5.2 koolstofverbindingen

5.2 koolstofverbindingen
1. Je kunt de systematische naamgeving van alkanen, alkenen en alkanolen toepassen
2. Je kunt de structuurformule van alkanen, alkenen en alkanolen tekenen
3. Je kent de algemene structuurformules van alkanen, alkenen en alkanolen
4. Je kunt een isomeer va een stof herkennen en tekenen
5. Je kunt uitleggen waarom stoffen met een -OH groep beter oplossen in water
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

5.2 koolstofverbindingen
1. Je kunt de systematische naamgeving van alkanen, alkenen en alkanolen toepassen
2. Je kunt de structuurformule van alkanen, alkenen en alkanolen tekenen
3. Je kent de algemene structuurformules van alkanen, alkenen en alkanolen
4. Je kunt een isomeer va een stof herkennen en tekenen
5. Je kunt uitleggen waarom stoffen met een -OH groep beter oplossen in water

Slide 1 - Slide

Deze les
opstart 5 min
terugblik 5 min
nieuwe stof 20 min
keuzwerktijd 10 min
afsluiting 5 min

Slide 2 - Slide

terugblik
De vorige les ging over fossiele brandstoffen, wat weet je nog?

Slide 3 - Slide

Fossiele brandstof
Duurzame energie

Slide 4 - Drag question

Hoe wordt aardolie gescheiden in de verschillende fracties?
A
fracteren
B
kraken
C
destilleren
D
soorteren

Slide 5 - Quiz

Bij het kraken van een koolwaterstoffractie ontstaan...
A
alleen verzadigde koolwaterstoffen
B
aromatische koolwaterstoffen
C
een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen
D
alleen onverzadigde koolwaterstoffen

Slide 6 - Quiz

Functionele groep (aantekening)
Een functionele groep is een atoomgroep of meervoudige atoombinding die de eigenschappen van een koolstofverbinding beïnvloedt. Je herkent de functionele groep aan de naam van de verbinding.

Slide 7 - Slide

Alkanen
Alkanen bestaan alleen uit C en H atomen. De algemene formule is: CnH2n+2.  Er zijn geen functionele groepen en ze zijn geschikt als brandstof. Methaan is het hoofdbestanddeel van aardgas. LPG is een mengsel van propaan en butaan.
Bekijk tabel 1 van 5.1 en leer deze uit je hoofd. 

Slide 8 - Slide

Alkenen
Ook deze bestaan alleen uit C en H atomen maar er is 1 dubbele binding tussen 2 C-atomen. De algemene molecuulformule is 
CnH2n. De dubbele binding maakt dat alkenen sneller reageren dan alkanen. De dubbele binding is een functionele groep. Bekijk ook tabel 2.

Slide 9 - Slide

Alkanolen
Wanneer een H-atoom vervangen wordt door een OH groep spreek je van een alkanol. De bekendste alkanol is ethanol (alcohol). C2H5OH. Zie ook tabel 3. De OH groep maakt dat deze stoffen goed oplossen in water. Dit heeft te maken met het feit dat ze een waterstofbrug kunnen vormen.

Slide 10 - Slide

video's
In de rest van de les zitten video's die we nu overslaan maar die je wel goed kan gebruiken om de stof beter te snappen. Deze kun je thuis dus goed gebruiken!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

isomeren (aantekeningen)
Isomeren hebben dezelfde molecuulformule maar een andere structuurformule (ze zien er dus anders uit terwijl ze hetzelfde aantal atomen en atoomsoorten hebben). Zie ook tabel 5 en de video.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Systematische naamgeving
Bekijk hiervoor de video en oefen dit goed thuis bij de opdrachten. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

keuzewerktijd
Doel: aan het eind van de les weet je wat je nog moet doen om de leerdoelen van 5.2 te beheersen
Wat kun je doen?
- lezen 5.2 en/of een samenvatting maken
- kijken welke filmpjes je zeker wil bekijken om de stof te snappen
- opdrachten maken 
-flitskaarten 
- loop je vast? Vraag mij, een klasgenoot of chatgpt
- ben je klaar? ga 5.3 vast lezen

Slide 18 - Slide

afsluiter
Volgende les is pas weer 16 juni. Zorg dat je de leerdoelen van 5.1 en 5.2 beheerst en dat je weet welke vragen je nog eventueel wil stellen. Denk erom, 16 juni is de laatste les voor de toetsweek.

Slide 19 - Slide

Wat weet je nu?
5.2 is best uitgebreid, maar je weet vast ook al dingen. Wat weet je al?

Slide 20 - Slide

Alkaan
Alkeen
Alkanol

Slide 21 - Drag question

Zijn deze koolwaterstoffen isomeren van elkaar?
A
JA
B
NEE

Slide 22 - Quiz