KADER hoofdstuk 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Je goed in je vel zitten/ gezond zijn is een voorbeeld van

1. Welvaart
2. Welzijn

Door arbeidsverdeling stijgt de arbeidsproductiviteit

1. Waar
2. Niet waar

Iemand pakt 80 cadeautjes in. Ze heeft hier 8 uur over gedaan. Wat is dan de arbeidsproductiviteit

1. 10 cadeautjes
2. 8 cadeautjes
3. 80 cadeautjes
4. 640 cadeautjes

Wanneer stijgt de arbeidsproductiviteit

1. Als de gebruikte uren harder stijgt dan de productie.
2. Als de productie harder stijgt dan de gebruikte uren.

Welk van de volgende veranderingen heeft het grootste invloed op de arbeidsproductiviteit?

1. Nieuwe versie van de Iphone
2. Er wordt meer gebruik gemaakt van machines
3. Er komt een nieuwe muziek streamingdienst
4. Het openbaar vervoer wordt gratis voor iedereen

Wat is geen voorbeeld van arbeidsomstandigheden

1. Goede bureaustoel
2. Prettige kantine
3. hoog salaris
4. Fijne collega's

De beroepsbevolking is 8 miljoen mensen. Van deze mensen is 5% opzoek naar een baan. Van de werkloze is 40% vrouw. Hoeveel werkloze vrouwen zijn er?

Bij een marktonderzoek kijk je naar wat de concurrent maakt.

1. Waar
2. Niet waar

Door innovatie ontstaan er nieuwe producten.

1. Waar
2. Niet waar

Wat gebruiken we om de producten zo goed mogelijk verkoopbaar te maken

1. Marktonderzoek
2. Innovatie
3. Productiecapaciteit
4. Marketingmix

Bij een hogere arbeidsproductiviteit zijn de arbeidskosten per stuk ook hoger

1. Waar
2. Niet waar

Mechanisering zorgt ervoor dat het werk voor de arbeider makkelijker wordt gemaakt. Automatisering neemt het werk van de arbeider over.

1. Waar
2. Niet waar

De omzet was is 2021 € 450.000,- en in 2022 € 420.000,- Hoeveel procent is de omzet gedaald?

Een bedrijf kan 30.000 stuks maken. Ze maken echter maar 25.500 stuks.
Wat is de productiecapaciteit?

1. 30.000
2. 25.500
3. 4.500
4. 55.500

Een bedrijf kan 30.000 stuks maken. Ze maken echter maar 25.500 stuks.
Wat is de onderbezetting?

1. 30.000
2. 25.500
3. 4.500
4. 55.500

Een bedrijf kan 30.000 stuks maken. Ze maken echter maar 25.500 stuks.
Wat is de bezettingsgraad?

1. 25.500 : 30.000 x 100
2. 4.500 : 30.000 x 100
3. 30.000 : 25.500 x 100
4. 4.500 : 30.000 x 100

Wat verbeterd je concurrentiepositie niet?

1. Goedkoper inkopen
2. Hogere lonen
3. Verhogen arbeidsproductiviteit
4. Nieuw artikel ontwikkeld