Les 1 Schaarste geld en handel Hfdst 1

Start lessen economie
- PTA en centraal eindexamen
- Studiewijzer 
- Tussentoetsen en oriëntatietoets
- Huiswerk 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Start lessen economie
- PTA en centraal eindexamen
- Studiewijzer 
- Tussentoetsen en oriëntatietoets
- Huiswerk 

Slide 1 - Slide

Economie

Slide 2 - Mind map

Wat is economie?
eco·no·mie (de; v)
1
zuinigheid 
2
de wetenschap die het menselijk streven naar welvaart tot voorwerp heeft 
3
(meervoud: economieën) het geheel van de financiële voorzieningen, de handel en industrie van een land: nieuwe economie rond 2000 opgekomen term voor bedrijven die actief zijn op het gebied van internet, mobiele telefonie enz.

Slide 3 - Slide

Onderdelen in de economie
- Micro-economie, vraag en aanbod 
- Speltheorie, gevangendilemma 
- Verzekeringen
- Macro-economie, wereldwijd bekeken

Doel: “Het vak economie bereidt leerlingen voor op een adequate deelname aan het maatschappelijk verkeer.” 

Slide 4 - Slide

Vandaag 
- Oriëntatietoets 
- Middelen zorgen voor het maken van keuzes 
- Kosten-baten analyse maken
- Budgetlijn tekenen en opstellen 
- Ruilverhoudingen en comparatieve voordelen (tweede uur)

Slide 5 - Slide

Opdracht
Lees paragraaf 1.1 (blz. 7 t/m 9) zelfstandig door 

Slide 6 - Slide

Elk mens heeft verschillende behoeften, om deze te bevredigen heb je middelen nodig en deze zijn niet onbeperkt beschikbaar, hierdoor onstaat er schaarste. 
Middelen zijn vaak alternatief aanwendbaar, de manier waarop een middel wordt gebruik is de aanwendingsrichting
Opofferingskosten (alternatieve kosten) zijn de gederfde netto baten van het beste, niet gekozen, alternatief.

Slide 7 - Slide

Kosten-baten analyse 
https://www.rwseconomie.nl/documenten/videos/2016/all/1/kosten-baten-analyse-in-infrastructuur-en-ruimte

Slide 8 - Slide

Budgetlijn

Y = (P1 x Q1) + (P2 x Q2)

Budget = (bedrag voor prod.1) + (bedrag voor prod.2)

Waarbij:
Y = het budget
P = prijs van resp. product 1 en 2
Q = hoeveelheid van resp. product 1 en 2

Slide 9 - Slide

 Budget €10,-

Slide 10 - Slide

Reden voor verschuiving?

Slide 11 - Slide

Opdrachten
Maken opdracht 2 t/m 7, 8 t/m 10, 14 en 15 

Slide 12 - Slide

Volgende les 
- Ruilhandel en wederzijds voordeel 

Slide 13 - Slide