Op weg naar ondernemerschap

Op weg naar ondernemerschap
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Op weg naar ondernemerschap

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen wat een ondernemer is. 2. Ik kan productiefactoren herkennen als voorbeeld van natuur, arbeid of kapitaalgoederen. 3. Ik kan uitleggen wat concurrenten zijn. 4. Ik kan aan de hand van opbrengsten en kosten de winst/het verlies uitrekenen.

Slide 2 - Slide

Op deze slide geef je de leerdoelen van de les weer.
Wat weet jij al over ondernemerschap?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een ondernemer?
Een ondernemer is iemand die een eigen bedrijf heeft en risico's durft te nemen.

Slide 4 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over wat zij denken dat een ondernemer is. Vraag ze na het tonen van de slide of hun antwoord klopt.
Productiefactoren
Productiefactoren zijn middelen die nodig zijn om een product te maken, zoals natuur, arbeid en kapitaalgoederen.

Slide 5 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over welke middelen zij nodig hebben om bijvoorbeeld een cake te maken. Bespreek daarna welke middelen bij welke categorie horen en laat de slide zien.
Concurrenten
Concurrenten zijn bedrijven die hetzelfde product of dezelfde dienst aanbieden als jij.

Slide 6 - Slide

Laat de leerlingen bedrijven bedenken die hetzelfde product of dezelfde dienst aanbieden als bijvoorbeeld de plaatselijke bakker of supermarkt.
Winst of verlies?
Als je opbrengsten hoger zijn dan je kosten, heb je winst. Als je kosten hoger zijn dan je opbrengsten, heb je verlies.

Slide 7 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over voorbeelden waarbij zij winst of verlies zouden maken. Bespreek daarna de voorbeelden in de klas.
Quiz: Wat is een ondernemer?
Wat is een ondernemer?

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen hun antwoord op een papiertje schrijven. Bespreek daarna het juiste antwoord en vraag wie het goed had.
Quiz: Productiefactoren
Wat zijn productiefactoren?

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen hun antwoord op een papiertje schrijven. Bespreek daarna het juiste antwoord en vraag wie het goed had.
Quiz: Concurrenten
Wat zijn concurrenten?

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen hun antwoord op een papiertje schrijven. Bespreek daarna het juiste antwoord en vraag wie het goed had.
Quiz: Winst of verlies?
Wat is winst? Wat is verlies?

Slide 11 - Slide

Laat de leerlingen hun antwoord op een papiertje schrijven. Bespreek daarna het juiste antwoord en vraag wie het goed had.
Sleepvraag: Productiefactoren
Sleep de juiste productiefactor naar de juiste categorie.

Slide 12 - Slide

Laat de leerlingen de productiefactoren naar de juiste categorie slepen. Bespreek daarna de antwoorden.
Open vraag: Concurrenten
Kun je een voorbeeld geven van een concurrent van de plaatselijke supermarkt?

Slide 13 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over een concurrent van de plaatselijke supermarkt. Bespreek daarna de antwoorden.
Sleepvraag: Winst of verlies?
Sleep het juiste woord naar de juiste betekenis.

Slide 14 - Slide

Laat de leerlingen de woorden naar de juiste betekenis slepen. Bespreek daarna de antwoorden.
Open vraag: Wat is een ondernemer?
Wat voor eigenschappen denk jij dat een ondernemer moet hebben?

Slide 15 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over welke eigenschappen een ondernemer moet hebben. Bespreek daarna de antwoorden.
Open vraag: Winst of verlies?
Kun je een voorbeeld geven van een situatie waarbij je winst zou maken? Kun je ook een voorbeeld geven van een situatie waarbij je verlies zou maken?

Slide 16 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over voorbeelden waarbij zij winst of verlies zouden maken. Bespreek daarna de voorbeelden in de klas.
Opdracht
Maak in groepjes van 3 een bedrijfsplan voor een eigen onderneming. Gebruik hierbij de leerstof van vandaag.

Slide 17 - Slide

Laat de leerlingen in groepjes van 3 een bedrijfsplan maken voor een eigen onderneming en gebruik hierbij de leerstof van vandaag. Bespreek de bedrijfsplannen in de klas.
Afsluiting
Wat heb je vandaag geleerd over ondernemerschap?

Slide 18 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over wat zij vandaag hebben geleerd over ondernemerschap. Bespreek daarna enkele antwoorden in de klas.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.