This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
La négation
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Négation (ontkenning)
In het Frans bestaat een ontkenning uit meerdere woorden:
ne ... pas = niet / geen
De ontkenning staat om de persoonsvorm. Dit is het eerste werkwoord in de zin. Ne staat ervoor en pas komt erachter.
Elle ne regardepas la télé = Zij kijkt geen tv.
Slide 4 - Slide
Négation (ontkenning)
Als de persoonsvorm begint met een klinker (a, o, e, u, i, ) of een stomme h, verandert ne in n'.
Il n'estpas sympa = Hij is niet aardig.
Slide 5 - Slide
Négation (ontkenning)
Let op bij deze ontkenningen!
Leer ze uit je hoofd.
J'ai > je n'ai pas
J'habite > je n'habite pas
C'est > ce n'est pas
Il y a > Il n'y a pas
Slide 6 - Slide
Ilneregarde pas la télé.
NE / N'
PAS
Persoonsvorm (1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin
Slide 7 - Slide
Nog twee voorbeelden...
Let op als er 2 werkwoorden zijn dan:
Il veut acheter un jean.
Il ne veut pas acheter un jean.
Elle a mangé un hamburger.
Elle n'a pas mangé un hamburger.
Slide 8 - Slide
Staat de ontkenning goed in de zin? Je ne pas suis français.
A
B
Slide 9 - Quiz
Staat de ontkenning goed in de zin? Samuel ne regarde pas la télé.
A
B
Slide 10 - Quiz
Staat de ontkenning goed in de zin? Nous ne avons pas un grand jardin.
A
B
Slide 11 - Quiz
Staat de ontkenning goed in de zin? Il n'y a pas de piscine.
A
B
Slide 12 - Quiz
Maak de zin ontkennend: J'ai un vélo rouge.
Slide 13 - Open question
Maak de zin ontkennend: Je fais mes devoirs.
Slide 14 - Open question
Vertaal: Ma couleur préférée n'est pas jaune.
Slide 15 - Open question
In welke zin staat de ontkenning JUIST?
A
Il pas regarde n'un film.
B
Elle n'aime pas la viande.
C
Nous ne pas regardons un film.
D
Sophie déteste ne pas le français.
Slide 16 - Quiz
In welke zin (of zinnen) staat een ontkenning in het Frans?
A
Mon père a joué au foot.
B
Samuel ne parle pas français.
C
Tu pars en vacances?
D
Elles n'adorent pas les maths.
Slide 17 - Quiz
In welke zin (of zinnen) staat een ontkenning in het Frans?
A
J'ai acheté deux pommes.
B
Est-ce que tu veux un coca?
C
Je ne vais pas à l'école aujourd'hui.
D
Je ne mange jamais des frites.
Slide 18 - Quiz
In welke zin staat de ontkenning JUIST?
A
On aime ne pas le foot.
B
Ne vous pas marchez dans la rue.
C
Je ne veux pas écouter cette chanson.
D
Paul ne pas cherche un livre.
Slide 19 - Quiz
ik heb geen broer
A
ne je pas ai de frère
B
j'ai ne pas de frère
C
je n'ai pas de frère
D
j'ai de ne frère pas
Slide 20 - Quiz
Maak de zin ontkennend (ne ..pas) Maria aime beaucoup le chocolat
Slide 21 - Open question
Maak de zin ontkennend (ne ..pas) Je parle espagnol
Slide 22 - Open question
Maak ontkennend: Je suis au collège.
Slide 23 - Open question
Maak ontkennend: ils préparent le diner
Slide 24 - Open question
Maak ontkennend: tu habites à Paris
Slide 25 - Open question
Uit welke 3 delen bestaat de ontkenning?
Slide 26 - Open question
Maak de zin ontkennend: Je parle beaucoup
Slide 27 - Open question
Maak de zin ontkennend: C'est difficile
Slide 28 - Open question
Waar kan je de ontkenning in het Frans mee vergelijken?
Slide 29 - Open question
Maak de zin ontkennend: Il joue dans le jardin
Slide 30 - Open question
Ik snap hoe ik zinnen ontkennend kan maken in het Frans
😒🙁😐🙂😃
Slide 31 - Poll
Maken
Opdr. 28, 29 en 30 Blz. 68-70
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Nakijken
Opdr. 28, 29 en 30 Blz. 68-70
Je fais mes devoirs!
Slide 34 - Slide
Luistertoets
Cijfer telt 1x
Slide 35 - Slide
Hoe werkt het?
Je krijgt vragen die bij een luisterfragment horen. Eerst hoor je het fragment één keer helemaal. Daarna hoor je het in stukjes (per vraag/paar vragen). Vul de vragen in; sommige antwoorden kun je al raden.