Les H/M2 Werkwoordspelling







Vergeet niet je naambordje op tafel te zetten!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson







Vergeet niet je naambordje op tafel te zetten!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen
  • Artikel bespreken 
  • Wat weten jullie nog van de vorige keer?
  • Theorie werkwoordspelling
  • Werkwoordspelling oefenen! 
  • Nieuwsquiz (als er nog tijd over is)

Slide 2 - Slide



timer
15:00

Slide 3 - Slide

Artikel bespreken

Slide 4 - Slide

Wat weten jullie nog van de vorige keer?

Slide 5 - Slide

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt meestal op -en
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is goed?
A
De gevalle ster
B
De gevallen ster

Slide 7 - Quiz

Wat is goed?
A
Het gestrande schip
B
Het gestrandde schip
C
Het gestranden schip

Slide 8 - Quiz

Wat is goed?
A
Het gerede dier
B
Het geredde dier
C
Het geredden dier

Slide 9 - Quiz

Welke woorden zijn goed geschreven?
A
Christendom
B
christendom
C
de koran
D
de Koran

Slide 10 - Quiz

Spelling: persoonsvorm tegenwoordige tijd









Als het onderwerp jij of je achter de persoonsvorm staat, schrijf je alleen de ik-vorm
Getal
Persoon
PV T.T. 
Voorbeeld
Enkelvoud
1e
Ik-vorm
Ik vind
2e
Ik-vorm + t
Jij (je)/u vindt
3e
Ik-vorm + t
Hij/zij(ze)/het vindt
Meervoud
1e
Infinitief
Wij (we) vinden
2e
Infinitief
Jullie vinden
3e
Infinitief
Zij (ze) vinden

Slide 11 - Slide

Spelling: 't kofschip bij zwakke werkwoorden
Bij zwakke werkwoorden verandert de klank niet in de verleden tijd. Je schrijft ze in de verleden tijd als ik-vorm + te(n) of ik-vorm + de(n). 

Staat de laatste letter van de stam in 't kofschip? Ik-vorm + te(n) en voltooid deelwoord eindigt op een

Staat de laatste letter van de stam niet in 't kofschip? Ik vorm + de(n) en voltooid deelwoord eindigt op een D




Slide 12 - Slide

Spelling: Engelse werkwoorden
  • Soms schrijf je een extra, onhoorbare e achter de stam om uitspraakproblemen te voorkomen
  • Soms schrijf je twee medeklinkers aan het eind van de ik-vorm. Zo maak je duidelijk dat je het woord op z'n Engels uitspreekt. Bijvoorbeeld: ik passte, ik paintballde 

Slide 13 - Slide

Even oefenen
Maak de eerste 10 zinnen van 'les 30' zelfstandig
Je hoeft het soort werkwoord niet te benoemen! 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link