Student Iyed- Samenvatten + hoofd- en bijzaken

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je wat een samenvatting is.

  • kun hoofdzaken en kernzinnen in een tekst vinden.

  • kun je van een gegeven samenvatting beoordelen of het een goede samenvatting is.

  • kun je zelfstandig een tekst samenvatten.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je wat een samenvatting is.

  • kun hoofdzaken en kernzinnen in een tekst vinden.

  • kun je van een gegeven samenvatting beoordelen of het een goede samenvatting is.

  • kun je zelfstandig een tekst samenvatten.

Slide 1 - Slide

Samenvatten
  • Samenvatting = korte weergave van de tekst in eigen woorden.

  • Stap 1: bepaal het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst.
  • Stap 2: achterhaal per alinea wat er wordt gezegd over het onderwerp. Let hierbij op kernzinnen.
  • Stap 3: Maak er een logisch geheel van (verbind de losse zinnen).
  • Stap 4: controleer je samenvatting.

Slide 2 - Slide

Controleren
Controleer je samenvatting. 

  • Staat de belangrijkste boodschap in de samenvatting?
  • Staan alle hoofdzaken in de samenvatting?
  • Heb je geen bijzaken opgenomen?
  • Heb je een logisch geheel van de samenvatting gemaakt?
  • Is de samenvatting volledig

Pas je samenvatting zo nodig aan.

Slide 3 - Slide

Hoofdzaken
  • Wat belangrijk is in een tekst.

  • Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea.

  • Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.

Slide 4 - Slide

Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

  • Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
  • Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
    Denk aan de hamburger... 

Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
  2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)

Slide 5 - Slide

Kernzinnen
  • In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.

  • Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.
    Uitleg, toelichting of voorbeeld.

  • Een kernzin is vaak de eerste, tweede of de laatste zin van de alinea. Soms is het ook een andere zin.

Slide 6 - Slide

Kernzinnen vinden
  1. Bedenk wat is het (deel)onderwerp van de alinea / het tekstgedeelte.

  2. Bedenk wat de schrijver eigenlijk wil vertellen over het (deel)onderwerp.

  3. Lees de eerste, tweede en laatste zin van de alinea.

  4. Bedenk welke zin het beste past bij je antwoorden op vraag 1 en 2.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 9 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 10 - Open question

Bekijk de afbeelding. 
Lees de titel en de eerste alinea.

Slide 11 - Slide

Waarover gaat
de tekst?
A
De meisjesgroep K3 is al jarenlang erg populair.
B
De regenboogjurkjes van K3 zijn erg in trek.
C
Tieners en volwassenen dragen graag fleurige kleding.

Slide 12 - Quiz

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 13 - Slide

Schrijf in één zin op waar alinea twee over gaat.

Slide 14 - Open question

Schrijf in een paar woorden op waar alinea drie over gaat.

Slide 15 - Open question

Schrijf in een paar woorden op waar alinea vier over gaat.

Slide 16 - Open question