Introductie van de geschiedenis

Introductie Geschiedenis. 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Introductie Geschiedenis. 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen:
Voorstellen, regels afspreken.
Geschiedenis, wat is dat voor vak? 
Waarom is geschiedenis belangrijk? 
De onderwerpen van dit jaar. 
Wat je heb je nodig voor dit vak? 
Controleren boeken. 
Aan de slag.

Slide 2 - Slide

Regels 
  • Wanneer ik praat zijn jullie stil. 
  • Wanneer je wat wil zeggen steek je je vinger op en wacht je tot je wat mag zeggen.
  • We laten elkaar uitpraten.
  • Aan het begin van de les leg je je spullen klaar en wacht je op instructies.
  • Het lokaal houd je netjes!! Ruim rommel op!!

Slide 3 - Slide

Leerdoel
  • Ik maak kennis met de 10 tijdvakken
  • Ik weet hoe ik moet werken met Geschiedeniswerkplaats

Slide 4 - Slide

Geschiedenis is leuk!
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Bij geschiedenis denk ik aan...

Slide 6 - Mind map

Het vak geschiedenis is onzin, alles is toch al gebeurd
A
Ja dat klopt
B
Nee dat klopt niet

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Waarom heb je het vak geschiedenis op school denk je?

Slide 9 - Slide

Waarom geschiedenis
  • Geschiedenis geeft je een idee over wie je bent.
  • Geschiedenis helpt om de wereld te begrijpen.
  • Geschiedenis leert je afvragen wat waar is in het verleden.
  • Geschiedenis leert je af te vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
  • Geschiedenis laat je nadenken over wat goed of slecht is om te doen.

Slide 10 - Slide

Wat heb je nodig?


  • Boeken: Geschiedeniswerkplaats (Leerboek en werkboek)
  • Een device (laptop of tablet). 
  • Een mapje voor je aantekeningen en opdrachten. 

Slide 11 - Slide

Leerjaar 1: 

Slide 12 - Slide

Zet de symbolen van de tijdvakken in de juiste volgorde
Tijd van Jagers en boeren
Tijd van Burgers en stoommachines
Tijd van Monniken en Ridders
Tijd van Televisie en Computer
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijd van Steden en Staten
Tijd van Pruiken en Revoluties
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Regenten en Vorsten
Tijd van Wereldoorlogen
Vroeger -------------------------------------------------------------------------------------------------------------> Nu

Slide 13 - Drag question

Welke omschrijving hoort bij welk tijdvak?
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 14 - Drag question

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 15 - Quiz


Het jaar 200 n.chr. hoort bij welke periode? 
A
De Middeleeuwen
B
De Oudheid
C
De Prehistorie
D
De Moderne Tijd

Slide 16 - Quiz

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van wereldoorlogen
D
Tijd van televisie en computers

Slide 17 - Quiz

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van jagers en verzamelaars
D
Tijd van regenten en vorsten

Slide 18 - Quiz

Introductie
  1. kan uitleggen van een verandering is 
  2. kan uitleggen wat continuïteit is.
  3. kan een bron bekijken en informatie hier uithalen

Slide 19 - Slide

  Ongeschreven bron
     Ongeschreven bron
       Geschreven bron
     Geschreven bron

Slide 20 - Drag question

Continuïteit= als iets hetzelfde blijft. 
Verandering= als iets anders wordt. 

Slide 21 - Slide

Verandering of continuïteit?
Vergelijk in de tijd. Is er bij de onderstaande situaties sprake van verandering of continuïteit met de jagers-verzamelaars?   
1: Eten kopen in de supermarkt 
2: Vrouwen die voor de kinderen zorgen 
3: Het Sanvolk in Afrika jaagt op antilopen 
4: Een boer haalt de oogst van het land 
5: Leven als nomade, verhuizen van plek naar plek 
6: Ik woon in een groot en stevig huis en heb veel spullen 
7: Een oude man vertelt verhalen bij het kampvuur 
8: Als ik op reis ga neem ik alleen de dingen mee die ik echt nodig heb.  

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

De vijf W's. 
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom.   

 1: Wie hebben de tekeningen gemaakt? 
2: Wat zie je op de tekeningen?
 3: Waar zijn ze gevonden?   
4: Wanneer zijn ze gemaakt? 
 5: Waarom zijn deze tekeningen gemaakt? 
 6: Hoe leefden deze mensen?  
7: Wat vind je van de tekeningen? Geef je mening. 

Slide 24 - Slide

Vul over de afbeelding de 5 W's in (Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom. )

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Vul over de afbeelding de 5 W's in (Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom. )

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

De vijf W's.
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom.    
 
 1: Wie hebben de tekeningen gemaakt?  
2: Wat zie je op de tekeningen? 
 3: Waar zijn ze gevonden?    
4: Wanneer zijn ze gemaakt?  
 5: Waarom zijn deze tekeningen gemaakt?  
 6: Hoe leefden deze mensen?   
7: Wat vind je van de tekeningen? Geef je mening. 

Slide 29 - Slide

'Alles wat ontstaat in het verleden, bestaat in het heden.'

Slide 30 - Open question

Huiswerk
Maken Hoofdstuk 1: introductie. 

Slide 31 - Slide

Welke periode hoort bij welk tijdvak?
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Middeleeuwen
Vroeg moderne tijd
Prehistorie
Oudheid
Moderne tijd
Moderne tijd
Vroeg moderne tijd
Middeleeuwen
Vroeg moderne tijd
Moderne tijd

Slide 32 - Drag question

Jaartallen

Slide 33 - Slide