2 lessen maandag: 3.1 uitleg en 3.2

Maandag
Herhalen 3.1!

Uitleg 3.2

Aan de slag
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Maandag
Herhalen 3.1!

Uitleg 3.2

Aan de slag

Slide 1 - Slide

Herhalen vrijdag 3.1!

Slide 2 - Slide

4 groepen die het meest crimineel gedrag vertonen....


1: Mensen met een lage maatschappelijke positie
2: ...........
3: .............
4: .................

Slide 3 - Slide

Waarom wordt je sneller crimineel als je een lage maatschappelijke positie hebt?

Slide 4 - Slide

Jongeren tussen 16-23 jaar..
Het grootste gedeelte stopt als zij volwassen worden...

Hoe noem je een jongere die doorgaat met misdaden plegen? 

Slide 5 - Slide

Recidivist



Een persoon die steeds opnieuw strafbare feiten begaat

Slide 6 - Slide

Waarom wordt iemand crimineel?

Slide 7 - Slide

Om de oorzaken van criminaliteit goed te begrijpen wordt er een onderscheid gemaakt tussen: 

  • Individuele oorzaken van crimineel gedrag

  • De maatschappelijke oorzaken van criminaliteit 

Slide 8 - Slide

Risicofactor
Er zijn een aantal risicofactoren die de kans op crimineel gedrag verhogen. 
Met een risicofactor wordt bedoeld: omstandigheden die de kans op bepaald gedrag verhogen.

Slide 9 - Slide

-  Gebrekkige opvoeding
Crimineel gedrag hangt samen met wat wordt aangeleerd in een gezin. Als je veel geweld hebt gezien denk je dat het normaal is. Dit kan zorgen dat je zelf agressief wordt tijdens je opvoeding.

Slide 10 - Slide

- Sterke groepsdruk
Groepsdruk kan er voor zorgen dat je iets omdat al je vrienden het doen

Slide 11 - Slide

- Gedrags- en psychische problemen


Veel mensen die een misdrijf plegen hebben in hun jeugd erg geleden. 
Bijvoorbeeld mishandeling of verwaarlozing. Als iemand deze ervaringen niet goed verwerkt heeft het een grotere kans om later met justitie in aanmerking te komen. 

Slide 12 - Slide

Drugsgebruik
Mensen die veel alcohol hebben gedronken doen soms dingen die ze normaal niet doen. 

Als je drugsverslaafd bent moet je genoeg geld hebben om de drugs te betalen en ga je sneller stelen of dealen om aan geld te komen.

Slide 13 - Slide

- Persoonlijkheidskenmerken.
Door aangeboren eigenschappen kan het zo zijn dat iemand sneller het verkeerde pad opgaat.

Slide 14 - Slide

Huiswerk was opgaven: 1 2 3 4 en 10.

Dit kom ik nu bij je checken of je dit af hebt.

Slide 15 - Slide

Nu maken: 
Opgaven 5, 6, 7 en 8

Slide 16 - Slide

Deze les:
3.2 laatste uitleg

samenvatting uitdelen

Opgaven maken


Slide 17 - Slide

Vanmorgen.... individuele oorzaken van criminaliteit

Slide 18 - Slide

Maatschappelijke oorzaken
- Slechte levensomstandigheden.
Als je weinig geld en weinig luxe besluit je sneller om iets te stelen.

- Anonieme samenleving.
Er is minder sociale controle; niemand let op wat anderen doen.


Slide 19 - Slide

- De gelegenheid maakt de dief.
 Als er geen sociale controle is, is de pakkans heel klein! Niemand let op je. 

Als de politie te druk is met andere zaken blijft er minder tijd over om op winkeldiefstal te letten. Er is dan een gelegenheidsmotief: mensen maken van de gelegenheid gebruik om een delict te plegen. 

Slide 20 - Slide

Minder besef van waarden en normen

Mensen hebben minder gemeenschappelijke waarden en normen dan vroeger. Rechtsregels worden minder precies nageleefd. 

Er is sprake van normvervaging.

Slide 21 - Slide

Gebrek aan maatschappelijke bindingen


Als je het gevoel hebt dat je nergens bij hoort denk je dat niemand rekening met jou houdt, en dat je ook met niemand rekening hoeft te houden. Dat kan ervoor zorgen dat iemand zich niet veel meer aantrekt van de regels.


Slide 22 - Slide

 Eens een dief, altijd een dief.
 Als je 1 keer iets hebt gedaan, wordt je meteen gezien als crimineel. 
Mensen gaan zich vervolgens dan ook zo gedragen zoals er naar ze gekeken wordt.

Slide 23 - Slide

Samenvatting uitdelen

Slide 24 - Slide

Nu maken in tweetallen opgave 13!

Bladzijde 34!

Slide 25 - Slide

Huiswerk volgende keer:
Hoofdstuk 3: 9, 11, 12, en 15

1 t/m 8, 10 en 13 heb je al gemaakt!!

Slide 26 - Slide