L2ZH 8.3

Lisa 
Jah-Lisa
Sophie
Kyanna
Hristiana
Ammani
Noor
Zuzanna
Maya
Fikrie
Melin
Jady
Esila
Zornitsa
Hevinur
Hiranur
Jaennai
Letisha
Dana
Renisha
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lisa 
Jah-Lisa
Sophie
Kyanna
Hristiana
Ammani
Noor
Zuzanna
Maya
Fikrie
Melin
Jady
Esila
Zornitsa
Hevinur
Hiranur
Jaennai
Letisha
Dana
Renisha

Slide 1 - Slide

Welkom
Telefoons in de telefoontas
Zitten volgens plattegrond

Slide 2 - Slide

Planning
  • Leerdoelen
  • Uitleg 8.3
  • Leerdoelen checken
  • Vragen
  • Aan de slag
  • Aflsuiten

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
  • Je kunt drie soorten bloedvaten met hun kenmerken opnoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe stoffen vanuit het bloed bij je cellen komen.

Slide 4 - Slide

8.3 Je bloed vervoert

Slide 5 - Slide

Bloed
Een volwassen mens heeft 5-6 liter bloed. 

Door heel je lichaam stroomt bloed door bloedvaten heen. 

Je hart pompt dit bloed rond. 

Slide 6 - Slide

Functie van bloed
Voedingsstoffen en zuurstof vervoeren naar organen
Afvalstoffen weg van de organen

Slide 7 - Slide

Bloedplasma 


Rode bloedcellen

Slide 8 - Slide

Voedingsstoffen en afvalstoffen
Zuurstof 

Slide 9 - Slide

Rode bloedcellen:
Hemoglobine: een stof met een rode kleur
Hierdoor kunnen de rode bloedcellen gemakkelijk zuurstof opnemen en afgeven. 

Slide 10 - Slide

Bloedvatenstelsel

Slide 11 - Slide

Bloedvaten
In ons lichaam hebben wij drie soorten bloedvaten:
1. slagaders
2. haarvaten
3. aders

Slide 12 - Slide

Slagader
  • Bloed wordt, vervoert vanuit hart naar organen
  • Hart pompt bloed met veel kracht in de slagader, waardoor bloed stroomt snel.
  • Grootste slagader= Aorta
  • Dikke, gespierde wand
  • Kloppen met hartslag

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

haarvaten
  • Slagaders vertakken zich tot haarvaten.
  • Hier worden zuurstof en voedingsstoffen  afgegeven aan de organen en afvalstoffen worden opgenomen in het bloed.
  • Haarvaten hebben een enorm dunne wand 
  • Zitten in of om de organen heen.

Slide 15 - Slide

Hoe komen stoffen bij je cellen?
  • Stap 1: Slagaders vervoeren het bloed naar de haarvaten van organen
- Glucose zit in het bloedplasma
- zuurstof in rode bloedcellen.
  • Stap 2: In de haarvaten laten de rode bloedcellen zuurstof los en deze komen in het bloedplasma terecht. Zowel glucose als zuurstof zit nu in het bloedplasma. 
  • Stap 3: In de haarvaten zitten kleine openingen, waar bloedplasma met glucose en zuurstof door die gaatjes lekt en naar buiten komt. Nu zitten ze tussen de cellen
  • Stap 4: Cellen nemen de glucose en zuurstof op en gebruiken het voor verbranding. 
Bij de verbranding ontstaat afvalstoffen (koolstofdioxide en water). Deze stoffen gaan vanuit de cellen naar de vloeistof rond de cellen. Die vloeistof stroomt terug naar de haarvaten. 

  •  Vanuit de haarvaten gaat het bloed met de afvalstoffen naar aders. Vanuit de aders gaat het bloed weer naar het hart.

Slide 16 - Slide

Aders
  • Haarvaten komen bij elkaar in aders.
  • Vervoeren het bloed van de organen terug naar het hart. 
  • Aders komen uit in twee grote aders, de holle aders. 
  • Wanden zijn slap en dun, het bloed stroomt langzaam. 
  • Er zitten kleppen in om te verkomen dat het bloed terugstroomt.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke bloedvaten heb je?
1. Slagaders: voeren bloed naar organen. Dikke gespierde wand

2. Haarvaten: zijn vertakt vanuit slagaders. Heel dunne wand

3. Aders: haarvaten komen bij elkaar in aders. Dunne wand met kleppen.

Slide 19 - Slide

vragen
VRAGEN? 

Slide 20 - Slide

Leerdoelen checken

Slide 21 - Slide

Welke bestanddeel van bloed vervoert voedingsstoffen en afvalstoffen?
A
Bloedplasma
B
Rode bloedcellen

Slide 22 - Quiz

In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? Sleep de juiste naar erheen.
Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 23 - Drag question

wat
Opdracht 1 t/m 13  vanaf blz 86
Hoe
lees de tekst van basisstof 
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
Tijd
 Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Opdrachten af? Lees paragraaf 8.4 door 

Maak een samenvatting voor jezelf of een begrippenlijst

Slide 24 - Slide