Semana 21 Unidad 2 Lección 2 Mi nuevo insti español

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?

Slide 1 - Slide

Objetivos Doelen
Después de esta clase... Na deze les...

1. ... conocéis algunas palabras para comparaciones kennen jullie een aantal woorden voor vergelijkingen
2. ... habéis comparado vuestro colegio con un colegio español hebben jullie je school vergeleken met een Spaanse school 


Slide 2 - Slide

Comparar colegios Scholen vergelijken
De vorige les hebben jullie het Harens Lyceum vergeleken met het
I.E.S. Miguel Servet in Zaragoza. 
Welke verschillen/overeenkomsten met het Harens Lyceum weet je nog?


Slide 3 - Slide

Comparaciones Vergelijkingen
LT p. 28

... es diferente = ... is anders/verschillend
... es igual = ... is hetzelfde/gelijk
Tenemos el mismo horario. = We hebben hetzelfde rooster.
Tenemos la misma asignatura. = We hebben hetzelfde vak.
Lo mismo (zonder iets erachter) = dezelfde/hetzelfde

Slide 4 - Slide

Comparaciones Vergelijkingen
LT p. 28 Ej. 3

In tweetallen/drietallen vergelijken jullie de zinnen bij a t/m d over het IES Élaios met het Harens Lyceum.
Kijk goed naar het voorbeeld en gebruik de woorden voor de vergelijkingen.
Noteer de zinnen in jullie cuaderno.

Klaar? Maak uit jullie LE p. 33 ej. 4

Slide 5 - Slide

Comparaciones Vergelijkingen
LT p. 28 Ej. 3

a. Nuestro instituto/El Lyceo Harens es igual. Nosotros tenemos un aula de Música también.
b. Nuestro instituto es diferente. Nosotros tenemos un gimnasio.
c. Nuestro instituto es diferente. Los alumnos del Lyceo Harens comen a las 12:10 h.
d. En nuestro instituto/colegio hay un director.  

Slide 6 - Slide

Welke uitspraak hoort bij middelbare scholen in Spanje en welke bij Nederland?
Nederland
Spanje
De zomervakantie duurt 2 maanden.
Bij een toets worden geen cijfers maar letters gegeven.
De docenten worden met u aangesproken.
De ochtendpauze duurt 15 minuten.
Bij een toets worden cijfers gegeven.
De zomervakantie duurt bijna 2 maanden.
De docenten worden met jij aangesproken.
De middagpauze duurt 30 minuten.

Slide 7 - Drag question

¡A trabajar! Aan het werk!

Maak uit je LE p 33-37 ej. 4/6/11/17/18






Slide 8 - Slide

Controlar los objetivos
Even checken of de lesdoelen zijn behaald.

Gebruik je aantekening over de vergelijkingen en vul in:

(No) Tenemos ... profesora que el año pasado.
Los alumnos del tercer año no tienen ... recreo que los alumnos del segundo año.


Slide 9 - Slide

Deberes Huiswerk
Hacer y corregir: LE p 33-37 ej. 4/6/11/17/18
Estudiar: Aantekening vergelijkingen + LT p. 33 C

Slide 10 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 11 - Slide

¡BIENVENIDOS!

Slide 12 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ... repetís las palabras para comparaciones herhalen jullie de woorden voor vergelijkingen
2. ... habláis sobre deberes praten jullie over huiswerk


TOETS OPGEVEN!!!



Slide 13 - Slide

Deberes Huiswerk
Los deberes (m, mv) = het huiswerk

  • Krijgen jullie veel huiswerk op?
  • Voor welk vak krijgen jullie het meeste huiswerk op?
  • Aan welk vak besteed jij de meeste tijd aan huiswerk?
  • Hoe lang ben je gemiddeld bezig met je huiswerk?

Slide 14 - Slide

Weet je dit (nog)?

Slide 15 - Slide

Comparaciones Vergelijkingen
Unidad 5 deel 1 Reporteros

-  Tan + bijvoeglijk naamwoord + como

- Werkwoord + tanto como                                                            evenveel / even ... als

Tanto/-a/-os/-as + zelfstandig naamwoord + como


Slide 16 - Slide

Comparaciones Vergelijkingen
- más + zelfstandig naamwoord/bijvoeglijk naamwoord  + que                              
- werkwoord + más que                                                                                             meer dan


- menos + zelfstandig naamwoord/bijvoeglijk naamwoord + que
- werkwoord + menos que                                                                                   minder dan


Slide 17 - Slide

Comparaciones Vergelijkingen
Tenemos más deberes que...
Tenemos menos deberes que...
Tenemos tantos deberes como ...

Tenemos demasiados deberes.
Tenemos muchos deberes.
Tenemos bastantes deberes.
Tenemos pocos deberes.

Slide 18 - Slide

Comparaciones Vergelijkingen
Tenemos más deberes que...          We hebben meer huiswerk dan...
Tenemos menos deberes que...     We hebben minder huiswerk dan...
Tenemos tantos deberes como ...  We hebben net zoveel huiswerk als...

Tenemos demasiados deberes.     We hebben te veel huiswerk.
Tenemos muchos deberes.              We hebben veel huiswerk.
Tenemos bastantes deberes.          We hebben nogal wat huiswerk.
Tenemos pocos deberes.                  We hebben weinig huiswerk.

Slide 19 - Slide

Comparaciones Vergelijkingen
LT p. 29 ej. 7 + 8, in 2-tallen of 3-tallen:
 
Ej. 7: Noteer in het Spaans hoeveel huiswerk jullie hebben; (te)veel, weinig..?

Ej. 8: Kijk naar de grafiek en vergelijk hoeveel uren er gemiddeld in Nederland besteed wordt aan huiswerk en hoeveel uren in andere landen. 
Noteer vervolgens 3 zinnen in het Spaans met jullie vergelijkingen.


Slide 20 - Slide

¡A trabajar! Aan het werk!

Maak uit je LE p 34 ej. 8+9 
Kijk de opdrachten thuis na!






Slide 21 - Slide

Deberes Huiswerk
Hacer y corregir: LE p 34 ej. 8+9
Estudiar: Aantekening vergelijkingen + woordenlijst "Las actividades" en "Los verbos"

Slide 22 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 23 - Slide