This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Wat is een ander woord voor milieu
A
Organismen
B
Vervuiling
C
Huis
D
Leefomgeving
Slide 18 - Quiz
Debby zegt dat de mens voor grondstoffen afhankelijk is van het milieu. Jack zegt dat het milieu belangrijk is als plaats voor recreatie
A
Alleen Debby heeft gelijk
B
Debby en Jack hebben geen gelijk
C
Alleen Jack heeft gelijk
D
Debby en Jack hebben beiden gelijk
Slide 19 - Quiz
Je bedenkt drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu. 1 Het milieu levert voedsel. 2 Het milieu levert water. 3 Het milieu levert zuurstof.
Bij welke van deze manieren speelt fotosynthese een directe rol?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3
Slide 20 - Quiz
Door milieuproblemen neemt de biodiversiteit toe.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
In de afgelopen honderd jaar is de biodiversiteit in Nederland toegenomen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Welk systeem heeft volgens jou de grootste biodiversiteit?
A
Veen met 2 soorten planten, 5 soorten insecten, 3 soorten vissen en 1 soort amfibie
B
Bos met 7 soorten bomen en struiken en 8 soorten vogels
C
Een meer met 20 soorten vissen
D
Een grasland met 3 soorten zoogdieren, 100 soorten planten en 20 soorten insecten
Slide 23 - Quiz
Te veel stoffen uit het milieu halen noemen we...
A
Aantasting
B
Uitputting
C
Vervuiling
Slide 24 - Quiz
Olievoorraden raken wereldwijd op.
A
Aantasting
B
Uitputting
C
Vervuiling
Slide 25 - Quiz
Toename scooters in Amsterdam.
A
Aantasting
B
Uitputting
C
Vervuiling
Slide 26 - Quiz
Welke maatregel zorgt niet voor minder fijnstof
A
Verbieden oude scooters
B
Elektrische auto's
C
Elektrische fiets in plaats van een gewone fiets
D
Bussen met roet filter
Slide 27 - Quiz
Wat is geen veroorzaker van de smog in de steden?
A
Verkeer
B
Industrie
C
Landbouw
D
Ze zijn alledrie verantwoordelijk
Slide 28 - Quiz
Bij welk weer zal smog kunnen ontstaan?
A
Veel zon, veel wind
B
Veel bewolking, weinig wind
C
Veel zon, weinig wind
D
Veel bewolking, veel wind
Slide 29 - Quiz
Welke twee grote oorzaken van klimaatverandering zijn er?
A
Watergebruik
B
Kappen van bomen
C
Uitstoot van kooldioxide en methaan
D
Gebruik van kernenergie
Slide 30 - Quiz
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de milieuproblemen? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Bevolkingsgroei
B
Toename van vervuiling
C
Het kappen van bossen
D
Andere manier van leven
Slide 31 - Quiz
Als je produceert, zonder schade voor mens en milieu, noem je dat
A
Maatschappelijke kosten
B
Duurzaam produceren
C
Recycling
D
Milieuschade
Slide 32 - Quiz
Sommige planten hebben luchtkanalen in hun stengels. Welke planten zijn dit?
A
cactussen
B
landplanten met grote, dunne bladeren
C
landplanten met kleine, dikke bladeren
D
waterplanten
Slide 33 - Quiz
Waarom hebben de bladeren van een cactus de vorm van een stekel?
A
Zodat de plant minder vocht verdampt
B
Tegen koude nachten in de woestijn
Slide 34 - Quiz
Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen? (twee antwoorden zijn goed)
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 35 - Quiz
Een plant in een droog gebied heeft vaak
A
Een groot wortelstelsel
B
Een klein wortelstelsel
Slide 36 - Quiz
Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?
A
Omdat het dan lekker warm is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar
Slide 37 - Quiz
Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 38 - Quiz
Bij paardenbloemen sterven bovengrondse delen af in de winter. Waar is dit een voorbeeld van?
A
aanpassing van plant aan het licht
B
aanpassing van plant aan de temperatuur
C
aanpassing van plant aan water
Slide 39 - Quiz
In een vochtig milieu hebben planten
A
grote bladeren, klein wortelstelsel
B
kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel
Slide 40 - Quiz
Zonplanten hebben weinig licht nodig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 41 - Quiz
Schaduwplanten komen voor als bodembedekking
A
Juist
B
Onjuist
Slide 42 - Quiz
Welke aanpassing hebben bloemen niet als functie om de kans op bestuiving te vergroten
A
Grote bloemen
B
Gekleurde bloembladeren
C
Geur
D
Groene kroonbladeren
Slide 43 - Quiz
Schaduwplanten hebben:
A
dikke bladeren
B
bladeren met een waslaag
C
dunne bladeren
Slide 44 - Quiz
Een waterlelie zit met zijn wortels in de bodem vast