WH2 Kleren wassen en strijken

WH2 Kleren wassen en strijken
1 / 44
next
Slide 1: Slide
Wonen en huishoudenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WH2 Kleren wassen en strijken

Slide 1 - Slide

Was doen
sorteren= kleding scheiden op basis van vezelsoort, kleur, maximale temperatuur en de hoeveelheid vuil

Kledingstukken van zijde kun je beter met de hand wassen, omdat zijde kwetsbaar is. Sommige wollen kledingstukken kun je met de hand wassen, maar soms mogen ze ook in de wasmachine. Of iets wel of niet in de wasmachine mag, zie je op het onderhoudsetiket.

Met de kleur kun je rekening houden door 
witte was te scheiden van gekleurde was.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

2.2.2 De acht stappen van het wasproces

  1. was verzamelen; 
  2. was sorteren;
  3. wassen;
  4. drogen;
  5. herstellen;
  6. strijken;
  7. vouwen;
  8. was opruimen.







Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat voor soorten etiketten zijn er?
Er bestaan twee soorten etiketten; 
Het samenstelingsetiket bestaat uit informatie over de vezels, waaruit het textiel is samengesteld. 
Het behandelingsetiket bestaat uit informatie, over hoe je het artikel het best kunt behandelen. 

Slide 6 - Slide

Het samenstellingsetiket 

Slide 7 - Slide

Het behandelingsetiket 

Slide 8 - Slide

Wasmiddelen
wasaanwijzingen
beschrijving hoe het wasmiddel gebruikt moet worden

wasprogramma's
programma’s van een wasmachine waarbij de temperatuur en tijd automatisch zijn ingesteld

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Milieubewust wassen en drogen
Als je bij het wassen rekening wilt houden met het milieu, kun je een ecologisch wasmiddel gebuiken en gebruik niet meer wasmiddel dan noodzakelijk is. Op de verpakking van het wasmiddel kun je lezen hoeveel je nodig hebt.

Als de was niet zo vuil is, hoef je geen voorwasprogramma te draaien. Zo bespaar je water en energie. 

 Als er te weinig wasgoed in de wasmachine zit, verspil je energie.

Slide 11 - Slide

behandelingssymbolen

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
Je kunt benoemen wat de functie van kleding is.
Je kunt de negen stappen van het wasproces uitleggen.
Je kunt uitleggen op welke manieren je de was kunt verzamelen, sorteren, wassen, drogen, herstellen, strijken, vouwen en opbergen.
Je kunt benoemen wat passend schoeisel is.
Je kunt uitleggen hoe je schoenen van verschillend materiaal kunt onderhouden.




Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Schoenen
Schoeisel kan van verschillende materialen gemaakt zijn, bijvoorbeeld leer, kunststof, textiel of rubber. Elk materiaal heeft goede en slechte eigenschappen. Ook heeft elk materiaal een andere verzorging nodig.

Slide 16 - Slide

Schoeisel
Als je schoeisel verzorgt en onderhoudt, blijft het er netjes uitzien. Ook bescherm je het schoeisel zo tegen vuil en schade. Een laagje schoenpoets zorgt ervoor dat het schoeisel waterafstotend is.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wist je dat
 schoenpoetsmiddelen geven de schoenen een waterafstotend laagje
 Smeer de spray niet uit, want dan worden de vezels van het suède geplet
Natte (sport) schoenen stinken!
Droog geen leer bij de verwarming


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Quiz vragen 
Je hebt net een stukje uitleg gekregen en een filmpje bekeken. Hierna is het de bedoeling dat je een aantal quiz vragen beantwoordt ter verduidelijking. 

Slide 21 - Slide

Waar staat textiel voor?
A
Linnengoed
B
Kleren
C
Linnengoed en kleding samen
D
Handdoeken en theedoeken

Slide 22 - Quiz

Hoeveel soorten etiketten zijn er? Benoem ze.

Slide 23 - Open question

Wat geeft dit symbool aan?


A
30 graden wassen
B
30 graden met handen wassen
C
30 minuten wassen
D
30 graden wassen met een speciale wasbehandeling

Slide 24 - Quiz

Welke is het symbool voor handwas?
A
B
C

Slide 25 - Quiz

Welke functie heeft kleding

Slide 26 - Mind map

Inleiding 
De was doen voor je cliënt hoort bij je werkzaamheden als begeleider. Het is belangrijk om dit zorgvuldig te doen. Je wilt niet dat kledingstukken, beddengoed, handdoeken verkleuren of beschadigen. Handdoeken, theedoeken, beddengoed noem je ook wel linnengoed. Textiel staat voor linnengoed en kleding samen. 

Slide 27 - Slide

Stel je hebt een klein wasje dat op 40 graden gewassen kan en een klein wasje dat op 30 graden gewassen kan. Hoe los je dat energie zuinig op als je toch wilt wassen?

Slide 28 - Open question


Wat kan een reden zijn om kleding van gemengde vezels te maken?

Slide 29 - Open question

Wat is een handwas?
Voeg het symbool toe

Slide 30 - Open question

Waarvoor wordt wasverzachter gebruikt? wat zijn de nadelen van wasverzachter?

Slide 31 - Open question

Wat gebeurd er als je te weinig wasmiddel gebruikt?

Slide 32 - Open question

Welke wasprogramma's zijn er? En welke gebruik je waarvoor?

Slide 33 - Open question

Je hebt een fijne was, hoe vol doe je de trommel?

Slide 34 - Open question

Je hebt een wol was, hoe vol doe je de trommel?

Slide 35 - Open question

Hoe weet je of een vlekkenverwijderaar je kleding kan beschadigen?

Slide 36 - Open question

Wat gebeurd er als je teveel wasmiddel gebruikt?

Slide 37 - Open question

Wat is een belangrijke hulpmiddel bij het sorteren van de was?
A
Sorteren
B
Onderscheid maken van de kleuren
C
Etiketten in het wasgoed
D
Geen van de bovenstaande

Slide 38 - Quiz

Waar staat dit etiket voor?

Slide 39 - Slide

Waar staat dit etiket voor?

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Ga aan de slag!

Slide 42 - Slide

Tekst
Werkzaamheden voorbereiden en afstemmen
Ruimtes gebruiksklaar maken
Optreden als aanspreekpunt
Eenvoudig administratieve werkzaamheden uitvoeren
Assisterren bij voorraadbeheer
Bijdragen aan een veilige situatie
Eenvoudige onderhouds- en herstelwerkzaamheden uitvoeren
Werkzaamheden uitvoeren gericht op voeding
Werkzaamheden evalueren
Kamer schoonmaken
Voorbereiding activiteit
Wassen van een cliënt
In de computer rapporteren en eventueel printen
Boodschappen doen met cliënt of online
Uitvoering van een activiteit
Ontkalken van een koffiezetapparaat en het poetsen van schoenen.
Ondersteunen bij eten en drinken
Nabespreken van de activiteit of de werkzaamheden

Slide 43 - Drag question

De juiste dosering van schoonmaakmiddel is?
A
1 dopje per 5 liter
B
30 ML per 5 liter
C
Verschilt per middel kan je aflezen van het etiket
D
De juiste dossering is niet belangrijk

Slide 44 - Quiz