oefenen sterke en zwakke ww

Nederlands
Sterke zwakke ww.
Spelling en grammatica
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Nederlands
Sterke zwakke ww.
Spelling en grammatica

Slide 1 - Slide

Doel
Aan het einde van deze les:



Hebben we geoefend met het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden

Slide 2 - Slide

Tegenwoordige tijd
Woorden: vandaag, nu, straks, morgen, het 3de uur, in de pauze

Ik eet
Hij slaapt
Wij werken

Het gebeurt nu / het gaat nog gebeuren

Slide 3 - Slide

Verleden tijd
Het is al geweest

Ik droomde over de vakantie....
Ik sliep net zo lekker....

Woorden die je vaak ziet: 
gisteren, vorige week, afgelopen maand


Slide 4 - Slide

Werkwoorden in de VT
Met werkwoordspelling in de verleden tijd is iets aan de hand.

We kennen sterke en zwakke werkwoorden.
Hoe dat zit zien we in de video:

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Samenvatten
Zwak werkwoord:
klank blijft gelijk.

leven --> leefden
werken --> werkten
lenen --> leenden

Klinkt hetzelfde!!

Sterk werkwoord:
Klank verandert

Vallen --> vielen
drinken --> dronken
rijden --> reden

Klinkt helemaal anders!!!

Slide 7 - Slide

Samen oefenen
We gaan samen kijken of je de instructie begrepen hebt.
Je krijgt 2 sleepvragen die je gaat maken.

Een zwak werkwoord klinkt altijd hetzelfde in de verleden tijd
Rennen --> renden
Een sterk werkwoord klinkt anders in de verleden tijd
zwemmen --> zwommen

Slide 8 - Slide

Zwak werkwoord

praten

doen

fietsen

drinken

denken

plaatsen

duiken

rennen

Slide 9 - Drag question

Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Lopen
Eten
Gamen
Kijken
Voetballen
Bakken

Slide 10 - Drag question

sterke werkwoorden
zwakke werkwoorden
lopen
slapen
pakken
gapen
schrijven
bakken
schijnen
gamen
fietsen
klimmen
verhuizen

Slide 11 - Drag question

Studiemeter
www.studiemeter.nl 
Log in met je naam en wachtwoord
1. klik op Nederlands 
2. klik op via start taal online
3. klik 1F aan.
4. klik werkwoordspelling aan
5 . maak de oefeningen van verledentijd sterke- en zwakke ww. werkwoorden.

Slide 12 - Slide