decubitus
B
Smetten
C
Verstopping

Slide 13 - Quiz

Waardoor kan je mobiliteit aangetast worden?

Slide 14 - Open question

Hoeveel ml vocht zit er gemiddeld in een stuk fruit?

Slide 15 - Open question

Je ziet dat het sputum de kleur groen heeft, wat kan dit betekenen?
A
Cliënt heeft iets groens gegeten
B
Dit is normaal
C
De cliënt heeft (ws) een ontsteking
D
De cliënt heeft te weinig gedronken

Slide 16 - Quiz

Welk gevaar loopt de cliënt als braaksel in de longen komt?
A
De longen lopen over
B
Kans op longontsteking
C
Er is geen gevaar
D
De cliënt heeft kans op een hernia

Slide 17 - Quiz

Wat is het nette woord voor overgeven?

Slide 18 - Open question

Hoeveel ml vocht zit er in een gemiddeld glas?

Slide 19 - Open question

Welke twee categorieën tilliften zijn er?

Slide 20 - Open question

Wat betekent "de frequentie van de stoelgang"?
A
Hoe vaak de cliënt ontlasting heeft
B
Hoe dik/hard de ontlasting van de cliënt is
C
Hoe dun de ontlasting van de cliënt is

Slide 21 - Quiz

Bij wie kan incontinentie voorkomen?
A
Kinderen
B
Volwassenen
C
Ouderen
D
Iedereen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Drag question

Waar moet je altijd goed aan denken wanneer je iemand helpt bij de toiletgang
A
Een gezellig praatje
B
Privacy
C
Dat je de deur op slot draait

Slide 24 - Quiz

Maak proeftoets 
Zelfstandig ga je de proeftoets maken van de klas
Nabespreken: les 7


Slide 25 - Slide