D-toets: tarea 1

Maak de volgende vraag over de lidwoorden.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Maak de volgende vraag over de lidwoorden.

Slide 1 - Slide

Paats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
la
los
las
el
foto
instituto
música
casa
deportes
profesor
bolígrafos
mesas
alumno
sillas
carpetas
animal

Slide 2 - Drag question

Maak de volgende vraag over de bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 3 - Slide

Sleep het verkeerde woord naar de prullenbak.
2. Mi clase es
1. Mi teléfono móvil es
3. María está
4. Las carpetas son
5. Es una chica
6. El español es
negro /
negra.
grande /
grandes.
contento /
contenta.
rojas /
rojos.
simpática /
simpático.
genial /
genialo.

Slide 4 - Drag question

Maak de volgende vragen over het meervoud

Slide 5 - Slide

Wat is het meervoud van 'ordenador'?
A
ordenadors
B
ordenadores
C
ordenadorres
D
orddenarores

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van 'español' ?

Slide 7 - Open question

Wat is het meervoud van 'libro' ?

Slide 8 - Open question

Wat is het meervoud van 'la mochila bonita' ?

Slide 9 - Open question

Wat is het meervoud van 'el chico amable' ?

Slide 10 - Open question

Wat is het meervoud van 'el profesor genial' ?

Slide 11 - Open question

Wat is het meervoud van 'pez'?
A
pezes
B
pezs
C
pece
D
peces

Slide 12 - Quiz

Reageer op de volgende vragen. Geef jouw voorkeur. 

Slide 13 - Slide

Reageer op:
¿Cuál es tu deporte favorito?

Slide 14 - Open question

Reageer op:
¿Cuál es tu animal favorito?

Slide 15 - Open question

Reageer op:
¿Cuál es tu comida favorita?

Slide 16 - Open question

Reageer op de volgende vragen. Geef jouw mening.

Slide 17 - Slide

Vertaal:
Ik vind Spaans fantastisch.

Slide 18 - Open question

Vertaal:
Ik vind school leuk.

Slide 19 - Open question

Vertaal:
Ik vind klassieke muziek saai.

Slide 20 - Open question

Maak de volgende vragen over "gustar".

Slide 21 - Slide

Vul de juiste vorm in van "gustar":
Me ______________________ la comida.

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm in van "gustar":
¿Te _________________ hablar español?

Slide 23 - Open question

Vul de juiste vorm in van "gustar":
Me _________ los deportes?

Slide 24 - Open question

Geef antwoord:
¿Te gustan los animales?

Slide 25 - Open question

Bekijk dit schema en bepaal wat je nog zou kunnen doen.

Slide 26 - Slide

Einde...

Slide 27 - Slide