This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 2: Schatkist Aarde
Paragraaf 2.1 Wereld: het gezicht van de aarde verandert
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Leerdoelen
Je weet hoe de aarde veranderde in de afgelopen 4,5 miljard jaar.
Je begrijpt waardoor het leven op aarde grote veranderingen onderging.
Je kunt met behulp van de geologische kalender verschillen tussen perioden aflezen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Toen de aarde ontstond is deze snel afgekoeld?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Als gevolg van vulkanische activiteiten kwam er veel CO2 in de atmosfeer
A
onjuist
B
juist
Slide 6 - Quiz
Van de ene op de andere dag ontstond leven in de oceaan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Zet onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde: Dieren op het land - ontwikkeling ozonlaag - planten op het land EN leg je antwoord uit!
Slide 8 - Open question
Wat is er allemaal nodig om leven op het land mogelijk te maken?
Slide 9 - Open question
Wat is de juiste volgorde?
A
weekdieren, schelpdieren, vissen, landplanten, reptielen en zoogdieren.
B
vissen, weekdieren, schelpdieren, landplanten, reptielen en zoogdieren.
C
vissen, landplanten, reptielen, zoogdieren, weekdieren en schelpdieren.
D
weekdieren, schelpdieren, vissen, reptielen, zoogdieren en landplanten.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Geologische tijdschaal; Samenvatting van de 4,6 miljard jaar durende geschiedenis van de aarde.
Slide 12 - Slide
Geologische tijdschaal
Een geologische tijdschaal is een indeling van de geschiedenis van de aarde in geologische tijdperken.
Een geologische tijdschaal is verdeeld in tijdperken (era). In deze tijdperken is het leven op aarde ontwikkeld.
Elk tijdperk is onderverdeeld in periodes. Periodes kunnen weer zijn opgedeeld in tijdvaken
In een geologische tijdschaal geven getallen de tijd aan in miljoenen jaren geleden.
In de geologische tijdschaal hiernaast zie je hoeveel miljoen jaar geleden een periode begon en eindigde.
Slide 13 - Slide
Stel: je graaft een heel diep gat en je komt Dino fossielen tegen. Is het mogelijk dat als je nog dieper graaft je resten van menselijk leven tegenkomt? Leg uit!
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Aan de slag!
Afmaken van de opdracht "earth viewer" in classroom
Dit is huiswerk voor de volgende les.....
Klaar?
Dan kan je starten met paragraaf 2.1
Maak opdrachten: Alles
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
§2.2 Dagboek van de aarde
Slide 18 - Slide
Zet onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde: Dieren op het land - ontwikkeling ozonlaag - planten op het land EN leg je antwoord uit!
Slide 19 - Open question
Wat is er allemaal nodig om leven op het land mogelijk te maken?
Slide 20 - Open question
Wat is de juiste volgorde?
A
weekdieren, schelpdieren, vissen, landplanten, reptielen en zoogdieren.
B
vissen, weekdieren, schelpdieren, landplanten, reptielen en zoogdieren.
C
vissen, landplanten, reptielen, zoogdieren, weekdieren en schelpdieren.
D
weekdieren, schelpdieren, vissen, reptielen, zoogdieren en landplanten.
Slide 21 - Quiz
Wat was geen gevolg van het opbreken van het supercontinent Pangea?
A
De dino's stierven uit.
B
Opwarming van de aarde.
C
Hogere zeespiegel
D
Veel CO2 uitstoot
Slide 22 - Quiz
Zet de juiste gevolgen van het opbreken van Pangea uit de vorige vraag in de goede volgorde. Maak er een logisch verhaal van.
Slide 23 - Open question
Geologische tijdschaal
Relatieve ouderdom: op basis van elkaar
Absolute ouderdom: op basis van radioactiviteit
Slide 24 - Slide
Stel: je graaft een heel diep gat en je komt Dino fossielen tegen. Is het mogelijk dat als je nog dieper graaft je resten van menselijk leven tegenkomt? Leg uit!
Slide 25 - Open question
Wat is een fossiel?
A
Beiden (B&C)
B
Een versteend overblijfsel van een skelet
C
Een versteende afdruk van een dier of plant
D
Geen van beide (B noch C)
Slide 26 - Quiz
Hoe ontstaat een fossiel?
Elk dier kan fossiliseren, als het maar snel wordt begraven onder sediment, zodat het niet wegrot of uiteen valt.
Slide 27 - Slide
Fossilisatie dino
Slide 28 - Slide
Ontstaan van fossielen
Een dier sterft.
De resten van het dier worden snel bedolven
onder modder of zand
De sedimentlagen bouwen elkaar
De druk neemt toe op de onderste laag
De onderste laag versteend met het fossiel
Slide 29 - Slide
Drie soorten gesteente
1. Sedimentgesteente
2. Stollingsgesteente
3. Metamorfgesteente
Vormen samen de gesteente cyclus
Slide 30 - Slide
Stollingsgesteente
Gesteente ontstaan door afkoeling van magma of lava.
Voorbeelden:
Magma -> Graniet
Lava -> Basalt
Slide 31 - Slide
Sedimentgesteente
Gesteente dat opgebouwd is uit lagen sediment (bijv. )zand en klei die over elkaar heen werden afgezet.
Zandsteen Kalksteen
Slide 32 - Slide
Sedimentgesteente
Slide 33 - Slide
Metamorfgesteente
Gesteente dat door hoge druk en hoge temperatuur veranderde