s = opp. rechthoek s = opp. driehoek s = driehoek + rechthoek
Slide 16 - Slide
Tijdens een goochelshow trekt een goochelaar snel een tafelkleed onder een stapel borden vandaan. De borden blijven bijna op hun plaats liggen. Welk natuurkundig begrip verklaart waarom de borden blijven liggen?
A
Zwaartekracht
B
Wrijvingskracht
C
Traagheid
D
Snelheid
Slide 17 - Quiz
Traagheid
Hoe groter de massa van een voorwerp, hoe moeilijker het is om de snelheid/richting te veranderen
Een voorwerp met een grotere massa heeft een grotere traagheid.
Slide 18 - Slide
Een fietser duwt een kinderkar met een massa van 12,5 kg. Door zijn duw versnelt de kar met 1,8 m/s².
Slide 19 - Open question
Tweede wet van Newton
F = m × a
F: (resulterende) kracht in N
m: massa in kg
a: versnelling in m/s²
Slide 20 - Slide
Remkracht berekenen
Om de remkracht van een auto te berekenen gebruik je dezelfde formule. Vaak is de remkracht de enige kracht die werkt.
F = m × a
Slide 21 - Slide
Stopafstand
Stopafstand = reactie-afstand + remweg
Slide 22 - Slide
Botsing
Bij een botsing is de tijd om te stoppen erg klein.
De vertraging dus erg groot, want
De kracht is dus erg groot, want F = m × a
Een grote kracht is gevaarlijk voor je lichaam.
Slide 23 - Slide
Versnelling klein maken
.
De versnelling maak je kleiner door:
- Δv klein te houden (langzamer rijden)
- Δt groter te maken (langere botsingstijd)
Slide 24 - Slide
Veiligheidsvoorzieningen
Een kreukelzone, autogordel en airbag verlengen de botsingstijd
Slide 25 - Slide
Kracht verdelen
Als je een kracht verdeelt
over een groter oppervlak,
wordt de druk kleiner
Slide 26 - Slide
Zenden en ontvangen
Elektromagnetische golven worden door de zender gestuurd.
De ontvanger vangt (een deel hiervan) op.
Slide 27 - Slide
Welke soort straling zorgt ervoor dat we licht en radiogolven ontvangen, en kan zich ook door de ruimte verplaatsen?
Slide 28 - Open question
Elektromagnetische golven
In de antenne loopt een wisselstroom met een hoge frequentie.
Daardoor worden er elektromagnetische golven in alle richtingen verstuurd.
Slide 29 - Slide
Lichtsnelheid
Elektromagnetische golven verplaatsen zich met de lichtsnelheid (symbool: c) Ja, die van E = mc²
De lichtsnelheid is 299 792 458 m/s = 3,0 × 10⁸ m/s
Een 3 met acht nullen.
Slide 30 - Slide
De afstand van de zon tot de aarde is ongeveer 150.000.000 km. Bereken hoeveel seconden het duurt voordat het zonlicht de aarde bereikt.
Slide 31 - Open question
Rekenen met lichtsnelheid en afstand
Slide 32 - Slide
Eigenschappen van elektromagnetische golven
Iedere golf heeft dezelfde snelheid: lichtsnelheid
De zender geeft de golf een frequentie en dus ook een golflengte
Grote frequentie is kleine golflengte.
Slide 33 - Slide
Elektromagnetisch spectrum
De golflengte bepaalt wat voor soort elektromagnetische golf je hebt:
Slide 34 - Slide
Wat betekent het wanneer straling "ioniserend" is?
Slide 35 - Open question
Ioniserende straling
Als straling wordt geabsorbeerd, komt de energie vrij.
Straling met veel energie heet daarom ioniserend.
UV is zwak-ioniserend; röntgen en gammastraling sterk-ioniserend.
Slide 36 - Slide
Lenzen
Een lens zijn schijfjes glas die het licht op een bepaalde manier breekt.
Slide 37 - Slide
Lichtbundels
Slide 38 - Slide
Een evenwijdige lichtbundel valt op een lens. Er komt een divergente lichtbundel uit. Wat voor soort lens heb je?
A
Een bolle lens
B
Een holle lens
C
Een negatieve lens
D
Een positieve lens
Slide 39 - Quiz
Bolle lens
Bij een bolle lens / positieve lens
worden de lichtstralen
naar elkaar toe gebogen.
Een evenwijdige lichtbundel
komt terecht in het brandpunt
(focus point)
Slide 40 - Slide
Holle lens
Bij een holle lens /negatieve lens
worden de lichtstralen
van elkaar af gebogen.
Slide 41 - Slide
Om een beeld te construeren gebruik je twee constructiestralen. Wat zijn de regels van deze twee stralen?
Slide 42 - Open question
Construeren van het beeld
Twee regels voor constructiestralen:
Lichtstralen door het middelpunt van de lens gaan langs een rechte lijn.
Lichtstralen evenwijdig aan de hoofdas gaan door het brandpunt.
Slide 43 - Slide
Construeren van het beeld
Slide 44 - Slide
Wat vond je het leukste van natuurkunde? En ga je volgend jaar natuurkunde doen?
Slide 45 - Open question
Aan de slag
Met de oefentoets
Neem een pen, potlood, gum, geo, rekenmachine en woordenboek mee!!!