T1D - T3 - herhaling 1




Welcome back!


Today: Recap theme 3
'Body Talk'
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




Welcome back!


Today: Recap theme 3
'Body Talk'

Slide 1 - Slide


How are you feeling today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Back to Theme 3
After the break:
Proefwerk theme 3:
Woordjes, grammatica, lezen, luisteren

Slide 3 - Slide

Grammar Theme 3:
Vragen met 'to be'
Meervoud 
Lidwoorden

Slide 4 - Slide

Wat zijn de vormen van 'to be'
(in het Nederlands: ben, is, zijn)

Slide 5 - Open question

Vragen met 'to be'

He is 15 years old.
Is he 15 years old?


They are good at English.

Are they good at English?


I am very tall.

Am I very tall?


Slide 6 - Slide

Maak vragend:
The girls are happy.

Slide 7 - Open question

Maak vragend:
You are very nice.

Slide 8 - Open question

Lidwoorden
De - het - een
in het Engels is:

A
am, is, are
B
a, an, the
C
the, it, an

Slide 9 - Quiz

Lidwoord a/an/the
 een ..........: a / an
de / het ..........: the

een tafel - a table           een ei - an egg
de tafel - the table          het ei - the egg



 

Slide 10 - Slide

Lidwoord a/an
a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet               a teacher           a bycicle
a car                  a door               a room
 

Slide 11 - Slide

Lidwoord 'an'
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer
an apple            an Englishman          an answer
 

Slide 12 - Slide

Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hemt hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je an.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of -h -> dan gebruik je a.


 

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
(je schrijft de medeklinker wel maar hoort hem niet)

an hour  (je hoort our) = een uur
an honor (je hoort onour) = de eer
a university (je hoort juniversity) = de universiteit
a uniform (je hoort juniform) = het uniform
a European (je hoort jeuropean) = de Europeaan

Slide 14 - Slide

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 15 - Quiz

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 16 - Quiz

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 17 - Quiz

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 18 - Quiz

Individual work
You get to work with the following: 
Online exercises about the grammar Theme 3, send your scores to me. 

When your done, do the Newsround worksheet!

See discord chat for the exercises.

Slide 19 - Slide




Good luck with the work, 
see you tomorrow morning!

Slide 20 - Slide