OP 2 BLOK 1 WG1 Gezondheidsdeterminanten en risico diagnosen

1 / 32
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

En.... hoe zit je erbij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke vragen zou jij willen stellen aan de verpleegkundigen van de GGD?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Epidemiologie en gezondheidsdeterminanten een testje


Ga naar www.socrative.com 
kamernummer 889F87AD

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Van Haaren (95) Gezondheidsvaardigheden zijn vaardigheden die een mens nodig heeft om de informatie over de eigen gezondheid te kunnen begrijpen. 

Deze inventariseer je dus zodra je met iemand in gesprek gaat bijvoorbeeld als je het zelfmanagement van iemand wil versterken. 

Onderscheiden wordt:
Basale (geletterheid en rekenen)
Kritische (informatie kritisch kunnen beoordelen om meer controle te krijgen over de iegen situatie)
Interactieve vaardigheden (mensen kunnen actief participeren in de zorg)

Als je de basale vaardigheden niet voldoende hebt kan dat uitmonden in minder zelf effectiviteit. Daarnaast ligt de prioriteit vaak niet op kritisch denken maar op basale levensbehoeften

In welke fase van het verpleegkundig proces worden de gezondheidsvaardigheden van een zorgvrager ingeschat door de verpleegkundige?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Voor en na elk model komt een vraag
Wat staat centraal in het ICF model?
A
De ziekte of aandoening
B
De gezondheid
C
Het functioneren van de mens
D
De etniciteit

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

De ICF biedt een standaardtaal en een schema voor de beschrijving van iemands functioneren vanuit drie verschillende perspectieven:
1. De mens als organisme: voor het beschrijven van de functies, anatomische eigenschappen en stoornissen van onderdelen van het lichaam. Bijvoorbeeld: vermindering van het denkvermogen en het geheugen.
2. Het menselijk handelen: voor het beschrijven van wat iemand doet of (nog) zelf kan doen, welke activiteiten iemand uitvoert en welke beperkingen hierin zijn. Bijvoorbeeld of iemand nog zelfstandig kan schoonmaken.
3. Participatie: voor het beschrijven of iemand mee kan doen aan het maatschappelijk leven op alle terreinen, zijn of haar daadwerkelijke participatie en eventuele problemen hierin. Bijvoorbeeld: het deelnemen aan het verkeer
Wat staat centraal in het Health Field Concept van Lalonde?
A
Gezondheid
B
Aandoeningen ziekten
C
Etniciteit
D
Mens

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

Nog praktischer is het model dat door Lalonde in 1974 is ontwikkeld waarin vier grote gebieden geïdentificeerd zijn die de gezondheid beïnvloeden.
Want gezondheid is niet iets dat een mens heeft of krijgt. Het is meer een toestand waarin men zich op een bepaald moment bevindt. Die gezondheidstoestand is het resultaat van verschillende bijdragen en inwerkende krachten.
In het model van Lalonde staat de onderlinge wisselwerking tussen verschillende factoren die de gezondheid beïnvloeden, de zogeheten gezondheidsdeterminanten, centraal.
1. Biologische of Interne factoren (biologische mechanismen, erfelijke en aangeboren aandoeningen, beschadiging als gevolg van ziekte of ongeval).
2. Leefstijl (gedragsfactoren zoals leefwijze, (on)gezonde gewoonten).
3. Fysieke en sociale of externe factoren: bijvoorbeeld milieu-, luchtvervuiling, geluidshinder, woningkwaliteit, klimaat en  sociale omgeving sociale contacten, relaties, (on)veilig voelen, werkloosheid, discriminatie.
4. Voorzieningen Gezondheidszorg: toegankelijkheid van aanbod van experts en voorzieningen zoals ziekenhuizen, huisartspraktijken, medicijnen etc..
Al deze factoren hangen nauw met elkaar samen en beïnvloeden elkaar onderling. Dit complexe geheel bepaalt de gezondheid. 
Het health Field Concept van Lalonde heeft ook andere wetenschappers aan het denken gezet. Biologische factoren, voorzieningen in gezondheidszorg, leefstijl en omgeving zijn nie de degene determinanten die de gezondheid kunnen beinvloeden . Het zijn er veel meer. In het werk van Lalonde zijn factoren als waarden & normen, cultuur, sociale structuren en dergelijke namelijk niet echt herkenbaar opgenomen.

Wat staat centraal in het Sunrise model?
A
Gezondheid
B
Aandoeningen ziekten
C
Etniciteit
D
Mens

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

Maar omvat het HFC alle gezondheidsdeterminanten? Nee niet echt. In het werk van Lalonde zijn factoren als waarden & normen, cultuur, sociale structuren en dergelijke niet echt herkenbaar opgenomen.
Het health Field Concept van Lalonde heeft ook andere wetenschappers aan het denken gezet. Biologische factoren, voorzieningen in gezondheidszorg, leefstijl en omgeving zijn nie de degene determinanten die de gezondheid kunnen beinvloeden . Het zijn er veel meer. In het werk van Lalonde zijn factoren als waarden & normen, cultuur, sociale structuren en dergelijke namelijk niet echt herkenbaar opgenomen. Waar Lalonde de gezondheid centraal stelt , stelt Leininger het mens centraal. 
Het Sunrise model van Madeleine Leininger (1925 – 2012)
Leuk om te weten dat deze wetenschapster een van de eerste master of science afgestudeerden was in haar tijd. Zij kreeg deze titel in 1954. Ze was echter nog niet klaar. In 1965 haalde zij haar doctoraat in culturele en sociale antropologie. Misschien begrijpen jullie nu waarom zij het SUNRISE model zo heeft ontworpen zoals zij dat gedaan heeft. Zij voegde cultuur toe aan de gezondheidsdeterminanten: de transculturele verpleegkundige theorie. 
Madeleine Leininger plaatst de interactie tussen de verpleegkundigen en patiënten in het brede kader van cultuur. Gezondheidszorg en verpleging zijn volgens Leininger slechts te begrijpen temidden van zeer verschillende culturele contexten (Evers, 1999). Deze theorie geeft een duidelijker beeld over de begrippen zorg en cultuur. Hoe beter de zorg aansluit bij de cultuur, des te beter er sprake is van zorgbehoud, zorgaanpassing en zorgreconstructie. Het gaat dus eigenlijk over transculturele zorg.
Zorg kan plaats vinden in verschillende zorgsystemen. Die zorgsystemen kunnen verschillen van groep, plaats en tijd. Dit betekent dus ook dat er verschillende opvattingen over zorg heersen. Bijvoorbeeld voor iemand uit de Nederlandse cultuur zoals ik kan het heel normaal zijn om twee keer per dag mijn tanden te poetsen terwijl dat voor iemand uit de Russische cultuur niet het geval hoeft te zijn. Meer in het oog springend zijn misschien wel de verschillen tussen de periferie en de grote steden in Nederland. Als je geboren en getogen bent in Rotterdam is het misschien wel heel normaal dat je tot laat in de avond nog je boodschappen kan gaan doen in de avondwinkel. Wat op zich een dingetje kan zijn als je in een dorp in Zeeland of Noord Oost Groningen woont. En zo zijn er een heleboel verschillen op te merken.
Leininger had dat goed in de gaten. Dit model is voor jou als toekomstig verpleegkundige dan ook handig om te gebruiken als je bijvoorbeeld als Noord Hollandse gaat werken in een multiculturele wijk in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht enz
Het sunrise model van Madeleine Leininger bevat 7 factoren die de zorg beïnvloeden. Leininger benoemt religieuze en filosofische factoren, familiale en sociale factoren, culturele waarden en opvattingen, politieke en wettelijke factoren, economische factoren, scholingsfactoren en technologische factoren, die allen van belangrijke waarde zijn. De factoren mogen echter niet los van elkaar gezien worden, maar als een elkaar beïnvloedend systeem.
Note docenten:
Sunrise is redelijk complex model  - richt de studenten alleen op de 7 gezondheidsdeterminanten gezien vanuit de diversiteit die speelt binnen de HEALTH / NURSING Care > Richt je alleen op de GELE boog met de 7 determinanten!!
Technological factors = corona app
Religious & Philosophical factors = geen mondkapjes in kerken en gebedshuizen
Kinship & social factors – VERWANTSCHAP (bijvoorbeeld familieleden aan elkaar) en Sociale factoren =
Cultural Values, beliefs & lifeways = culturele waarden, overtuigingen en leefstijl
Politic & legal factors = Politieke en wettelijke factoren > hoe participeert de politiek? Welke partijen zitten er in de regering / het kabinet….welke partij stem je eigenlijk??
Economic factors = Economische factoren (S)ES = Economische status > Pandemie en de schatkist wordt leeggehaald om de omvallende bedrijven en ondernemingen te steunen omdat de gezondheid van mensen sterk achteruit gaat door de corona-crisis
Educational factors = opleidingsfactoren / onderwijs factoren > vragen lijsten die vragen naar opleidingsniveau……
Sociaal Economische Status is dus een determinant van gezondheid
Leininger bracht cultuur in bij de gezondheidsderminanten. Stronks legt de link van de gezondheidsderteminanten met mensen die niet in hun land van herkomst wonen, Migranten dus.

Wat is een voorbeeld van beinvloedende politieke factor?
A
Verhogen premie zorgverzekering
B
Stijgende inflatie
C
Invoering landelijk EPD

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat centraal in het model Stronks?
A
Gezondheid
B
Aandoeningen ziekten
C
Etniciteit
D
Mens

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Is etnische identiteit hetzelfde als etniciteit?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

- De etnische identiteit wordt in het e-college besproken. Tot welke groep van de bevolking voelt iemand zich aangetrokken?

Stronks heeft het over de etnische herkomst die bestaat uit het geheel van:
• Genetische kenmerken
• Migratiegeschiedenis
• Culturele kenmerken
• Etnische identiteit 
• Positie in het gastland

Het verschil is dus dat de etnische identiteit een onderdeel is van etniciteit. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

Als er één beroepsgroep is die zich bezighoudt met preventie, dan is het wel de groep verpleegkundigen en verzorgenden en verpleegkundig specialisten. Of het nu gaat om collectieve preventie (denk aan een dementievriendelijke samenleving of het tegengaan van eenzaamheid) of preventie bij een individuele patiënt of cliënt; als zorgprofessional speel je een onmisbare rol.

Preventie is een essentieel onderdeel van de zorg voor een gezonde bevolking en richt zich op het vergroten van de gezondheid, vitaliteit en zelfmanagement. Uit een V&VN-peiling uit 2019, waar zo’n 1.370 verpleegkundigen en verzorgenden aan meededen, blijkt dat bijna alle zorgmedewerkers (96%) preventie een kerntaak vindt binnen hun vak. “Pillen zijn belangrijk, maar leefstijlverandering levert nog veel meer gezondheidswinst op”, aldus een respondent. Toch zegt bijna de helft (45%) niet toe te komen aan deze taak. Als voornaamste reden wordt de tijdsdruk genoemd, gevolgd door het gebrek aan collega’s of onvoldoende deskundigheid binnen de organisatie.
Indeling van preventie
Preventie wordt op twee verschillende manieren ingedeeld, enerzijds naar fase van de behandeling, anderzijds naar risico.

Vormen van preventie naar fase van behandeling
1. Primaire preventie heeft als doel om ziekte te voorkomen door het wegnemen van de oorzaak. De doelgroep is de gezonde bevolking. Denk hierbij aan vaccinaties van zuigelingen en campagnes rondom stoppen met roken. 
2. Secundaire preventie richt zich op mensen met een ziekte in een vroeg stadium , personen die ziek zijn, maar waarbij de ziekte nog niet is gediagnosticeerd. Het doel is om de ziekte vroegtijdig te behandelen, zodat deze geneest of niet verergert. Vroegtijdige opsporing gebeurt door bevolkingsonderzoeken, zoals bijvoorbeeld voor baarmoederhalskanker.

3. Tertiaire preventie richt zich op mensen die al ziek zijn, op patiënten. Het doel is om verergering te voorkomen, mensen de helpende hand bieden om zo zorgafhankelijk mogelijk te worden of te blijven. Het gaat onder andere om het voorkomen van complicaties bij bedlegerigheid (decubitus) en revalidatie na een herseninfarct.
Wat is jouw rol?

Preventief handelen is bij uitstek een rol die weggelegd is voor verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten, vanuit hun rol als gezondheidsbevorderaar.
Vanuit deze rol ben je bezig met het bevorderen van gezondheid in plaats van genezen. Je beïnvloedt de leefstijl en het gezond gedrag van burgers en patiënten en neemt ook de sociale context en maatschappelijke ontwikkelingen hierin mee. Waarbij altijd de wens van de zorgvrager voorop staat.
Bron: https://www.venvn.nl/thema-s/preventie/

Vormen van preventie naar risico 1. Universele preventie richt zich op de algemene bevolking. Het doel is om bij alle mensen de gezondheid te bevorderen en de kans op het ontstaan van ziekte of risicofactoren te verminderen. Denk hierbij aan de screening van zorgmedewerkers op tuberculose. 
2. Selectieve preventie is gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico op ziekten. Het doel is om de gezondheid van specifieke risicogroepen te verbeteren, zoals de griepprik voor ouderen. 
3. Geïndiceerde preventie richt zich op individuen die nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel beginnende klachten of symptomen. Het doel is om het ontstaan van een ziekte of verdere gezondheidsschade te voorkomen, zoals het stoppen met roken bij  benauwdheidsklachten.
4. Zorggerelateerde preventie is gericht op het ondersteunen van individuen met een ziekte of gezondheidsproblemen. Het doel is om de ziektelast te reduceren, complicaties of co-morbiditeit te voorkomen en de zelfredzaamheid te vergroten. Bijvoorbeeld leefstijladvies bij mensen met hart- en vaatziekten, preventie van decubitus bij ziekenhuisopname van ouderen.
Bekijk op deze afbeelding hoe de twee indelingen zich tot elkaar verhouden.
Bron: https://www.venvn.nl/thema-s/preventie/

Slide 28 - Slide

Universele preventie richt zich op de gezonde bevolking. Doel: kan op ontstaan van ziekten te voorkomen.
BV horeca rookvrij, tabak achter slot en grendel
Selectieve preventie richt zich op bevolkingsgroepen met een verhoogd gezondheidsrisico. Doel: voorkomen dat personen daadwerkelijk ziek worden.
Bv verloskundigen adviseren zwangeren om geen alcohol te drinken tijds de zwangerschap en borstvoeding.
Mensen met CPOD adviseren te stoppen met roken
Geindiceerde preventie: mensen met beginnende klachten en voorkomt dat het verergert.
Francisca: voedingsadviezen geven over haar dieet voor haar coeliakie.
Een online zelfhulpprogramma voor mensen met depressieve klachten.
Zorg gerelateerde preventie richt zich op mensen met ziekten of aandoeningen , voorkomen dat het leidt tot complicaties.
Bv beweegprogramma voor mensen met obesitas en dDM 2

Werkgroepopdracht
  • In Brightspace
  • tweetallen
  • ongeveer 15 minuten
  • Op een flap
  • Nabespreking 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions