Auf die Plätze fertig los!

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

AUF DIE PLÄTZE, FERTIG, LOS!
betekenis & thema?

Was macht ihr in eure Freizeit?

Ich mache Sport.

Ich spiele ein Instrument.

Etwas anders.

Welche Sportarten kennt ihr?
Auf Niederländisch

Fußball spielen

Schlittschuh laufen

reiten

joggen

schwimmen

Fahrrad fahren

Voetballen
(blz. 148-149)

Zwemmen
(blz. 148-149)

schaatsen
(blz. 148-149)

aan sport doen
(blz. 148-149)

trainen
(blz. 148-149)

paardrijden
(blz. 148-149)

Ik train meestal elke week.

Ik rijd in het weekend één keer per dag paard.

Welche Sportarten kennt ihr?
Auf Deutsch.

Welche Instrumenten kennt ihr?
Auf Niederländisch

die Gitarre

Die Querflöte

Das Schlagzeug

Klavier spielen

de Gitaar
(blz. 148-149)

de Gitaar
(blz. 148-149)

Piano spelen
(blz. 148-149)

de dwarsfluit
(blz. 148-149)

het drumstel
(blz. 148-149)

Doordeweeks speel ik één keer per dag piano.

Vandaag speelt hij de gitaar.

Sinds afgelopen jaar spelen wij dwarsfluit.

Welche Instrumenten kennt ihr?
Auf Deutsch

Was macht ihr in eure Freizeit?
Auf Niederländisch

Computerspiele spielen

Bücher lesen

faulenzen

Freunde treffen

malen

Musik hören

Serien gucken

ins Kino gehen

boeken lezen
(blz. 148-149)

gamen
(blz. 148-149)

luieren / niksen
(blz. 148-149)

series kijken
(blz. 148-149)

´s Ochtends kijk ik zelden series.
(blz. 148-149)

´s Avonds ben ik buiten. (blz. 148-149)

In de late middag luier ik.

Morgen gaan we naar de bioscoop.

Was macht ihr in eure Freizeit?
Auf Deutsch