This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Immuunsysteem
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Eerste barrière van afweer
Je HUID is heel belangrijk!!
Niet-
specifieke
afweer
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Wat zijn antigenen?
A
Vetachtige stofjes die in de celmembranen zitten.
B
Suikermoleculen die in de celkern zitten.
C
Kleine eiwitten aan de buitenkant van een cel.
D
Kleine eiwitten aan de binnenkant van een cel.
Slide 5 - Quiz
Ziekteverwekkers zijn:
bacteriën
virussen
schimmels
parasieten
Ziekteverwekkers worden "opgegeten" door witte bloedcellen (macrofagen). Ze verteren de ziekteverwekkers en laten stukjes ervan (antigenen) zien aan de rest van het immuunsysteem.
Slide 6 - Slide
Hoe werden de macrofagen in het filmpje genoemd?
A
Lichaamscellen
B
Vreetcellen
C
Killercellen
D
Verdedigingscellen
Slide 7 - Quiz
Vorming van antistoffen
Specifieke
afweer
Slide 8 - Slide
Wat zijn de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof
2 ziekteverwekker
3 antigeen
B
1 antigeen
2 ziekteverwekker
3 antistof
C
1 ziekteverwekker
2 antistof
3 antigeen
D
1 antigeen
2 antistof
3 ziekteverwekker
Slide 9 - Quiz
Wat is de eerste barrière van de niet-specifieke afweer?
A
Een ontsteking
B
Macrofagen
C
Huid/slijmvliezen
D
Witte bloedcellen
Slide 10 - Quiz
Antigeen of antistof? Een griepvirus dat binnendringt in je lichaam is een...
A
antigeen
B
antistof
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Vaccineren
Slide 13 - Slide
Vaccineren is een voorbeeld van
A
Actieve kunstmatige immuniteit
B
Actieve natuurlijke immuniteit
C
Passieve kunstmatige immuniteit
D
Passieve natuurlijke immuniteit
Slide 14 - Quiz
Rijksvaccinatieprogramma
Slide 15 - Slide
Wat is een auto-immuunziekte?
A
een allergische reactie op een lichaamsvreemde stof
B
niet specifieke afweer van de huid en slijmvliezen
C
witte bloedcellen die eigen (weefsel)cellen aanvallen
D
Ziektes in auto's zoals wagenziekte of reisziekte
Slide 16 - Quiz
Na een beet van een hondsdolle hond, vos of vleermuis krijgt iemand een spuitje, zodat het virus van hondsdolheid snel de kop wordt ingedrukt. Het geven van dit spuitje valt onder...
A
Actieve kunstmatige immuniteit
B
Actieve natuurlijke immuniteit
C
Passieve kunstmatige immuniteit
D
Passieve natuurlijke immuniteit
Slide 17 - Quiz
Laatste vraag: Worden bij het tot stand komen van actieve immunisatie tegen een bepaalde ziekteverwekker geheugencellen gevormd? En bij passieve immunisatie?