Verkeersborden

Verkeersborden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsBasisschoolLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verkeersborden

Slide 1 - Slide

Voorkennis
Teken een verkeersbord op je wisbordje en laat je maatje raden welk verkeersbord je hebt getekend. 

Slide 2 - Slide

Wat zijn verkeersborden?
-Mensen in het verkeer weten daardoor wat wel en niet mag.

- De vorm en de kleur van een verkeersbord laten zien wat het bord betekent. 



Slide 3 - Slide

Er zijn 5 soorten vormen/kleuren verkeersborden.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Dan nu.... Een verkeersborden quiz!
Weet jij wat de verkeersborden betekenen?

Slide 10 - Slide

Wat betekent dit bord?
A
Pas op ..... hier mag je niet in.
B
Pas op.... gevaarlijk kruispunt.
C
Pas op.... je krijgt geen voorrang.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Kijk hier is.... een persoon.
B
Pas op... een zebrapad.
C
Kijk hier is.... een zebrapad.
D
Je moet hier... lopen.

Slide 12 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Je moet hier..... links.
B
Je moet hier..... rechtdoor.
C
Je moet hier..... rechtdoor, links of rechts.
D
Je moet hier.....rechtdoor of rechts.

Slide 13 - Quiz

Waar kun je dit bord tegen komen?
A
In een dorp (binnen de bebouwde kom).
B
Op de snelweg.
C
Op een fietspad.
D
Buiten de bebouwde kom.

Slide 14 - Quiz

In welk land staan deze pijlen de andere kant op?
A
Frankrijk
B
België
C
Engeland
D
Australië

Slide 15 - Quiz

Waar staat dit bord?
A
Op de snelweg.
B
Op een fietspad.
C
Geen idee.
D
Bij een wegversmalling.

Slide 16 - Quiz

Wat betekenen deze borden?
A
Je mag hier niet in.
B
Iedereen mag hier in behalve fietsers.
C
Je mag hier vanaf deze kant niet in, behalve als fietser.
D
Je moet hierin.

Slide 17 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Pas op.... bus.
B
Pas op ...... tram.
C
De bus heeft voorrang.
D
De tram heeft voorrang.

Slide 18 - Quiz

Hoelang moet je officieel stilstaan bij dit bord?
A
Dat hoeft niet.
B
5 seconden
C
2 seconden
D
7 seconden

Slide 19 - Quiz

Wat voor soort bord is dit?
A
Je mag hier niet....
B
Je moet hier....
C
Kijk hier is....
D
Pas op....

Slide 20 - Quiz

Mag ik met mijn auto hier in rijden?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Waar kom je dit bord tegen?
A
Bij het vliegveld.
B
Op het treinstation.
C
Als je via de snelweg van België, Nederland binnen rijdt.

Slide 22 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Kijk hier is ... geen weg meer.
B
Kijk hier is ... een weg waar je niet in mag.
C
Kijk hier is ... een weg met twee banen.
D
Kijk hier is ... het einde van de snelweg.

Slide 23 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Je mag hier niet.... fietsen.
B
Je mag hier niet.... autorijden.
C
Je mag hier juist fietsen.

Slide 24 - Quiz

Wat vond je van de les?

Slide 25 - Open question

Heb je iets geleerd? Zo ja, wat?

Slide 26 - Open question