Aimer - adorer - préférer - détester

1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les questions de la journée
C'est quelle date?
C'est quel jour?
Quelle heure est-il?

Slide 2 - Slide

Le programme pour aujourd'hui
- Interrogation d'apprendre 4
- Aimer - adorer - préférer - détester
- Au travail!
- Les devoirs

Slide 3 - Slide

Je suis nul(le) en maths. =
A
Ik ben goed in wiskunde.
B
Jij bent slecht in wiskunde.
C
Ik ben slecht in wiskunde.
D
Ik ben slecht in aardrijkskunde.

Slide 4 - Quiz

het schoolvak =

Slide 5 - Open question

désolé =
A
moeilijk
B
slecht in
C
serieus
D
sorry

Slide 6 - Quiz

ik moet =

Slide 7 - Open question

vaak =
A
difficile
B
fort en
C
souvent
D
ensuite

Slide 8 - Quiz

Ik ben goed in Frans. =

Slide 9 - Open question

Aimer - adorer - préférer - détester

Met deze 4 werkwoorden is iets bijzonders. Na deze werkwoorden gebruik je in het Frans meestal een lidwoord (le, la, l', les) terwijl wij dat in het Nederlands niet doen.
Exemples:
- Les élèves aiment le chocolat.        - Elle préfère l'histoire.
- Mon ami adore la biologie.                -  Je déteste les maths.

Slide 10 - Slide

Hoe zeg ik dan...
1. Hij houdt van Engels.
2. Zij heeft een hekel aan aardrijkskunde.

Slide 11 - Slide

Ik heb liever taart. =
A
Je préfère gâteau.
B
Je préfère le gâteau.
C
Je préfères le gâteau.
D
Il préfère le gâteau.

Slide 12 - Quiz

Zij hebben een hekel aan geschiedenis. =
A
Elle déteste l'histoire.
B
Ils detestent l'histoire.
C
Ils détestent l'histoire.
D
Ils détestent histoire.

Slide 13 - Quiz

Au travail!
1. D'abord, tu fais l'exercice 16 B/C/D/E.
2. Après, tu révises apprendres 1-4.

Slide 14 - Slide

Les devoirs
Les devoirs pour le 2 février:
- Finir l'exercice 16BCDE
- Réviser apprendres 1-5

Attention: dinsdag 7 februari is de SO over apprendres 1 t/m 5

Slide 15 - Slide