4. 1900-1940

Welkom
❖ Je jas is aan de kapstok of in je kluis
❖ Je gaat zitten volgens de plattegrond
❖ Je telefoon staat op stil en is in de telefoontas
❖ Je iPad blijft in je tas
❖ Je legt je etui en boek op de tafel
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
❖ Je jas is aan de kapstok of in je kluis
❖ Je gaat zitten volgens de plattegrond
❖ Je telefoon staat op stil en is in de telefoontas
❖ Je iPad blijft in je tas
❖ Je legt je etui en boek op de tafel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

“Nee, diep vanbinnen was ik iemand die ik niet wilde zijn. Omdat het anders was, omdat mensen erover zouden praten, omdat ik in andere landen verboden was. Niemand had me gevraagd of ik dit wilde zijn. Niemand had bij me geïnformeerd wat ik ervan zou vinden. Niemand had verteld hoe ik ermee om moest gaan. Opeens was ik het gewoon. En hoe hard, hoe lang, hoe heftig ik het ook bleef ontkennen, ik kon het niet tegenhouden.”

Fragment uit Confettiregen van Splinter Chabot
Opbouw:

Woord vooraf
Deel 1: David
Deel 2: Daniel
Deel 3: Arthur
Epiloog
Dankwoord

Slide 3 - Slide

Het wordt beter
Ik ga het aan mijn ouders vertellen, tijdens kerstavond, dat ik iemand ontmoet heb, en dat dat een jongen is. Ik vind dat ik niet uit de kast hoef te komen, dat ik moet zeggen ‘ik bén homo’, want dat ben ik niet, ik bén Wobie, en Wobie valt misschien op mannen. Dat ga ik ze vertellen. Ik heb mijn broers ook nooit horen zeggen dat ze hetero zijn, ik heb ze wel horen zeggen dat ze een leuk meisje hebben ontmoet.

Slide 4 - Slide

Socialisme
Interbellum1918-1940
Dadaïsme
Neoromantiek
Expressionisme
Modernisme
de Stijl
Forum
Nieuwe zakelijkheid

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Sommige Tachtigers ontwikkelden zich van radicale individualisten tot radicale socialisten.

Frederik van Eeden
Herman Gorter
Henriette Roland-Holst

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

anti-kunst, dadaïsme 
ready mades, ontregelende happenings
reactie op de Eerste Wereldoorlog
Marchel Duchamps

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

neo-romantiek
tijd is minder scherp afgebakend i.v.m. romantiek
meer een historische sfeer en geen gedetailleerde beschrijvingen zoals in de 19e eeuw
Arthur van Schendel
J.J.Slauerhoff
Aart van der Leeuw

Slide 11 - Slide

De Nederlandse literatuur kende weinig avant-gardisten. Hoe kwam dat?

Slide 12 - Open question

Waarin verschilt de neo-romantiek van de romantiek?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Wat valt je op aan de schrijfstijl van Marsman in VLAM:
Schuimende morgen/ en mijn vuren lach/ drinkt uit ontzaggelijke schalen/ van lucht en aarde/ den opalen dag

Slide 15 - Open question

 Ging de kunstenaar tot en met het impressionisme nog uit van de zintuigelijke waarneming van de werkelijkheid, steeds vaker kiezen kunstenaars er nu voor om de werkelijkheid IN hun hoofd uit te drukken, ‘expressie’. 

Beginpunt is dus de eigen
werkelijkheid, en voor de expressie daarvan gebruikt een kunstenaar vaak wel weer 
materiaal uit de waarneembare werkelijkheid. Alleen wordt die nogal vervormd weergegeven 

Slide 16 - Slide

Wat is het verschil tussen impressionisme en expressionisme?

Slide 17 - Open question

Hij schrijft op het kantelpunt tussen de oude samenleving en de nieuwe. Werken tegenover de drang naar vrije tijd. Hij verzet zich tegen de burgermaatschappij.
De uitvreter, Titaantjes en Dichtertje zijn drie korte verhalen over personen die vrij willen zijn in de natuur en zo vrij als God. Telkens worden zij teruggeroepen door hun verplichtingen





Nescio                     
Jan Hendrik Frederik Grönloh    ( Amsterdam, 22 juni 1882 – Hilversum, 25 juli 1961 )             

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Schrijf op modernistische wijze hoe je nu schrijft over het modernisme.

Slide 23 - Open question

De Stijl: Rietveld, Van Doesburg

Slide 24 - Slide

Nieuwe zakelijkheid
* geen psychologisering
* het moderne leven (het stadse leven)
* de journalistieke schrijfstijl
* scenische opzet


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Wat is de 'vent' in de literatuur?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Doen
Maak de vragen op p. 4,  p.6 en p. 10

Slide 33 - Slide