Comparisons and Adjectives & Adverbs

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

Comparisons

Als je een persoon, dier of ding met een ander persoon, dier of ding wilt vergelijken,

gebruik je de: 

vergrotende 

trap

This player is tall

, but this player is taller.

Bij korte woorden (1 lettergreep) zet je -er erachter.

Bij lange woorden (2 of meer lettergrepen) zet je more ervoor.

Achter de vergrotende trap staat 'than'

small - smaller

fast - faster

high - higher

beautiful - more beautiful
intelligent - more intelligent
wonderful - more wonderful
exciting - more exciting

Bij woorden van 2 lettergrepen eindigend op 

-y, -er, -le en -ow, zet je ook -er erachter.

happy - happier

clever - cleverer

simple - simpler.

narrow - narrower

Bij woorden van 2 lettergrepen eindigend op -ly, zet je -er erachter óf more ervoor.

lonely - lonelier / more lonely

Als je een persoon, dier of ding met alle andere personen, dieren of dingen

 te vergelijken, 

gebruik je de: 

overtreffende 

trap

This player is the tallest of all.

Bij korte woorden (1 lettergreep) zet je -est erachter.

Bij lange woorden (2 of meer lettergrepen) zet je most ervoor.

Voor de vergrotende trap staat 'the'

small - smallest

fast - fastest

high - highest

beautiful - most beautiful
intelligent - most intelligent
wonderful - most wonderful
exciting - most exciting

Bij woorden van 2 lettergrepen eindigend op 

-y, -er, -le en -ow, zet je ook -est erachter.

happy - happiest

clever - cleverest

simple - simplest.

narrow - narrowest

Bij woorden van 2 lettergrepen eindigend op -ly, zet je -est erachter óf most ervoor.

lonely - loneliest / most lonely

3 spellingsregels:

woorden die eindigen op een griekse y

for example : ugly, lazy, early, heavy

Bij de vergrotende trap verdwijnt de -y

en komt er -ier achter

1

Bij de overtreffende trap verdwijnt 

de -y en komt er -iest achter

a hairy dog -  a hairier dog - the hairiest dog

3 spellingsregels:

woorden die eindigen op een e

for example : safe, nice, large

Bij de vergrotende trap komt er -r achter

Bij de overtreffende trap komt er -st achter

a large dog -  a larger dog - the largest dog

2

3 spellingsregels:

woorden die eindigen op een 1 klinker en 1 medeklinker.

for example : big, fat, hot

Bij de vergrotende trap verdubbelt de medeklinker

en komt er -er achter

Bij de overtreffende trap verdubbelt de klinker 

en komt er -est achter

a fat dog -  a fatter dog - the fattest dog

3

Enkele bijvoeglijke naamwoorden, hebben onregelmatige vormen.

Deze moet je uit je hoofd leren!

good - better - best

bad - worse - worst

many/much - more - most

little/few - less - least

Here is Emily. She's six years old. Her brother is nine, so he is...........

1. old
2. older
3. olden
4. oldest

This magazine is cheap, but that
one is...........

1. cheaper
2. cheaping
3. cheap
4. cheapest

He is ................. man in our village.

1. strongest than
2. stronger than
3. the strongest
4. the stronger

He has .......... car in our family.

1. faster than
2. the faster
3. fastest than
4. the fastest

This is a nice cat. It's much ...............
.
my friend's cat

1. nicer than
2. niceer than
3. the nicest
4. the niceest

This joke was ....................
joke I've ever heard.

1. the funnyest
2. funnyer than
3. the funniest
4. funnier than

London is .............city in Europe.

1. largeer than
2. the largeest
3. larger than
4. the largest

You look ........... yesterday

1. the happyest
2. the happiest
3. happier than
4. happyer than

My dog is ............. than your pony

1. the bigest
2. the biggest
3. biger than
4. bigger than

This is .............
exercise on the worksheet.

1. the difficultest
2. the most difficult
3. the most difficultest
4. the more difficulter

my sister has ...................
hobby in the world.

1. the most interesting
2. the more interestinger
3. the interestingest
4. the most interstingest

He is .......... teacher in the country.

1. the goodest
2. gooder than
3. the best
4. better than

Oh no, this is my ............ nightmare!

1. badder
2. baddest
3. worse
4. worst

My cousin is ................his classmates

1. the most intelligent
2. the most intelligentest
3. more intelligent than
4. more intelligenter than

My life is ................. yours

1. more boring than
2. more boringer than
3. the most boring
4. the most boringest

Adjectives & Adverbs

Wat is de functie van een 'adjective'?

1. Zegt iets over een persoon, dier of ding.
2. Zegt iets over hoe iets gebeurt.

Op welke plek in de zin staat de 'adjective' meestal?

1. Aan het begin van de zin.
2. Voor het woord waar het iets over zegt.
3. Achteraan in de zin.
4. Achter het woord waar het iets over zegt.

Wat is de andere plek van de 'adjective'?

1. Voor alle werkwoorden.
2. Achter alle werkwoorden.
3. Achter koppel- en zintuigelijke werkwoorden
4. Voor koppel- en zintuigelijke werkwoorden

Wat is de functie van een 'adverb'?

1. Zegt iets over een persoon, dier of ding.
2. Zegt iets over hoe iets gebeurt.

Hoe maak je een 'adverb'?

Wat is de eerste plek van een 'adverb' in de zin?

1. Voor het werkwoord
2. Achter het werkwoord

Op welke plek in de zin staat de 'adverb' meestal?

1. Voor het bijvoeglijke naamwoord of ander bijwoord
2. Achter het bijvoeglijke naamwoord of ander bijwoord

Wat is de 'adverb' van 'good'?

The bus driver was ..... injured.

1. serious
2. seriously

Kevin is ..... clever.

1. extreme
2. extremely

This hamburger tastes .....

1. awful
2. awfully

Robin looks ..... What's the matter with him?

1. sad
2. sadly

Jack is ..... upset about losing his keys.

1. terrible
2. terribly

This steak smells .....

1. good
2. well
3. goodly

Our basketball team played ..... last Friday.

1. bad
2. badly

Maria ..... opened her present.

1. slow
2. slowly