Quiz Water 2VWO

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Quiz - Water

Verdamping leidt tot een......................... van het oppervlaktewater. 

Hierdoor is er .........................water beschikbaar als drinkwater of voor de............................ In sommige gebieden valt er..........................neerslag, waardoor het grondwater daalt.

Er is dus minder .......................van water. Daardoor wordt er al snel..................... gebruikt dan er beschikbaar is.  

afname

toename

minder 

meer

landbouw

waterkring

loop

meer

minder

aanvoer 

afvoer

Bekijk de afbeelding over de verdeling van het water op aarde.

Wat wordt met de 97,5% aangegeven?

1. grondwater
2. zoet water
3. zout water
4. water in meren

Wat hoort niet bij oppervlaktewater?

1. grondwater
2. zeeën
3. rivieren
4. meren

In een plaats in Nederland valt per jaar 780 mm neerslag. Een deel daarvan, 250 mm, verdampt. Dat gebeurt vooral in de zomer. De planten die in dit gebied groeien gebruiken 200 mm per jaar. Ook dat is vooral in de zomer. De rest van het water zakt de grond in en stroomt naar een ander gebied toe.
In dit gebied is...

1. ...de nuttige neerslag positief
2. ...de nuttige neerslag negatief

Korte waterkringloop

Lange waterkringloop

Gemengde rivier

Regenrivier

Gletsjerrivier

Wat is virtueel water?

1. Water dat we drinken
2. Water dat verdampt
3. Water dat we gebruiken voor producten
4. Water dat infiltreert

Het gebruik van water uit het aquifer in Egypte is een vorm van duurzaam waterbeheer.

1. goed
2. fout

Neerslag

Waterput

Aquifer

Infiltratie

Ondoorlaten-de laag

In Nederland zuiveren we het afvalwater voordat het in een rivier of in zee wordt geloosd. Welk begrip past hierbij?

1. duurzaam waterbeheer
2. virtueel water
3. waterbalans
4. aquifer

Noem 3 risicogebieden waar de kans op een overstroming groot is.

Wat kun je niet op korte termijn doen in gebieden die vaak te maken hebben met wateroverlast?

1. dijken en dammen aanleggen
2. het weer in het stroomgebied in de gaten houden
3. burgers voorlichten en trainen
4. het versterkt broeikaseffect verminderen

Verhoogde afvoer van een rivier

Verschil tussen neerslag en verdamping

Zeer ernstige situatie door een tekort aan schoon water

Water in de grond dat stamt uit eerdere tijden

Waterhoudende laag in de ondergrond

aquifer

piekafvoer

nuttige neerslag

water schaarste

fossiel water

Welke situatie, A of B, toont de waterafvoer na de verstedelijking van het stroomgebied?

1. situatie A
2. situatie B

Rivieren in laagland zijn ondiep. Welke verklaring hiervoor is juist?

1. het aandeel van virtueel water is groter
2. de rivier heeft regelmatig met een piekafvoer te maken
3. er is veel infiltratie in dit gebied
4. de stroomsnelheid is laag

'Er is minder water beschikbaar voor drinkwater en irrigatie.'

Voor welk gebied t.o.v. de stuwdam is dit een nadeel?

1. het gebied stroomopwaarts
2. het gebied stroomafwaarts

Met welk soort watertekort heeft dit gebied waarschijnlijk te maken?

'Druppelirrigatie kan verzilting voorkomen'.

1. goed
2. fout

'Gebieden met weinig neerslag kunnen toch over voldoende zoet water beschikken.'

1. goed
2. fout

Hiernaast zie je de loop van de Nijl. De rivier begint in het tropisch regenwoud van Afrika en stroomt door Ethiopië en Sudan, voordat hij bij Egypte de Middellandse zee in stroomt. Heel veel mensen zijn afhankelijk van deze rivier. Hoe denk je dat landen ermee omgaan?

Egypte

Ethiopië

Voorstander van territoriale integreteit

Voorstander van

territoriale soevereiniteit

Delta

Middenloop

Economisch watertekort

Fysiek watertekort