Les 10, gram H herhalen (2hv) 26-03

Bonjour les élèves!
Pak je werkboek en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een woordzoeker.


Aujourd'hui c'est mardi!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour les élèves!
Pak je werkboek en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een woordzoeker.


Aujourd'hui c'est mardi!

Slide 1 - Slide

Le programme:
- 1,2,3 saute
- Répéter grammaire H
- Pratiquer les phrases-clés G (zoals PW)
- Blooket?

Slide 2 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les heb je de woorden uit de woordenlijst herhaald door middel van een spel
- Aan het einde van de les heb je grammatica H (vouloir & pouvoir) herhaald
- Aan het einde van de les weet je hoe de phrases-clés op het PW worden gevraagd

Slide 3 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Slide

1,2,3 saute! (1,2,3 spring)
Wat gaan we doen? We gaan de leerstof herhalen. 
Op het bord verschijnen b.v. 2 vertalingen van een Frans woord. . Er wordt afgeteld 1,2,3 saute. Hierna spring / stap je naar links of rechts. 

Je bedenkt zelf wat het goede antwoord is en overlegt niet met je buurman / buurvrouw

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
De spijkerbroek
Spring links                                                                Spring rechts
'le jean'                                                                     'le pull'

Slide 6 - Slide

'passen, proberen'
Spring links                                                  Spring rechts
essayer                                                   acheter
Un, deux, trois.....

Slide 7 - Slide

'de gozer'
      Spring links                                      Spring rechts
le mec                                         la BD

Slide 8 - Slide

'het overhemd'
      Spring links                                      Spring rechts
la chemise                                           le chapeau

Slide 9 - Slide

'U wilt'
      Spring links                                      Spring rechts
vous voulez                                                  nous voulons
vouloir

Slide 10 - Slide

'Hij kan'
      Spring links                                    Spring rechts
il peux                                        il peut
pouvoir

Slide 11 - Slide

Binnen 10 seconden zit je weer op je plek en pak je je spullen voor je.

Slide 12 - Slide

Grammaire H
De werkwoorden vouloir (willen) en pouvoir (kunnen)

Slide 13 - Slide

Even oefenen:
Wat? Er wordt een stencil uitgedeeld over de werkwoorden 'vouloir' en 'pouvoir'. Maak deze oefeningen in stilte voor jezelf. Je mag het boek erbij houden.
Klaar? Ga de phrases-clés C & G leren (Slim Stampen, overschrijven ...._
--> zometeen oefening

Slide 14 - Slide

Phrases-clés op het proefwerk:
Ouvre le livre à la page cent-trente (130)
Doe je laptop dicht en open je boek

Slide 15 - Slide

Phrases-clés op het proefwerk:
Wat? Soortgelijke opdracht = Je gaat naar de stad en je wilt twee kledingstukken kopen. Beschrijf de woorden in ongeveer 40 woorden. Gebruik minimaal één keer het aanwijzend voornaamwoord (ce / cet / cette / ces)
- Vertel naar welke winkel je gaat
- Hoe duur de kledingstukken zijn
- Welke kleur de kledingstukken hebben



Slide 16 - Slide

Exemple:
Je voudrais acheter un pull et une chemise. On va à Zara. Cette chemise coute vingt euros et ce pull coute dix euros. Je voudrais un pull rouge et une chemise bleue du M.

Let op bij gebruik van kleuren --> pas je aan aan het zelfstandig naamwoord (chemise = vrouwelijk --> bleue in plaats van bleu). Kleuren komen achter het zelfstandig naamwoord
2 kledingstukken
winkel
maat
kleur
prijs

Slide 17 - Slide

Phrases-clés op het proefwerk:
Vertel het volgende en gebruik de zinnen van de phrases-clés om je verhaal te schrijven:

- Welke twee kledingstukken wil je kopen?
- Naar welke winkel wil je gaan?
- Welke kleuren hebben je kledingstukken?
- Welke maat heb je?
- Hoeveel kosten de twee kledingstukken? (bedrag uitschrijven)

Schrijf het tekstje in je aantekeningenschrift. Aan het einde zijn er 2 leerlingen die hun verhaal oplezen.
Klaar? Probeer nog een verhaaltje te schrijven, maar dan met twee andere kledingstukken.


Slide 18 - Slide

Blooket 'vouloir' & 'pouvoir'
https://dashboard.blooket.com/set/645b91bcf0e5c61c169ea74a
Gebruik je eigen naam.
Kun je dat niet, dan word je uit het spel gegooid en ga je een vervangende opdracht doen.

Slide 19 - Slide

Huiswerk voor volgende les:
- Leren voor het proefwerk van volgende week
Extra aandacht voor:
- Herhalen grammaire H
- Leren phrases-clés G (oefen zelf nog eens met situatie van het PW; 2 kledingsstukken kopen). Ik kan er de volgende les even naar kijken!

Slide 20 - Slide