optellen aftrekken 1

• Rekenen
• Basisschool

Welk getal komt ervoor
9999

1. 9998
2. 10000
3. 9198
4. 9918

Welk getal komt ervoor
10999

1. 10997
2. 10998
3. 9998
4. 11000

Tel cijferend op. Doe het netjes op kladpapier.
Som 1: 647+258=
Som 2: 439+ 357=

Tel cijferend op en plaats hier een foto. Doe het netjes onder elkaar op kladpapier of ruitjespapier.
Som 1: 163+785=
Som 2: 375+528= Som 3: 756+198=

1097

Hoe spreek ik dit getal uit?

1. duizend zevenennegentig
2. honderdzevenennegen-tig
3. tien zevenennegentig
4. tienduizend

reken uit! Gebruik het DHTE schema

179 + 141

Rond af op een duizendtal.

6519

1. 6000
2. 7000

1430 + 50 + 90 =

1. 1570
2. 1670
3. 2830
4. 1470

62 + 37 + 53 =

1. 150
2. 162
3. 142
4. 152

950 - 48 =

1. 912
2. 922
3. 902
4. 900

Welke keer som is niet goed?

1. 6 x 7 = 42
2. 7 x 9 = 63
3. 7 x 8 = 54
4. 8 x 9 = 72

Leerdoel: Ik kan de waarde van elk cijfer in een getal aan geven

- Getal

- Cijfers

- Waarde

198 + 35 =

1. 133
2. 137
3. 233
4. 237

bereken
34+48=

1. 83
2. 82
3. 84
4. 80

instap som 2

Josje heeft 56,00 gespaard. op zaterdag verdient zij 37,00 hoeveel euro heeft zij in totaal?

bereken
78+76=
58+97=
schrijf de som + antwoord volledig op

bereken
179+328=
414+497=
(schrijf alleen het antwoord op)

instap som 2 

587+83=

8689+738=

instap som 2 

bespreken

587+83=

8689+738=

Hoeveel is 685+367?
Reken uit met een DHTE schema.

1. 1062
2. 1052
3. 1042
4. 1072

Hoeveel is 685+367?
Reken uit met een DHTE schema.

1. 1062
2. 1052
3. 1042
4. 1072

136 + 218 =
Maak een foto (als dat lukt) van hoe je dit hebt uitgerekend.

Waarde van het getal

Bij rekenen tot 1000 krijg je te maken met getallen van drie cijfers.
De plaats van het cijfer geeft de waarde ervan aan.

Bijvoorbeeld
het getal 639
de 6 is 600 waard, dit is een honderdtal (H)
de 3 is 30 waard, dit is een tiental (T)
de 9 is 9 waard, dit is een eenheid (E)

Wat is de waarde van de '7' in dit getal?

973

1. honderdtal (H)
2. tiental (T)
3. eenheid (E)

Wat is de waarde van de '8' in dit getal?

831

1. honderdtal (H)
2. tiental (T)
3. eenheid (E)

Typ het antwoord:

463 + 215 =

Tel de cijfers met dezelfde waarde bij elkaar op. Dus H+H, T+T en E+E.

Typ het antwoord:

724 + 74 =

Tel de cijfers met dezelfde waarde bij elkaar op. Dus H+H, T+T en E+E. Let op! In het tweede getal staat geen honderdtal. Bij het honderdtal tel je dus niks op.

Typ het antwoord:

593 - 250 =

Trek de cijfers met dezelfde waarde van elkaar af. Dus H-H, T-T en E-E.

Typ het antwoord:

938 - 835 =

Trek de cijfers met dezelfde waarde van elkaar af. Dus H-H, T-T en E-E.

Maak deze sommen

4x 150= 
75-18 + 8= 
96: 8=

Maak deze sommen

275 + ...= 500
700-295=

Getallen verdelen in honderdtallen en tientallen
505

1. 5x100+1x5
2. 6x100+1x5
3. 4x100+1x5
4. 4x100+1X6

Waarde van een cijfer in een getal bepalen
wat is de 6 waard in 567?

1. 6
2. 600
3. 60
4. 6000

Rijgend optellen tot 1000 met honderdtallen en tientallen zonder honderdtalpassering
530+260=

1. 500+200+30+60=790
2. 500+200+50+20=770
3. 500+100+50+5=780
4. 700+50+15=760

3 x 8 =

1. 22
2. 23
3. 24
4. 25

30 x 8 =

1. 240
2. 24
3. 2400
4. 24000

30 x 80 =

1. 24
2. 240
3. 2400
4. 24000

Welke 2 antwoorden zijn goed?
10 x 16 = ...
9 x 16 = ...

1. 160 en 80
2. 1600 en 1440
3. 32 en 16
4. 160 en 144

Rond het bedrag af op een heel getal.

€ 1,55

1. € 1,00
2. € 2,00

Rond het bedrag af op een heel getal.

€ 1,49

1. € 1,00
2. € 2,00

Ik koop crème? Hoeveel houd ik ongeveer over?

1. € 30,00
2. € 17,00

Rond af. Kan ik deze spullen betalen met € 5,- ?

1. ja
2. nee