Loopgraven/Neutraliteit Nederland

Hoofdstuk 3:
De Eerste Wereldoorlog
Maris College Statenkwartier - Klas 2 - vmbo kgt/bk kgt/bkMaris College Statenkwartier - Klas 2 - vmbo kgt/bk
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3:
De Eerste Wereldoorlog
Maris College Statenkwartier - Klas 2 - vmbo kgt/bk kgt/bkMaris College Statenkwartier - Klas 2 - vmbo kgt/bk

Slide 1 - Slide


Geschiedenis | Vandaag
  • Leerdoel 
  • Herhalen 3.1
  • Uitleg Neutraliteit Nederland
  • Herhalingsvragen
  • Aan de slag!
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoel
  • Aan het einde van de les kun je de begrippen tweefrontenoorlog en loopgraven uitleggen
  • Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Nederland heeft gehad.

Slide 3 - Slide


Geschiedenis | Uitleg 3.1
  • In 1914 kwamen de spanningen tot een uitbarsting
  • Duitsland viel Frankrijk aan
  • Von Schlieffen Plan

Frankrijk hield stand, de tegenstanders groeven zich in

Slide 4 - Slide


Geschiedenis | Uitleg 3.1
  • De Duitsers liepen zowel vast in het westen als in het oosten
  • Tweefrontenoorlog
  • Oorlog waarbij op twee gebieden tegelijk gevochten wordt 

Slide 5 - Slide

Westfront
Oostfront

Slide 6 - Slide


Geschiedenis | Uitleg 3.1
  • In 1914 kwamen de spanningen tot een uitbarsting
  • Duitsland viel Frankrijk aan
  • Von Schlieffen Plan

Frankrijk hield stand, de tegenstanders groeven zich in
Loopgraven

Slide 7 - Slide


Geschiedenis | Uitleg 3.1
  • In 1914 kwamen de spanningen tot een uitbarsting
  • Duitsland viel Frankrijk aan
  • Von Schlieffen Plan

Frankrijk hield stand, de tegenstanders groeven zich in
Op naar het Front!
Op deze foto uit 1914 zie je Duitse soldaten die vertrekken naar het front. Juichend nemen ze afscheid. Op de zijkant van de trein staat ‘naar Parijs’. De man onderaan tekent een karikatuur van een Franse generaal. Door het militarisme en nationalisme gingen veel jonge mannen vol enthousiasme bij het leger. Ze dachten dat de oorlog gauw voorbij zou zijn en dat ze daarna als helden terug zouden keren.
Tanks op het slagveld
Tijdens de oorlog werden allerlei nieuwe wapens ingezet, zoals machinegeweren, vlammenwerpers en gifgas. Loopgraven werden verdedigd met mitrailleurs, landmijnen en prikkeldraad. Bij een aanval op een vijandelijke loopgraaf vielen daardoor veel doden. Het Britse leger bedacht daarom de tank: een voertuig bewapend met mitrailleurs of kanonnen, waarin soldaten veilig waren voor vijandelijk vuur. Dankzij de rupsbanden kon een tank op elk terrein rijden, en ook prikkeldraad was geen probleem.
De Luchtoorlog
Een heel nieuw wapen was het vliegtuig: pas negen jaar voor de oorlog was de eerste succesvolle vlucht gemaakt. De eerste vliegtuigen waren klein en werden gebruikt om mee te verkennen, zoals dit Duitse toestel. Er was vaak alleen plaats voor een piloot, die in een open cockpit in de wind zat. Later werden de vliegtuigen groter en kregen ze machinegeweren en bommen mee, om vijanden mee aan te vallen
In de loopgraven
De Eerste Wereldoorlog duurde veel langer dan verwacht. Dwars door België en Noord-Frankrijk ontstond een lang front met loopgraven: diepe greppels waarin de soldaten min of meer veilig waren voor de vijand. De soldaten hadden het zwaar. De vijand kon elk moment aanvallen. Ook was er weinig eten, veel kou en ziekte, en bij regen liepen de loopgraven vol water. Op deze foto zie je hoe vermoeid de soldaten zijn.


Slide 8 - Slide


Geschiedenis | Uitleg 3.1
Nederland neutraal
Nederland was tijden de Eerste wereldoorlog neutraal = 
  • Onpartijdig, geen kant kiezen
  • Duitsland liet Nederland met rust omdat zij de Rotterdamse haven voor het doorvoeren van goederen gebruikten.
  • Voor een handelsland als Nederland is dat lastig: je handelt immers met beide partijen.

Slide 9 - Slide


Mobilisatie
1914




  • Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch: 
  • ook België had zich immers neutraal verklaard, maar was toch aangevallen!

Slide 10 - Slide


Geschiedenis | Uitleg 3.1

  • Nederland nam rond de 1 miljoen vluchtelingen uit België op.

  • Deze Belgen waren op de vlucht voor de oorlog.

  • Belgische soldaten werden, net als soldaten uit andere landen, ontwapend en gevangen gezet

Slide 11 - Slide


Geschiedenis | Uitleg 3.1
  • Ook wel ' De Draad' genoemd

  • De Dodendraad was door de Duitsers aangelegd tussen België en Nederland

  • Zo wilden ze voorkomen dat geallieerde soldatenspionnen of oorlogsvrijwilligers naar of van België konden reizen

  • Op de draad stond 2000 volt

  • Vermoedelijk zijn rond de 1000 mensen om het leven gekomen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Contact met de Dodendraad, waarop 2000 volt stond, betekende dood door elektrocutie...
...daarom bedachten smokkelaars allerlei manieren om de draden niet aan te raken.

Slide 14 - Slide


Geschiedenis | Uitleg 3.1
  • Oorlog is slecht voor de handel: er ontstaat ook in Nederland schaarste

  • Door het tekort aan voedsel en brandstof, begonnen mensen honger en kou te lijden

Slide 15 - Slide


Geschiedenis | Herhaling
Je krijgt een aantal herhalingsvragen over de vorige les

Hierin kun je laten zien dat je de lesstof tot nu toe begrepen hebt. 

Beantwoord alle vragen binnen de tijd.

Slide 16 - Slide

Nederland was in de Eerste Wereldoorlog neutraal; Leg in je eigen woorden uit wat dit betekende

Slide 17 - Open question

Wat was de bijnaam van de grens tussen Nederland en België?

Slide 18 - Open question

Waarom sloegen er zoveel Belgen op de vlucht naar Nederland?
A
Omdat België wel was veroverd door Duitsland
B
Omdat er in Nederland meer werk was
C
Omdat ze het niet meer naar hun zin hadden in België
D
Omdat zij gedwongen werden

Slide 19 - Quiz


Geschiedenis | Aan de slag
Maken: Afronden opdracht 1 t/m 6 

Klaar: Samenvatten paragraaf 3.1. Bereid je voor op je SO

SO 23-2-2022



Slide 20 - Slide


Geschiedenis | Volgende les
Volgende les
Het verdrag van Versailles

Lezen: Nieuwe staten op bladzijde 68 (bk) of 34 (kgt)


Slide 21 - Slide