Klas TH1 week 23 les 1

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)
Je gaat de (kennis)toets 
voorbereiden


Wat ga je doen?

De woordenschat van de quickscan oefenen 
(ken je voldoende woorden van de gevraagde thema's)?

Op tafel: 
TTS Planagenda
Ingevulde quickscanformulier
Boek, schrift en etui
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)
Je gaat de (kennis)toets 
voorbereiden


Wat ga je doen?

De woordenschat van de quickscan oefenen 
(ken je voldoende woorden van de gevraagde thema's)?

Op tafel: 
TTS Planagenda
Ingevulde quickscanformulier
Boek, schrift en etui
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat ga je oefenen?
Quickscan (woordenschat):
Schrijf de woorden op Frans-Ned. op in jouw schrift/blaadje:
getallen (20) -  tijdsaanduidingen (5)
familie (5) - eten & drinken (10)
school(vakken) (5)  - mening (5)
uiterlijk & karakter (5)
Pas als je geen woorden meer weet, nakijken Quickscanform.

Slide 2 - Slide

Check weektaken
* Wat staat er deze week in jouw TTS Planagenda voor het vak Frans?

* Weet je zeker dat je de weektaak Frans van vorige week hebt afgerond?

Slide 3 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- Heb ik de toets voor 12 juni verder voorbereid en evt. mijn planning aangepast
- Heb ik gewerkt aan het doen/maken/leren van de weektaak






Slide 4 - Slide

Vul het ww in de présent in
Tu (chanter) ................une chanson?
Madame Jansen (donner).................. 5 Euros.
Paula (aider)........................... Pierre
Janine et Jacques (être) ................ à Paris
Maak de zin ontkennend:
Les élèves (jouer) ...................au tennis

Slide 5 - Slide

Vul het ww in de présent in
Tu (chanter) ................une chanson? ->chantes
Madame Jansen (donner).................. 5 Euros. -> donne
Paula (aider)........................... Pierre -> Paula = elle dus: aide
Janine et Jacques (être) ................ à Paris -> sont
Maak de zin ontkennend:
Les élèves (jouer) ...................au tennis
Les élèves ne jouent pas au tennis.

Slide 6 - Slide

Werkwoorden-spel
Je gaat het werkwoorden-spel met jouw klasgenoten spelen ter voorbereiding op de toets/leren van de taal
Stap 1: de jongste speler begint en gooit de dobbelsteen
De 1e worp bepaalt het werkwoord
De 2e worp bepaalt het persoonlijk voornaamwoord
Alle spelers noteren het antwoord en daarna bekijken jullie of je het met elkaar eens bent/hetzelfde/juiste  antwoord hebt

Slide 7 - Slide

Werkwoorden-spel
1 = chanter                               1 = je 
2 = regarder                             2 = tu
3 = tomber                                3 = il/elle/on    (Paul)  
4 = avoir                                     4 = nous
5 = être                                       5 = vous
6 = aller                                       6 = ils/elles   (Paul et Paula, les ...)

Slide 8 - Slide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire
In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

à la prochaine!
;

                              
                              les déchets dans la poubelle
                              

                              restez à ta place jusqu'à 59/29
Samen zorgen we voor een fijne werkplek in het lokaal!

Slide 11 - Slide