Kleur

Kleur
Mark Rothko, No. 61 (Rust and Blue) (1953)
233.68 cm × 292.74 cm
Mark Rothko, Untitled (Black on Gray) (1970)
175,5 cm × 203,3 cm
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kleur
Mark Rothko, No. 61 (Rust and Blue) (1953)
233.68 cm × 292.74 cm
Mark Rothko, Untitled (Black on Gray) (1970)
175,5 cm × 203,3 cm

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • Je leert dat er veel verschillende manieren zijn om naar het thema Kleur te kijken. 
  • Je leert van andere kunstenaars hoe zij dit thema in hun werk gebruiken/interpreteren. 
  • Je leert een eigen, onderbouwde keuze te maken voor een invalshoek. 
  • Je leert je thema onderzoeken, o.a. door te experimenteren. 

doelen

Slide 3 - Slide

  • Door bij jezelf na te gaan hoe jij tegen kleur aankijkt (Wat zijn jouw associaties? Wat wil jij laten zien?)
  • Door te leren van kunstenaars: hoe keken/kijken zij naar kleur? En wat kun jij van hen lenen/gebruiken/pikken? (vermeld je bronnen)
  • Door je thema vorm te geven met behulp van materialen en technieken die bij jouw visie op het thema passen

In je eindwerkstuk laat je een eigen visie zien en de vaardigheid je idee (onzichtbaar) in materie (zichtbaar, tastbaar) vorm te geven. Inhoud en vorm hebben een duidelijke relatie met elkaar.

Onderzoek het thema Kleur op de volgende manieren:
opdracht

Slide 4 - Slide

  • Aan de slag op (halve) tekenvellen die je later bundelt. (Gebruik een nummering en zet de datum erbij.
  • brainstorm/mindmap/beelden verzamelen op computer
  • vragen zonder (eenduidig) antwoord
  • verwerken van het voorgaande in kleine schetsjes/werkjes in je bundel

Onderzoek het thema Kleur op de volgende manieren:
Stap 1:

Slide 5 - Slide

  • Wat is kleur? Wat betekent het voor jou? 
  • Wat doet kleur? 
  • Gaat het ook over personen? Heeft het betrekking op uiterlijk of juist niet? Waarom?
  • Wie vind jij een kleurrijk persoon? Wat maakt dat hij/zij/die kleurrijk is? 
  • Wat als we geen kleur hadden?  
Vul zelf aan ….


Vragen die geen eenduidig antwoord hebben:

Slide 6 - Slide

Maak bij een aantal woorden/begrippen van de brainstorm:
  • tekeningetjes
  • vertaling in kleur
  • vertaling in materiaal
  • geschreven aantekeningen
Doe het zelfde bij minimaal één van de (niet eenduidig te beantwoorden) vragen. 

Gebruik voor beide opdrachten je bundel; ook je brainstorm/ideeën plak/schrijf je in je bundel. 


Beeldend vastleggen van ideeën:

Slide 7 - Slide

  • Wat ging goed/minder goed deze les?
  • Wat lijkt je leuk, wat lijkt je moeilijk aan de nieuwe opdracht?
  • Wat wil je volgende les leren/doen?

Schrijf de antwoorden op de reflectie vragen in je bundel.



Reflectie en afsluiten:

Slide 8 - Slide

  • Als je ongeveer weet wat je wilt laten zien, ga je onderzoeken hoe je dit kunt doen.
  • Je onderzoekt het volgende:
  • Van welk materiaal je het kunstwerk het beste kunt maken.
  • Hoe je in  de beeldende aspecten van de vormgeving toepast. (vorm, kleur, textuur, compositie, licht,. etc.)
  • Hoe je de aspecten van de voorstelling toepast . (Is er een voorstelling of is het abstract?)
  • Eerst ga je verschillende ideeën onderzoeken (onderzoek in de breedte).
  • Dan ga je één idee uitwerken (onderzoek in de diepte). De dingen die je onderzoekt, moeten min of meer met elkaar te maken hebben en/of komen logisch uit elkaar voort (samenhangend onderzoek).
  • Je maakt schetsen, kleurproefjes en materiaalproefjes en bewaart deze allemaal.

onderzoeken
Stap 2:

Slide 9 - Slide

vaststellen
Nu ga je vaststellen wat je gaat maken. Maak een laatste ontwerptekening. Daarin laat je duidelijk zien hoe je van plan bent jouw werkstuk uit te voeren. Schrijf er eventueel uitleg bij.

uitvoeren
Je gaat jouw ontwerp uitvoeren. Uiteraard kan het nog een beetje wijzigen terwijl je het maakt.
vaststellen en uitvoeren
Stap 3 & 4:

Slide 10 - Slide