Inclusief onderwijs (Bert Wienen 21-11-2023)

                                 Inclusief onderwijs 
                                     (Bert Wienen 21-11-2023)
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Items in this lesson

                                 Inclusief onderwijs 
                                     (Bert Wienen 21-11-2023)

Slide 1 - Slide

Pleidooi van Bert
Alle nadruk ligt momenteel op "dat wat het kind (nodig) heeft"
waardoor de belangrijke vraag: 
"Wat kunnen wij als context doen?" te weinig wordt gesteld.
Wat moeten we doen om de focus weer te leggen op:
De kracht van gewoon heel goed onderwijs en dus het belang van de leraar?
Want daar ligt de sleutel voor beter en meer inclusief onderwijs.

Slide 2 - Slide

            Wat vinden wij normaal?
Inclusief onderwijs gaar over herijking van wat wij normaal vinden.
Hulp vragen is normaal en goed maar tegenwoordig zou je je bijna af moeten vragen waarom wij het normaal zijn gaan vinden dat zoveel kinderen ondersteuning en jeugdhulp krijgen.

Slide 3 - Slide

Van commandosamenleving naar prestatiesamenleving.
De commandosamenleving: kenmerkt zich door gebod en verbod
De machtsuitoefening gaat via uitsluiting en afzondering
Mogelijk kun je zeggen dat ook de speciale vormen van onderwijs hierin passen. Als je niet aan de normen voldoet, dan zonderen we die groepen af van het normale of stroom je af.

Slide 4 - Slide

                      Van commandosamenleving naar prestatiesamenleving.
Langzaam ging die samenleving naar de prestatiesamenleving.
In plaats van "je moet" klinkt nu "je kunt"
Yes we can!
Je werkt in vrijheid aan je eigen doelen, je kunt alles worden wat je maar wilt, als je maar gemotiveerd bent om dit te doen.
Elke dag moet een stapje beter dan de dag ervoor.

Slide 5 - Slide

                                  Wat zien we in de prestatiemaatschappij?
-Er ontstaat een kloof met aan de ene kant de ouders, kinderen die proberen samen te vallen met het ideaal versus ouders en kinderen die op geen enkele manier willen of kunnen voldoen aan het ideaal.
Wij verwachten dat kinderen goede keuzes maken en het beste uit zichzelf halen maar zou het niet moeten zijn dat wij hoge verwachtingen hebben, heldere grenzen aangeven en ondersteunen waar dat kan?
We volgen steeds meer kinderen in hun ontwikkeling i.p.v. dat mogelijkheden tot ontwikkeling worden aangereikt.
-Is de school nog een plek van onvoorwaardelijkheid, waar er niet anderen van buiten de school meekijken in het kader van vroegsignalering maar een plek waar je fouten mag maken?

mogelijkheden zien

Slide 6 - Slide

Prestatiesamenleving
-We zitten in een prestatiesamenleving
-Je bent zelf verantwoordelijk 
-Je moet je eigen opdrachten geven
-Je bent je eigen knecht
-Je koopt een stappenteller en voldoet niet aan je eigen idealen
-Moeten is veranderd in kunnen en het kan altijd beter......

Slide 7 - Slide

identificatie-seperatie
-begint bij de geboorte
-na 3 mnd kent de baby zijn ouders
-dan de ander/elkaar
-dan aan beelden
-waar indentificeren wij ons mee?

Slide 8 - Slide

identificatie-seperatie
Je wilt loskomen van alles
-de 2 jarige: ik en nee
-de puberfase
Vroeger was dit de "trotsfase" (eindelijk zie je wie het kind echt wil zijn) nu heet het: terrible two period

Slide 9 - Slide

Wedstrijdjes
- Kinderen zijn de hele dag onderdeel van wedstrijdjes en dat kan stress geven.
-Dus: yoga of mindfulness wordt aangeboden
-Er komt steeds meer faalangst, onzekerheid en perfectionisme voor
-Steeds meer eetstoornissen (nu ook bij jongens), zelfverwonding, depressie, overprikkeling en hoogsensitieve kinderen.
-Ook dubbelbijzonder komt steeds vaker voor: hoogbegaafd en iets anders
-Er is zelfs: onderprestatiedruk: ik wil nergens meer aan meedoen.

Slide 10 - Slide

Inclusie: 2 manieren Welke kies jij?
1. Start bij het individu. Wat heb je nodig om mee te kunnen doen?
2. Start bij de context. Hoe bouwen we een context zodat zoveel mogelijk kinderen mee kunnen  doen?

Slide 11 - Slide

OPP
-In Nederland starten we bij het individu, kijk naar het OPP
-Het staat vol met termen....voor 1 leerling
-Is het niet beter naar de context de kijken?
-Daar valt veel meer te halen.

Slide 12 - Slide

veranderen van context
-Zag je vroeger slecht dan kon  je niet naar school omdat je een handicap had
-Nu is er een bril en kun je wel naar school
-Er zijn zelfs modische brillen zonder glas

Slide 13 - Slide

Doel passend onderwijs: Het beste eruit halen!
De nadruk op mentale kwetsbaarheid is contraproductief volgens Bert Wienen
Er zijn verschillende manieren om problemen op kinderen te projecteren.
1. sociale oorzaken (Het zijn gewoon criminelen)
2. ze zijn gewoon niet gemotiveerd
3. psychologiseren: stoornissen, tlv-dossiers(de taal van de prestatiesamenleving)
4. hoop en optimisme, zet in op kansen

Slide 14 - Slide

De taal is belangrijk:
-De leerling heeft iets....
-We moeten weten wat
-Dan moet er een speciaal aanbod komen
-Het is belangrijk dat je 5 (naar ouders toe 7) hypotheses/mogelijke verklaringen hebt
-Dus niet focussen op het individu, focus op de aanpassing en neem niet de weerstand weg.

Slide 15 - Slide

Wat is vaak onze eerste interventie?
Het wegnemen van de weerstand.
Heb verwachtingen!

Slide 16 - Slide

Weerstand
Weerstand is in de psychologie vooral iets negatiefs
Je gaat de hulp uit de weg
De vraag wat het kind nodig heeft wordt vaak beantwoord in termen van wegnemen van weerstand. We passen de verwachting aan en zeggen b.v.: We zijn al blij dat hij er is!
Deze manier van denken leidt tot minder verwachtingen.

Slide 17 - Slide

welbevinden
-We zijn welbevinden steeds meer gaan zien als een voorwaarde voor het volgen van onderwijs
-Is dat verstandig? Welbevinden van leerlingen is vaak een uitkomst van goed onderwijs (echt gezien worden, hoge verwachtingen, structuur, helderheid en succeservaringen)
-Over leerlingen die het thuis moeilijk hebben, bestaat momenteel het idee dat ze eerst hun hoofd leeg moeten hebben. Deze redenatie staat haaks op het bieden van kansen.
-Leerlingen moeten zich geen slachtoffer voelen maar weerstand krijgen om  te leren of tot leren te komen.

Slide 18 - Slide

               Het SO als kuuroord
-Daar kun je tot rust komen
-Daar zijn kleine klasjes
-Het loskomen van de pedagogische relatie is "rouw"
-De pedagogische relatie tussen leerling en leerkracht is belangrijk
-Kinderen voelen zich goed door te leren

Slide 19 - Slide

De koekoek als metafoor
Net als de koekoek de eieren van de andere vogel uit het nest kiepert om er vervolgens de eigen eieren in uit te laten broeden, lijkt dit in het onderwijs ook het geval. De psychologiekoekoek kiepert allerlei pedagogische didactische uitganspunten het onderwijs uit om vervolgens de eigen eieren erin te leggen. 
Kinderen moeten niet massaal opgroeien met het idee dat ze kwetsbaar zijn maar ons onderwijs moet een echte plek zijn van hoop.

Slide 20 - Slide

Ketendynamiek: niet gebruiken!
-Eerst de mentor, dan de ortho inschakelen, daarna de schoolarts, dan het SWV etc
-De keten werkt van voor naar achteren en nooit andersom
-"Je bent te laat": wordt vaak gezegd
Dus geen keten maar wat wel?

Slide 21 - Slide

                     Wie werkt zonder keten?
Brand-bellen-blussen
(Er wordt niet eerst gebeld naar een betere wagen)
Wie het eerst komt, laat nooit los.
Dat is een pedagogische relatie, die houdt de verwachtingen hoog en dat is zo belangrijk voor de jongere.

Slide 22 - Slide

                Pedagogisch klimaat op school
-Spreek af en wees bikkelhard en duidelijk.
-Treinsporen zijn overal even breed en er is geen stad die als uitzondering een breder of smaller spoor heeft omdat hij vindt dat dit beter is.

Slide 23 - Slide

Preventie
De beste vertaling is:
"Het voorkomen van verwijzingen"
We denken vaak in termen: die heeft dit en die heeft dat, maar wat betekent dit voor je eigen opvatting over normaal? De koekoek heeft zich stevig genesteld. Maar de psychologie is niet neutraal of objectief.
Waaraan merken leerlingen en ouders dat jij die opvatting hebt?
Onze pedagogische en didactische principes lijken daardoor minder belangrijk

Slide 24 - Slide

Het individu
-We bevinden ons in een ontwikkeling met een focus op het individu en het aanpassen op individueel niveau, waardoor er steeds meer focus ligt op allerlei expertise gericht op individuen, wat ten koste gaat van de kracht van de leraar en leidt tot een focus op de specialisten, (een focus op uitvallers) die vaak oplossingen verzinnen buiten de context. (hun context)
Een deskundige in school zou een contextdeskundige moeten zijn.
De leerling echt zien en hoge verwachtingen hebben, leerkansen bieden, regels en zaken aanbieden waar een leerling niet direct de noodzaak van inziet.

Slide 25 - Slide

Wat te doen?
-Kijk kritisch naar de eigen onderwijs. Wat hebben we nodig aan kennis , expertise, tijd en ruimte?
Als de context nog niet voldoet zie je als reactie een beïnvloeding en/of  verandering van het pedagogisch of didactisch klimaat.
(Via youtube kunnen kinderen veel aan, daarbuiten niet...)
-Hoe spreek je ouders aan? Als groep?
(Hoe zorgen we samen dat het een leuk jaar wordt als groep?)
-Wat is de rol van andere professionals?
-We kunnen de structuur niet opknippen, zie het kind als geheel. 
(Niet eerst rouwverwerking en dan leren. Wij bieden onderwijs en als het komt dan helpen wij)

Slide 26 - Slide

Tot slot
De meeste leerlingen zijn paardenbloemen, ze groeien overal, op elke grondsoort,  de één groeit iets beter, ziet er iets beter uit etc. maar een orchidee wordt nooit een paardenbloem.
Maar met wat aanpassing aan de warmte, de voeding de plek in de kas, kan hij ook tot bloei komen in dezelfde kas.
Die verwachting is er als je aan de zorg begint!

Slide 27 - Slide